Artikel toegevoegd aan uw winkelkar
Yep. Schrijversduo James S.A. Corey blijft oerdegelijk werk afleveren: ook in deel 7 van The Expanse-reeks werden we uiteindelijk meegezogen.
Ja, de formule is gekend, en van die kant komt niets verrassend meer, en hetzelfde geldt voor de structuur waarmee de boeken uit de reeks telkens opgebouwd worden.
Maar het verhaal, dat inmiddels over niets minder dan de toekomst van de mensheid gaat (7 boeken verder zijn we verspreid over zo'n 1600 zonnestelsels) weet ook nu weer voldoende te verrassen en zet opnieuw uitdagende plotlijnen uit, zodat we na dit smakelijke 7de deel, ongetwijfeld via het achtste deel willen uitvissen hoe ze dat in het 9de deel allemaal netjes (?) zullen afronden.

Door Gert De Bie sinds 1 maanden en 6 dagen
Humor, actie, spanning en goed uitgewerkt: compulsief leesbaar.
The Murderbot Diaries leek me zo'n simplistische, cliché titel voor een reeks, dat ik me telkens opnieuw afvroeg waarom het boek in mijn kast stond. Maar kijk: ook achter dat soort titels zitten soms fijne boeken verborgen.
Murderbot is een security-robot die zichzelf wist af te koppelen van de bedrijfssoftware die hem controleert. Hij houdt zich liefst bezig met het kijken van de 35.000 uren aan soaps en entertainment shows die hij van het bedrijfsnetwerk downloadde, maar blijft daarnaast nog steeds geprogrammeerd om de mensen in wiens dienst hij is, te beschermen. Hij heeft een hekel aan sociale interactie en leert meer uit de soaps die hij bekijkt, dan van de softwarepakketten die de firma bij hem installeerde.
Martha Wells lanceert haar serie novelles met verve: humor, actie, spanning en een vlotte stijl maken ze compulsief leesbaar en de sociale spanning tussen de robot en menselijke personages geven het verhaal een relevante en interessante ondertoon.
Degelijk uitgewerkte, ontspannen en goed geschreven scifi met nét dat iets meer. Kans dat we ook een volgend deel zullen lezen is reëel.

Door Gert De Bie sinds 1 maanden en 14 dagen
Ook in het laatste deel van The Interdependency-trilogie wist John Scalzi ons moeiteloos aan zijn boek te kluisteren en slaagde hij er in ons telkens opnieuw te verrassen.
Bij het omslaan van de laatste bladzijde hadden we zo goed als 1000 Interdependency-pagina's achter de rug die we allemaal met evenveel gretigheid, goesting en zin gelezen hebben. Scalzi werkt zijn plot degelijk en gefundeerd uit, stevent er zonder gêne in een rotvaart op af en spijst zijn verhaal met scherpe dialogen, pittige en geloofwaardige personages en een relevante context.
The Interdependency-trilogie handelt immers over de val van een samenleving: met het wetenschappelijk aangetoonde en aangekondigde verdwijnen van de Flow-stromen (die de verschillende menselijke vestigingen in het universum met elkaar verbinden) staat het leven van biljoenen mensen op het spel, want alle afzonderlijke menselijke nederzettingen zijn van elkaar afhankelijk. De grote tenoren in de samenleving verkiezen hun hachje te redden en laten zaken en geld voorgaan op het algemeen belang. Anderen steken de kop in het zand, maar met frisse moed en gezonde naïviteit probeert emperox Grayland II de mensheid zo goed mogelijk door de aangekondigde crisis te loodsen.
De parallellen met onze hedendaagse samenleving zijn legio en Scalzi steekt die ook niet onder stoelen of banken. Hij gebruikt die context om een meeslepende en spannende trilogie te schrijven en toont zich evenzeer meester in het schetsen van politiek gekonkelfoes, het blootleggen van opportunisme of het in vraag stellen van de menselijke aard als in het bedenken van heerlijke personages, goed uitgewerkte plotwendingen en vlijmscherpe zinnen.
Sterk staaltje vakmanschap met een vilein genoegen uitgewerkt en een absoluut plezier om te lezen.

Door Gert De Bie sinds 1 maanden en 25 dagen
Wat wil je als lezer graag vertellen over het middelste deel van een trilogie?
Dikwijls voelt zo'n deel aan als een brug tussen de opening en het slot, maar deze zwakte weet Scalzi met verve te vermijden.
In The Consuming Fire drijft Scalzi de spanning rond het bestuur van emperox Grayland II, die met de grootste crisis van het rijk ooit af te rekenen heeft, verder op en gaan we samen met haar persoonlijke raadgever verder op zoek naar een mogelijke oplossing om het uiteenvallen van het rijk en daarmee een gewisse dood voor biljoenen te voorkomen. We krijgen nieuwe, goed uitgewerkte plotwendingen op ons bord en blijven gulzig en gretig proeven van Scalzi's vakmanschap: zinnen met vaart, spitse dialogen en uit beton gehouwen plots.
Puik werk. Op naar deel drie.

Door Gert De Bie sinds 1 maanden en 25 dagen
We lazen het hilarische en hoogst originele 'Old Man's War' van John Scalzi dolgraag, waren net iets minder onder de indruk maar desalniettemin tevreden over het fijne 'Red Shirts' en begonnen net met gretige goesting aan de goed ontvangen 'Interdependency-trilogie' van de productieve en meermaals genomineerde én bekroond science-fiction schrijver.
John Scalzi is een meester in snelle, doordachte scifi doorspekt met humor en actie. In boek 1 van de Interdependency-trilogie is dat niet anders, maar toont hij zich vooral meester in het schetsen en uitwerken van politieke intriges.
Wanneer de keizer (emperox) van het universum overspannende menselijke 'Interdependency-rijk' (alle menselijke nederzettingen doorheen het heelal zijn van elkaar afhankelijk omdat ze allemaal economische monopolies hebben op noodzakelijke behoeftes) overlijdt, moet zijn onvoorbereide stiefdochter hem opvolgen en ruiken andere partijen hun kans om die macht naar zich toe te trekken. Tegelijk ontdekt een wetenschapper iets wat de toekomst van de mensheid op losse schroeven zet.
Een uitgangspunt waarmee Scalzi gretig aan de slag gaat om intriges uit te werken, conflicten op de spits te drijven en opportunistische machinaties achter de macht bloot te leggen. Je bent snel mee met de personages, wordt gaandeweg ongemakkelijk door de opgebouwde spanning en laat je als lezer graag meeslepen in de snelle ontwikkelingen die Scalzi voorschotelt.
Gratuit en vrijblijvend is de trilogie niet: de linken met de klimaatcrisis, de politieke instabiliteit en de manier waarop het beleid en sommige opiniemakers daarvoor de kop in het zand steken zijn legio.
Graag en aan een vlot tempo gelezen, benieuwd wat deel 2 en 3 gaan brengen.

Door Gert De Bie sinds 2 maanden en 5 dagen
In Babel-17 speelt Samuel R. Delany een boeiend spel met zijn personages én de lezer over de mogelijkheden van taal.
Het
leger pikt tijdens een intergalactische oorlog verschillende
conversaties in Babel-17 op rond het tijdstip dat er enkele
sabotagedaden gepleegd worden. Wat oorspronkelijk als een code gezien
wordt, blijkt een taal te zijn, ontdekt taalspecialist en dichter Rydra
Wong die er door het leger wordt bij geroepen. Gaandeweg bouwt Delany
verder op hetgeen een taal zegt over haar sprekers, en de mogelijkheid
van taal om de werkelijkheid te scheppen.
Het was dat aspect dat
ons erg boeiend leek (en ook tijdens het lezen boeide) en waaraan
Delany heel de plot van zijn boek ophangt. (Enig opzoekwerk leert ons
dat het blijkbaar om de Sapir–Whorf hypothese gaat, die zegt dat de
structuur van taal het wereldbeeld van de spreker beïnvloedt) (dat
leerden we dan ook weeral bij).
Enfin: een goed uitgangspunt en
een degelijk geschreven boek maar het voelde hier en daar wat oubollig
aan en de manier waarop Delany de hypothese verder uitwerkt, vonden we
niet helemaal overtuigen. Dan is wat Ted Chiang daar mee aanving in 'Het
verhaal van jouw leven' (verfilmd als Arrival) in zijn
kortverhalenbundel 'De verhalen van jouw leven en anderen', een pak
indrukwekkender.
Dat Babel-17 in 1967 de Nebula Award voor beste
roman deelde met het ronduit schitterende 'Flowers for Algernon' van
Daniel Keyes deed ons helemaal van onze stoel vallen: het niveau van dat
laatste boek ligt een pak hoger.

Door Gert De Bie sinds 2 maanden en 16 dagen
De betere pulp-fictie, me dunkt.
Een auteur die er in slaagt ons bijna 1000blz op minder dan 14 dagen te laten lezen, die ons aan onze stoel gekluisterd houdt, die de spanningsboog in een vuistdik boek strak weet te houden en daarbij nooit uit het oog verliest dat je plotlijnen in je boek altijd een maatschappelijk relevant sausje kan geven - al is het nog zo dun - die mag met een dikke proficiat beloond worden.
Of je na de volgende zin nog mee bent, weet ik niet, maar ik vind het heerlijk hem alvast aan te kondigen en, hoewel overdrijving een stijlfiguur is die we graag hanteren, is er geen woord van overdreven, al stellen we hem lekker scherp.
Carrion Comfort draait rond een groepje (Nazi)-geest-vampieren, die de mogelijkheid hebben om de geest van gewone mensen in hun greep te nemen en hen alles te laten doen wat ze willen. De Joodse psychiater Saul Laski wist tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de greep van één van hen te ontsnappen en jaagt hem zijn leven lang na. Nu de geest-vampieren zinnens zijn hun kleine spelletjes op te geven en de wereld zelf als schaaktoneel voor hun mogelijkheden te gebruiken, komt het tot een confrontatie.
Carrion Comfort is sappig, met veel vaart geschreven, ambitieus van opzet en soms wat grotesk, maar gaat nooit uit de bocht, stuurt rechttoe, rechtaan aan op een gigantische slotconfrontatie en staat meer dan degelijk op zijn poten.
Carrion Comfort is die dikke, goed gebakken lap spek op een ontbijtbuffet vol vers fruit, meergranenbrood en uitgebalanceerde mixen granola: je weet wel waar je op lange termijn het meest aan hebt, maar grijpt gretig naar die lap spek om het vet van je lippen te kunnen lekken. En morgen zien we wel weer: dat madeleineke van Proust ligt er dan ook nog wel.

Door Gert De Bie sinds 2 maanden en 24 dagen
Wat een fijne verrassing en aangename leeservaring, dit boek uit 1995
van de Duitser Andreas Eschbach. Ik geef - louter voor een plezier -
meteen even de Duitse titel mee: Die Haarteppichknüpfer.
Tot zover de achtergrondinfo.
The
Hair-Carpet Weavers is een goed geschreven en boeiende caleidoscopische
vertelling over het leven op een planeet waar heel het bestaan draait
rond wevers die tapijten knopen van het haar van hun vrouwen, bijvrouwen
en dochters. Het werk is zo minutieus dat ze er heel hun leveren aan
opofferen en met wat geluk 1 tapijt klaar krijgen, waarna hun zonen met
de opbrengst van de verkoop ervan de stiel verder zetten.
Door
los met elkaar verbonden blikken op de samenleving uit te werken in
verschillende hoofdstukken (de ene keer die van een haartapijtwever, dan
die van de dochter van een tapijtopkoper, dan die van een jurist of een
soldaat op een andere planeet,...) weeft Eschbach een intrigerend web
van vertelling waardoor je als lezer mateloos gefascineerd raakt. Hoe
verder het verhaal vordert, hoe minder grip je er op krijgt en hoe meer
je je afvraagt hoe de auteur al die losse eindjes nog aan elkaar zal
kunnen knopen.
Maar dat doe Eschbach feilloos, in een plot
waarover wel wat te zeggen valt, maar alleszins niet dat hij niet
perfect alle voorgaande puzzelstukjes in elkaar laat passen. Graag
gelezen en aangenaam verrassend.

Door Gert De Bie sinds 3 maanden en 17 dagen
William Gibson omschrijft Snow Crash als 'Fast-forward free-style mall mythology for the 21st centruy' en die omschrijving blijft zo aan ons brein kleven, dat we ze hier even gewoon mee overnemen.
In Snow Crash volgen we hacker Hiro, pizza-leverancier en de beste zwaardvechter ter wereld, en skatend koerier Y.T.: 15 jaar, grofgebekt en van geen kleintje vervaart. Ze ontmoeten elkaar nadat er in de wetteloze, staatloze toekomst een virus opduikt, Snow Crash genaamd, dat zowel in het Metaverse (de overtreffende stap van het internet) softwarematig slachtoffers maakt als in de echte wereld. Waarom en hoe die twee met elkaar verbonden zijn, is de kern van wat Snow Crash meer maakt dan een vlot geschreven, razendsnelle en met actie volgestouwde scifi-roman.
Neal Stephenson weeft een uitgebreid web vol heerlijk coole personages, grappige scènes en flitsende dialogen waaruit zijn plot langzaam naar voren komt en stopt Snow Crash daarnaast vol met visies over het ontstaan van taal en de maatschappij, de banden tussen religie en taal en de gelijkenissen tussen de echte en de virtuele wereld.
Dat maakt van Snow Crash een vlot lezend, doordacht en toch flitsend boek. Geen ultieme geslaagde missie, daarvoor leken sommige analogieën toch net iets te ver gezocht, maar meer dan voldoende doordacht en uitgewerkt: aan de leeservaring doet dat absoluut niets af. Een avondje discuteren over de ideeën en mythologie die Stephenson achter zijn verhaal steekt, lijkt me garant te staan voor amusement overgoten met een filosofisch sausje!

Door Gert De Bie sinds 5 maanden en 8 dagen
We kennen Ken Liu als vertaler van het magistrale The Three Body Problem, deel één van de indrukwekkende Remembrance of Earth's Past-trilogie van zijn landgenoot Liu Cixin.
Fijn te ontdekken dat de man zelve ook een aardige pen heeft!
In 'The Paper Menagerie' schotelt Ken Liu ons 15 verhalen voor waarvan er maar liefst zeven genomineerd werden voor één of meerdere fantasy of scifi prijzen. Het titelverhaal kon zelfs de eerste plek bij zowel de Hugo-award, de Nebula-award als de World Fantasy Award op zijn conto schrijven. De verwachtingsboog was dan ook bij aanvang al flink gespannen.
De meest opvallende rode draad doorheen het boek is hoe Ken Liu scifi of fantasy elementen gebruikt om zo een perspectief te werpen op de geschiedenis van het Chinese volk, de spanningen met Japan of het ontheemde karakter van Chinezen die naar het buitenland gevlucht zijn.
The Paper Menagerie zelf is een aangrijpend verhaal over een zoon die zijn naar Amerika geëmigreerde Chinese moeder afwijst en pas na haar dood in het reine komt met haar verhaal. The man who ended history is een goed uitgewerkt verhaal van een wetenschapper die zijn kennis gebruikt om stukken verborgen oorlogsgeschiedenis weer naar boven te spitten terwijl A brief History of the Trans-Pasific Tunnel een mooi stukje alternatieve geschiedschrijving is.
Het meest onder de indruk waren we van The Waves, een verfrissende visie op de toekomst én het verleden van de menselijke soort, grappig genoeg een verhaal dat geen enkele prijsnominatie ontving :)
Ken Liu geeft soms na zijn verhalen kort aan de lezer mee op basis van welk idee ze geschreven werden; waarvan ik nog altijd niet weet of ik dat een goed idee vind. Af en toe gaf me dat net de indruk dat wat ik net gelezen had een goed geschreven oefening was, eerder dan een bezield verhaal.
Maar dat mag geen reden zijn om het boek niet op je verlanglijst te zetten: de verhalen gaan van degelijk naar erg goed en uitstekend. Ze halen mss net niet het niveau van die van Ted Chiang, maar ver achterblijven doen ze ook niet. Prima leesvoer en onze kennis van de Chinese geschiedenis en cultuur is er ook met rasse schreden op vooruit gegaan!

Door Gert De Bie sinds 5 maanden en 12 dagen
We waren zo onder de indruk van A Memory called Empire dat we besloten onmiddellijk door te lezen in A Desolation called Peace, deel 2 van de Teixcalaan-duologie.
De plot en de verhaallijn laten we even voor wat ze is: ze bouwt naadloos verder op het slot van het eerste deel en brengt onze belangrijkste protagonisten (Mahit Dzmare & Three Seagrass) weer bij elkaar, ditmaal op een andere diplomatieke missie, die - als het maar even kan - nog meer onder tijds- en omgevingsdruk staat dan de eerste die ze samen volbrachten.
Opnieuw weet Martine Arkady een straf boek af te leveren, waarin taal, onderhandelingsposities en diplomatie een essentiële rol spelen.
In dit tweede deel werkt ze een aantal interessante zijsprongen waar ze in deel 1 al op alludeerde verder uit en speelt ze nog intenser met vraagtekens bij idee wat een individu is, waar dat ophoudt en hoe je de kennis van voorgangers meedraagt of kan meedragen.
Iets minder enthousiasme dan bij deel 1 omdat de verrassing er wat af was en de plot toch iets minder indruk maakte, maar als je over deel 1 enthousiast bent, is er geen enkele reden om deel 2 ook niet te lezen. Innemend boek, benieuwd wat Arkady nog uit haar pen zal schudden.

Door Gert De Bie sinds 6 maanden en 18 dagen
A Memory called Empire is één van de strafste en meest originele debuten die we al lazen.
Martine Arkady laat haar lezers meereizen in de voetsporen van Mahit Dzmare die, als jonge diplomate van het verafgelegen Lsel ruimtestation, naar het hart van het Teixcalaanli-keizerrijk reist om als ambassadeur te voorkomen dat haar ruimtestation opgeslokt wordt door het keizerrijk, dat na eeuwenlange expansie een groot deel van de melkweg omvat.
Wat misschien een behoorlijk droog uitgangspunt lijkt, levert allesbehalve een droge roman op. Arkady weet van meet af aan spanning op te bouwen en sleurt de lezer in een genadeloos tempo mee in het wedervaren van Mahit en haar door het keizerrijk toegewezen assistente Three Seagrass.
A Memory called Empire is een boek over diplomatie, over aftasten wat er gezegd wordt en wat de achterliggende bedoeling zou zijn. Dat het voor Mahit allemaal gebeurt in een taal die ze wel beheerst, maar waar ze niet in opgroeide, voegt een extra laag potentieel aan elke uitspraak of woordenwisseling toe. Dat het keizerrijk het citeren van poëzie prefereert als het ultieme communicatiemiddel, doet daar nog eens een schep bovenop.
Arkady speelt daar meesterlijk mee, waardoor je ook als lezer continu op twee benen hinkt, niet weet waar je sympathie zou moeten liggen en nog minder hoe de balans tussen de verschillende karakters zal doorslaan. Voeg daar een dosis actie, een vleug moord en doodslag en een hoofdpersonage met een gerede dosis zelftwijfel en links en rechts een existentiële crisis aan toe en je hebt een straffe roman die uitmunt in een zinderend plot.
Terecht bekroont met een Hugo-award, denken we dan.

Door Gert De Bie sinds 6 maanden en 18 dagen
Als we het over Peter F. Hamilton hebben, vallen we telkens opnieuw in herhaling, dus laat het ons kort houden. Ook in de verhalenbundel 'A second Chance at Eden' toont Hamilton zijn creatief meesterschap en hanteert hij zijn vlotte, compulsief leesbare stijl.
De bundel bevat zeven verhalen, variërend van een kortverhaal van 30blz tot een novelle 200 blz, die allen een uitstekend niveau halen, erg onderhouden en meeslepend zijn en - aangezien we nu zo goed als alle sci-fi van 's meesters hand gelezen hebben - ons doen snakken naar nieuw werk.
Alleen het voorlaatste verhaal 'The Lives and Loves of Tiarella Roas' smaakte een beetje wrang. Maar misschien was dat exact de bedoeling.

Door Gert De Bie sinds 7 maanden en 16 dagen
In Dierbaar Doolhof (Dimension of Miracles) uit 1968 maken we kennis met Tom Carmody, een wat kneuterige ambtenaar die plots wordt uitgenodigd in het Galactisch Centrum omdat hij een prijs gewonnen heeft.
Na wat absurditeiten en misverstanden ontvangt Carmody zijn prijs, maar blijk hij met geen middelen meer te weten hoe hij weer op aarde moet geraken. Wat volgt is een verrassende en amusante trip door het universum waarop Carmody verschillende figuren op evenzoveel planeten ontmoet. Elke situatie die Tom Carmody meemaakt, verhoudt zich wel op absurde, satirische of ironische wijze tot de minder aangename kanten van onze maatschappij.
Dierbaar doolhof leest zo vlot weg als een speelse en kritische blik op de rauwe kantjes van onze samenleving: ongebreideld consumeren, vervuiling, een heilig geloof in technologische vooruitgang, ... en krijgt van de auteur een kort, licht spiritueel slot mee.
Aangenaam leesvoer, verwant aan het ultieme, absurdistische ruimteavontuur 'The Hitchhiker's guide to the galaxy' van Douglas Adams dat 10 jaar later verscheen. Volgens Douglas Adams las hij Sheckley's book pas nadat de eerste hoorspelen van The Hitchhiker's guide uitgezonden werden.
Wat er ook van zij: een aangename verwantschap, een fijne leestrip en pijnlijk te constateren dat onze maatschappij 50 jaar later nog steeds met een pak van diezelfde pijnpunten geconfronteerd wordt.

Door Gert De Bie sinds 7 maanden en 25 dagen
We twijfelen tussen een vier of een drie sterren beoordeling.
We vermoeden al enige tijd stiekem dat recensenten dikke boeken voordeliger beoordelen bij wijze van pluim aan zichzelf omdat ze die helemaal uitgelezen hebben. Om die theorie alvast zelf te bevestigen kiezen we voor vier sterren. ;)
Neal Stephenson, die we kennen van Snow Crash (dat al -tig jaren op ons te lezen lijstje staat, maar waaraan we nog steeds niet toekwamen), levert met Seveneves alleszins een indrukwekkend staaltje kort-bij-de-deur science ficition af.
Wanneer de maan om onverklaarbare reden in stukken breekt, lijkt dit gewoon een fascinerende gebeurtenis. Al snel valt de frank van wetenschappers echter dat die stukken meer en meer met elkaar gaan botsen, zullen verpulveren en dat de aarde uiteindelijk ten onder zal gaan in een meteorieten-regen van maanbrokstukken.
2 jaar heeft de mensheid de tijd om te pogen zich voor te bereiden om in de ruimte te overleven en in allerijl wordt het ISS uitgebreid en vestigt men alle hoop van de mensheid op een voortbestaan in de ruimte.
600 blz lang neemt Stephenson de lezer mee door die voorbereiding, de meteorietenregen en de eerste overlevensfases in de ruimte nadat de aarde ten onder ging.
Goed uitgewerkte karakters en sterke verhaallijnen houden je aan het boek gekluisterd. Stephenson legt bijna alles (eenvoudig) wetenschappelijk uit, wat af en toe de vaart uit het boek haalt, maar het realisme natuurlijk vergroot.
En dan.... springt hij 5000 jaar in de tijd naar het moment waarop de mensheid de aarde weer bewoonbaar heeft gemaakt. Een literair huzarenstukje, waar best wel wat energie van schrijver en lezer inkruipt, maar dat niettemin werkt.
Een aantal plotkeuzes vonden we onnodig, maar niet storend. Uitermate graag gelezen, we leggen Snow Crash weer bovenop onze te lezen stapel.

Door Gert De Bie sinds 8 maanden en 13 dagen
Genomineerd voor de Arthur C. Clarke Award, bekroond met de James Tiptree, Jr. Award, door The Guardian op nr 91 gezet in de lijst van 100 beste boeken van de 21ste eeuw en bejubeld door Iain Banks: dit boek kwam met indrukwekkende geloofsbrieven op mijn leeslijst terecht.
Light is alleszins geen rechttoe rechtaan boek, noch hapklare science fiction. We krijgen 3 door elkaar gehusselde verhalen voorgeschoteld, waarvan er eentje zich eind 20ste eeuw afspeelt en 2 in 2400. Een wetenschapper die aan de vooravond van een ruimte-technologische ontdekking staat wordt gekweld door 'The Shrander', een wezen dat hem lijkt aan te zetten tot moorden. 400 jaar later volgen we een roekeloze ruimtepiloot en de cyborg-kapitein van een ruimteschip en hun avonturen. Harrison refereert aan populaire muziekcultuur en aan literatuur, schrijft over de genres heen (we proeven naast scifi ook noir-detective en misschien wel ideeën-roman in het boek) en lijkt met 'Light' existentiële vragen op te werpen en aan te kaarten.
En net die 'lijkt' is de essentie van mijn oordeel over dit boek: het ging allemaal net aan mij voorbij. Ik vond het verhaal zich moeilijk ontwikkelen, raakte nooit helemaal mee en had bij de plot ook het gevoel dat die zich in intellectuele mist bevond.
Kan aan de timing liggen: ik heb de laatste tijd behoorlijk wat aan het hoofd. Kan aan mijn Engels liggen: hoe literairder een boek, hoe beter je de taal dient te beheersen om helemaal mee te zijn.
Of het kan natuurlijk aan het boek zelf liggen :)
Wat me later wel trof was dat Adam Roberts in zijn inleiding schreef: "When I first read 'Light' I disliked it very much' en dat hij het boek pas bij herlezing helemaal wist te appreciëren. Ja, denk ik dan, misschien moet ik het nog wel eens een kans geven. Met meer ruimte in mijn hoofd en wat kalmer aan. Maar evenzeer denk ik dan: hé, mijn leven is te kort om alles te herlezen wat niet van de eerste keer klopte :)

Door Gert De Bie sinds 9 maanden en 27 dagen
Waar had ik dit boek nu weer opgepikt en hoe kwam het op mijn leeslijst terecht?
Een vraag die ik mee steeds vaker stel.
Geen nood, toen we begonnen met lezen bleek meteen dat 'Gun, with Occasional Music' gesneden koek voor ons was. Een snuifje noir-detective en een snuifje scifi: met die formule wisten schrijvers als Richard K. Morgan en Alistair Reynolds ons al eerder te bekoren.
Voeg daaraan toe dat Jonathan Lethem bij dit debuut midden jaren'90 als 'vernieuwend' werd ontvangen, en we zaten op het puntje van onze leesstoel.
We volgen Conrad Metcalf, die als uitgerangeerde detective te maken krijgt met de moord op een vermaard uroloog en al snel ontdekt dat niemand de moord opgelost wil. Ondanks waarschuwingen van diverse kanten, blijft Metcalf zich in de zaak vastbijten. Ziedaar de (altijd) heerlijk smakende formule van het hardboiled detective-genre.
In het California van 'Gun, with Occasional Music' speelt dit alles zich af in een wereld waarin iedereen door de staat voorziene drugs snuift, dieren rechtop lopen en menselijke intelligentie kregen, het nieuws muzikaal gebracht wordt, baby's hormonaal versneld een groot lichaam krijgen en misdadigers geen gevangenisstraf uitzitten, maar voor bepaalde periodes moeten inslapen.
Ideeën genoeg om er een heerlijk leesbaar, grappig, spannend en meeslepend boek van te maken (de kangoeroe als rechterhand van de maffiabaas is een geniaal karakter) waar we ons met plezier enkele uren aan laafden.
Maar echt grip op de wereld die Lethem schiep kregen we niet en ergens vonden we dat jammer. Er zaten heerlijke ideeën in, die wat ons betreft wat meer impact mochten hebben of wat dieper uitgewerkt konden worden. Aan de andere kant kan je natuurlijk zeggen: je kan niet alles hebben;
Zeker drie-en-een-halve ster. Want hoe meer ik schrijf, hoe meer ik het gevoel heb Lethem toch een beetje tekort te doen. Zijn berkoonde 'Motherless Brooklyn' staat meteen ook op onze leeslijst!

Door Gert De Bie , 21/08/2022
5 sterren voor de vele ideeën die ten grondslag liggen aan het boek en de uitwerking er van. 4 sterren voor mijn leeservaring, al ligt dat niet aan de auteur, maar aan mijn intellect en kennis van de Engelse taal. Enfin, dat denk ik toch. In Blindsight neemt Peter Watts 5 unieke, wat bevreemdende personages mee op weg naar het eerste contact tussen de mensheid en buitenaards leven. Een schip gerund door AI en een vampier (een ras dat de mensheid vooraf ging en een veel groter perceptievermogen en intellect heeft dan de mens zelf), met verder aan boord een bioloog die zo technologisch gepimpt is, dat hij zelf geen tactiel vermogen meer heeft, een linguïste en communicatiespecialiste die zo opgaat in haar talent dat ze meervoudige persoonlijkheden heeft, een soldate met meer talent voor pacifisme en empathie voor de vijand dan vechtlust en een ex-epilepsie patiënt die genas omdat ze de helft van zijn brein verwijderden. Dat maakt hem - wegens minimaal zelfbewustzijn omdat hij een hersenhelft mist - tot een uitstekend observator, die heel de boel moet analyseren en documenteren. Als lezer volgen we zijn ervaringen. Een stevige noot om door te bijten, maar al snel wordt duidelijk dat Watts met zijn personages al een flinke aanzet geeft voor wat komen gaat: het buitenaards leven blijkt zo vreemd en onbevattelijk te zijn, dat zowel de protagonisten in het verhaal als de lezer de vreemde hoeken en kanten van de personages als kapstok kunnen gebruiken om er alsnog grip op te krijgen. Heb ik al gezegd dat ik mijn intellect soms te kort voelde schieten? Watts propt zijn boek vol knappe, soms grensverleggende en prikkelende ideeën over identiteit, intelligentie, zelfbewustzijn, het samenleven van mens en technologie, communicatie met buitenaards leven, .... Hij doet dit in een spannend en meeslepend boek, waarbij ik wel regelmatig het woordenboek moest raadplegen, iets wat ik in het gemiddelde Engelstalige boek nog zelden doe of moet doen. Een stevige boterham van een recensie, maar dat gold voor het boek ook: vlot lezend maar boordevol info. Ik meen dat een herlezing me nog meer zou opbrengen. Helemaal onder de voet was ik toen Watts het concept zelfbewustzijn af begon te meten tegen evolutionair nut, het buitenaards leven is immers een pak intelligenter dan de mensheid, maar heeft geen zelfbewustzijn. Indrukwekkend, verrassend en dankbaar is ook dat Watts achteraan een register toevoegde waarin hij zijn ideeën kort aanhaalt, verklaart waar ze vandaan komen en samenvat hoever onze wetenschappelijke kennis daarover reikt. Enfin, ik ga hier verder op kauwen, iedereen die het horen wil mee lastig vallen en zo zal het boek, de recensie en het verhaal nog wel even zijn impact hebben. Als iemand het vertalen wil: graag, dan herlees ik het met alle plezier in het Nederlands en ga ik er denk ik nog enthousiaster over zijn. Luitingh-Sijthof? Das Mag? Iemand?

Door Gert De Bie , 20/02/2022
Drie sterren voor een werk van één van de grote drie? Laat ons duidelijk zijn: Philip K. Dick is een grote meneer en alles wat op zijn pen kruipt is op zijn minst oerdegelijk. Maar vergelijk het met het 134ste nr dat Bob Dylan maakte: misschien binnen zijn oeuvre niet in de top 50 maar nog steeds bovengemiddeld goed. In 'A maze of death' treffen 14 vreemdelingen elkaar op een verlaten planeet en is het niet duidelijk wat ze daar te zoeken hebben. Als er plots doden vallen en de logica van de planeet of hun aanwezigheid ver zoek is, wordt het helemaal beklemmend voor lezer en personages. 'A maze of death' komt rustig op gang, leest erg vlot maar pas in de goed uitgewerkte plot laat de meester zijn verbeeldingskracht helemaal gelden. Vandaar, zoals gezegd: bovengemiddeld goed. Graag gelezen, maar geen must-read.

Door Gert De Bie , 01/02/2022
Een ingenieuze, met veel liefde, geduldig geconstrueerde puzzel die Gladstone & El Mohtar in dit verrassend literaire scifi verhaal stukje voor stukje leggen. We krijgen het verhaal van Red & Blue, twee rivaliserende agenten die door tijd en ruimte reizen om elk voor hun eigen fractie de best mogelijke wereld waar te maken. Tegen deze, sec geschetste maar duizelingwekkende achtergrond, starten de twee een intieme en geheime briefwisseling. Oorspronkelijk plagend, zelfs pestend van opzet, groeien de rivalen in hun stiekem uitgewisselde woorden steeds meer naar elkaar toe. De kracht van het verhaal is dat het zwaartepunt ervan in het literair erg mooi uitgewerkte liefdespel tussen de rivalen ligt: hoe hun plagerij groeit via respect naar verlangen en uiteindelijk liefde en hoe ze daarvoor hun eigen identiteit én hun fysieke integriteit steeds meer in de waagschaal leggen. Dat de co-auteurs het reizen tussen al de tijdslijnen uiteindelijk toch ingenieus in de plot weten te verweven was een indrukwekkend surplus. Dat die plot niet helemaal als een verrassing kwam en dat ik me als lezer niet altijd emotioneel betrokken voelde, knabbelt aan de quotering, maar mag geïnteresseerden niet afschrikken. Dat het boek met een ronduit indrukwekkend prijzen palmares kan pronken is geen toeval.

Door Gert De Bie , 27/01/2022
We vallen natuurlijk in herhaling, maar niemand hanteert de space-opera pen met zoveel ervaring en kunde als Peter F. Hamilton. De opening van de Salvation-trilogie draagt echo's van Hyperion van Dan Simmons met zich mee (en in Hyperion kwamen die echo's dan weer van The Canterbury-tales, natuurijk): een uitgekiend gezelschap reist naar een afgelegen plaats waar een buitenaards ruimteschip neerstortte. Tijdens de reis, afgesneden van de rest van het universum, vertellen ze om beurten hun verhaal. Parallel krijg je het verhaal van de afgelegen planeet Juloss, waar - 500 jaar later - jongeren worden klaargestoomd om tegen de vijand te gaan vechten. Deze verhaallijn draagt echo's van Orson Scott Card's Ender's Game in zich mee. Hamilton weet elk verhaal op zich spannend en snel te houden en ze nadien naadloos in de zich ontwikkelende plot te vervlechten. Benieuwd naar de volgende 2 delen :)

Door Gert De Bie , 31/12/2021
Hoe beoordeel je een amusant boek dat slecht geschreven is? Ik weet niet meer waar, wanneer of waarom 'We are legion (we are bob)' op onze leesradar verscheen, maar toen er geen enkele editie meer beschikbaar bleek te zijn, werd onze leeshonger alleen maar aangescherpt. Groot bleek onze verrassing toen we plots in een uithoek van het uitgeversgilde een Nederlandse vertaling zagen opduiken en gretig sloegen we meteen aan het lezen. De knullige (misschien een eufemisme voor rampzalige) schrijfstijl was het eerste wat ons opviel, waardoor we ons afvroegen wat dit boek zo bijzonder maakte. Het verhaal van Bob - een software-ontwikkelaar die zijn hoofd bij zijn overlijden liet invriezen en 117 jaar later 'ontwaakt' als software replica van zijn eigen brein - is origineel, fris en schept ongekende vertelmogelijkheden. Bob wordt immers de ruimte ingestuurd en heeft de mogelijkheid zichzelf te reproduceren, waardoor het boek veel vaart krijgt en Taylor in staat is verschillende, totaal uiteenlopende, verhaallijnen tegelijkertijd te vertellen terwijl ze toch coherent op elkaar afgestemd zijn. Het verhaal omvat én planeetexploitatie én terravorming én gewapende strijd én reddingsmissies op de aarde én technologische evoluties op allerlei fronten verspreid over het hele universum (uiteindelijk het Bobiversum). Taylor vertelt het verhaal met veel referenties aan populaire cultuur, doorspekt het met humor, maar slaagt er niet in dat te doen in twee fatsoenlijke zinnen na elkaar, slaagt er niet in zijn plotkeuzes natuurlijk over te laten komen en verliest zich constant in overbodige uitleg of vage, nutteloze onderbouwingen. Dat het verhaal an sich meer dan amusant is, getuige het feit dat we op 2 dagen door de 320 bladzijden vlogen, maar de kans dat we de andere titels uit de reeks nog lezen, lijkt ons klein. Daarvoor voelt het teveel aan als een puberale dagdroom geschreven door een 12-jarige. Een gemiste kans, bij zo'n boek denken we: is er dan niemand die hier degelijke redactie over doet of hadden we de man geen plezier kunnen doen met een ghostwriter? Enfin, we hebben alle sympathie voor Bob en zijn kopieën en genoten eigenlijk wel van het gecreëerde wereldje en de gebrachte sfeer (of poging daartoe), maar stellen voor dat John Scalzi de reeks herschrijft, waarna we ze met plezier opnieuw beginnen lezen.

Door Gert De Bie , 19/12/2021
Aangezien er met tijdreizen niets te rapen valt (je kan Hitler niet vermoorden, noch schatten opgraven en ze mee naar je eigen tijd brengen, noch de lottocijfers opschrijven,...) is het strikt een gebeuren waar historici aan de universiteit van Oxford zich mee bezig houden. Dat is de opzet van de boeken van Connie Willis, die ons met de eerste in de reeks (Doomsday Book) erg aangenaam verraste. To Say Nothing of the Dog bleek nr 2 te zijn en speelt zich grotendeels af in en rond de kathedraal van Coventry in de Victoriaanse tijd, in 2057 en tijdens WOII. Het boek is vlot geschreven, grossiert in kleine (en grotere) geschiedkundige feiten en culturele weetjes en heeft een goed uitgewerkte en ingenieuze plot. Reden genoeg om vier of vijf sterren te geven, zou je denken, maar helemaal meeslepen deed het boek ons niet. Daarvoor voelde het net iets te veel als een deurenkomedie aan. Knipoog links, mopje rechts, het hele boek door speelt Willis dolgraag met de lezer, de plot en de personages, waardoor we het op de duur welletjes vonden. Graag gelezen, daar niet van, maar als er van die 528 blz 200 op de redactie gesneuveld waren, had hier alvast een gelukkiger lezer gezeten.

Door Gert De Bie , 03/10/2021
We leerden de gebroeders Strugatsky kennen met Roadside Picnic, een heerlijk werkje met een frisse plot waarvan we genoten. One billion years to the end of the world bevat ook een soort humor, maar eentje waarin we ons niet onmiddellijk thuis voelden. Hoofdpersonage is de wetenschapper Malianov die op het punt staat een Nobelprijs-waardige theorie over het universum af te leveren, maar plots door vanalles en nog wat afgeleid wordt: vreemde telefoontjes, beeldschone vriendinnen van zijn vrouw en liters alcohol en dozen kaviaar die gratis aan zijn deur geleverd worden. Al snel blijkt dat collega's van hem - in andere wetenschappelijke velden - met soortgelijke 'afleidingen' te maken krijgen. Het idee daarachter, bedenkt Malianov samen met zijn collega's is dat het universum er alles aan doet om zijn status quo te behandelen, en dat de vooruitgang die de mens dreigt te maken, afgeremd dient te worden. Leuk idee, behoorlijk uitgewerkt, en soms best grappig gebracht. Bovendien zijn er ongetwijfeld parallellen te trekken met leven als wetenschapper onder het Sovjet-regime, maar het boek wist toch niet echt onze aandacht te grijpen.

Door Gert De Bie , 18/08/2021
4 sterren, 5 sterren, wat maakt het uit in het licht van de kosmos waar er mee sterren zijn dan er ooit op Goodreads uitgereikt zullen worden? Het slotdeel van Liu Cixin's Remebrance of Earth's Past trilogie bevat meer uitgewerkte ideeën en doordachte visies dan er tijdens de afgelopen 5 regeringstermijnen gerealiseerd werden en omvat grondig de grenzeloze en tijdloze ambitie van de trilogie. Cixin Liu neemt de lezer opnieuw mee naar de periode voor de Trisolariaanse dreiging, de mogelijkheden die de mensheid als antwoord creëert en gaat nadien verder - zowel in tijd als in mogelijkheden - dan enig ander boek dat we ooit lazen. In dit derde deel schetst Liu op overtuigende wijze hoe de mensheid in zijn geheel reageert op de uitzonderlijke grootsheid van de kosmos, de ongekende mogelijkheden van het universum en onze kleine, ietwat nietige rol daarin. We komen sommige hoofdpersonages weer tegen, maar opnieuw laat de auteur zich niet vangen aan goedkoop heldendom of voorspelbare verhaalkeuzes. Zoals gezegd is het besluit van de trilogie grenzeloos ambitieus in tijd en ruimte: Liu overschouwt niet alleen lichtjaren in ruimte, maar evenzeer millennia in tijd en geeft een beeld van het universum dat ongekend, maar evengoed realistisch kan zijn. Indrukwekkend, groots en origineel: de Remembrance of Earth's Past-trilogie is een verrijking voor het literaire en sci-fi landschap. Straffen toebak.

Door Gert De Bie , 09/08/2021
Nadat we ontdekten dat 'The Three Body-problem' het eerste deel van een trilogie was, stonden we te popelen om deel 2 en 3 te ontdekken. Omdat het even geleden was dat we deel 1 lazen was het even zoeken en aftasten voor we weer helemaal mee waren in de bijzondere wereld die Cixin Liu ons voor schotelt, maar eens we weer op de rails zaten, waren we weer vertrokken voor een intense, breeds uitgezette en unieke leeservaring. Dat Cixin Liu voor de opzet van zijn verhaal deels de mosterd haalde bij de Foundation Trilogie steekt hij niet onder stoelen of banken (hij citeert of verwijst naar personages): ook zijn Remembrance of Earth's past-trilogie overspant generaties en confronteert de mensheid met een probleem dat pas in de verre toekomst acuut lijkt te worden. De dreiging van de invasie vanuit Trisolaris noopt de mensheid tot maatregelen waartoe ze technologisch niet in staat zijn en die verborgen moeten blijven voor iedereen, omdat de Trisolariërs overal meekijken en luisteren. Daaruit groeit het unieke project van de 'Wallfacers' een aantal prominenten die vrij baan krijgen om een oplossing uit te denken die ze letterlijk met niemand delen. Vanuit die opzet vertelt Cixin Liu het verdere verloop van de dreiging van de invasie en hoe de mensheid daarop probeert te antwoorden. Wat de boeken zo goed en indrukwekkend maakt, is dat hij het overzicht bewaart, de lezer dwingt om mee de lange termijn voor ogen te houden en toch een band weet te scheppen met de personages. Maar evenzeer (deels eigen aan de opzet om generaties te overspannen, maar toch evengoed een keuze die getuigt van lef) deinst hij er niet voor terug om (hoofd)personages op te offeren aan de verhaallijn, zodat je niet af te rekenen krijgt met voorspelbare logica of klassiek heldendom. De (filosofische) logica die ten grondslag ligt aan de plot van The Dark Forest is sterk uitgewerkt, relevant en indrukwekkend. Kortom: aanrader en we smullen intussen al gulzig van deel 3!

Door Gert De Bie , 29/07/2021
De eerste tien bladzijden dacht ik in een standaard policier beland te zijn en vroeg ik me af waarom dit boek op mijn leeslijst terecht gekomen was. Maar kijk! 10 bladzijden later werd het interessant: briljant onderzoeker Helena Smith wil herinneringen digitaal opslaan om ze dan weer te kunnen opladen in menselijke hersenen om zo bijvoorbeeld dementerenden te helpen. Als haar beurs op zijn einde loopt, besluit ze in te gaan op een voorstel van Marcus Slade, biljonair en zelfverklaard visionair om haar onderzoek verder te zetten in zijn dienst. En dan komt Blake Crouch stilaan op volle toeren: Helena's werk blijkt meer in zijn mars te hebben dan ze zelf vermoedt, en Slade stimuleert haar daar erg in. Daarna kreeg ik als lezer verrassing na verrassing voorgeschoteld en voelde zelden of nooit aan waar Blake Crouch met het verhaal naartoe ging, terwijl het tempo van ontwikkelingen en plotwendingen ongekend hoog lag. Het hele boek lang bleef Crouch verrassen, zonder verstoppertje te moeten spelen of duidelijk informatie achter te houden. Veel vaart, intelligente plot, geloofwaardige personages, originele visies en een strak tempo maken van Recursion een fantastische leeservaring. Yep. Smaakt naar meer.

Door Gert De Bie , 24/07/2021
Omdat ze het beu was in elke job de eerste vrouw te zijn (ze werkte onder meer bij de inlichtingendienst van de luchtmacht en even bij de pas opgerichte CIA) schreef Alice Sheldon haar meermaals bekroonde scifi verhalen onder een mannelijk pseudoniem (die ze van de merknaam op eeen confituurpot ontleende) en correspondeerde ze met haar uitgever via postbus. De bundel 'Warm Worlds and Otherwise' verscheen onlangs in de Penguin Classics Science Fiction reeks en bevat 12 verhalen die het inzicht en het vernuft van haar schrijven mooi in de verf zetten: verscheiden, goed uitgewerkt, verrassend, aangrijpend en origineel. Ronduit indrukwekkend vonden we het bekroonde 'The girl who was plugged in', waarin Tiptree de plaag van vandaag (influencers) voorzag en doorprikte als genadeloos door computer aangestuurde holle wezens. Ook 'Fault' liet indruk na, een vlot verhaal waarin een ruimtereiziger op een andere planeet voor een misdaad veroordeeld wordt, maar pas lange tijd na thuiskomst duidelijk wordt welke straf hij ondergaat. 'All kinds of yes' was een fris verhaal waarin een alien even optrekt met wat hippies en "Love is the plan, the plan is death" een stevige - niet altijd eenvoudige - allegorie waarin liefde niet overwint. Tiptree houdt duidelijk van tragiek: weinig verhalen kennen een goede afloop, maar ze zijn telkens inventief, fris en verrassend. "The Night-blooming Saurian" - over een poging van wetenschappers om voldoende fondsen voor tijdreizen van politici te verkrijgen - wist ons dan ook door zijn luchtige toon en hilarisch verhaalverloop enorm te verrassen. Soms moesten we ons een beetje inwerken in de verhalen of duurde het even eer de context op zijn plaats viel. Maar dat James Tiptree Jr. werd opgenomen in de Science Fiction Hall of Fame lijkt ons niet meer dan terecht. Knap.

Door Gert De Bie , 14/07/2021
Degelijke, razendsnelle actie scifi. Ik ben op zoek naar een opvolger van Peter F. Hamilton (van wie ik nog slechts 1 trilogie en 1 losse roman te gaan heb, help!) en hoop(te) die stiekem te vinden in Neal Asher. Asher schrijft vlot en werkt in Prador Moon in razendsnel tempo een totaaloorlog uit tussen de mensheid en hun eerste contact met buitenaards, intelligent (maar helaas niet lief) leven. Een prestatie op zich dat je dit op dik 200 blz gefikst krijgt, maar wat meer gelaagdheid en wat dieper uitgewerkte personages had ik met open armen verwelkomt. Goed voorspel, evenwel! Benieuwd wat Asher ons nog brengen zal.

Door Gert De Bie , 06/07/2021
Wat een heerlijk boek. Mockingbird verhaalt over een toekomst waarin robots de dienst uitmaken. Ze waren er dan ooit wel om mensen te dienen, maar die mensheid is dat al lang vergeten. De gemiddelde inwoner van New York City houdt zich immers bezig met nutteloze dagtaken, verzacht door het roken van joints en breng zijn avonden vrijwillig door onder de kalmeringspillen starend naar hersenloos entertainment op tv. En kinderen? Paul Bentley zou niet meer weten wanneer hij voor het laatst een kind gezien heeft... Uit deze premise puurt Walter Tevis een hartverwarmend, melancholisch verhaal over wat het betekent om mens te zijn. Met als protagonist een man die opnieuw leert lezen en zo deuren naar het verleden van de mensheid ziet opengaan en als antagonist de laatst gebouwde robot ooit: te slim om gelukkig te zijn, te weinig autonomie om zichzelf te zijn. Net als in 'The man who fell to earth' laat Tevis ons door kritische maar empatische bril naar ons bestaan kijken en doet hij dat op een hartverwarmende manier. Uit het gemis en belang van lezen en schrijven puurt Tevis schone gedachten en daarbovenop wist hij nog een meeslepend en avontuurlijk boek te schrijven met verrassende plot. Straf!

Door Gert De Bie , 22/06/2021
Hoewel een groot deel van de aantrekkingskracht van Peter F. Hamilton is dat hij ons meestal voor minstens 1500 bladzijden weet mee te slepen in goed uitgewerkte, vlot geschreven en gigantische space-opera's waarin we onszelf helemaal verliezen, blijkt hij ook met kortverhalen overweg te kunnen. Aangenaam leesvoer, enkele toffe ideeën en een fijn weerzien met Chief Investigator Paula Myo in de laatste twee verhalen. Openingsverhaal 'Watching the trees grow' (over een moord die gedurende verschillende decennia verder wordt ontrafeld) en 'The demon trap' (waarin Myo volhard om de juiste dader op de juiste manier gestraft te krijgen) staken er wat ons betreft bovenuit. Niets echt geniaal en niet de Hamilton die ons zal bijblijven, maar graag gelezen.

Door Gert De Bie , 17/05/2021
Zoals met de schoonste scifi boeken - en met alle echt mooie boeken tout court - dekt de vlag zelden de lading en zit er onder de oppervlakte, onder het verhaal an sich - nog heel wat moois verborgen. Vermomd als mens landt een man van een andere planeet op aarde om een oplossing te zoeken voor de laatsten van zijn soortgenoten die op de opgedroogde planeet tot ondergang gedoemd zijn. Met zijn technologische voorsprong zet hij een bedrijf op poten om alvast het nodige geld bij elkaar te krijgen, maar hoe langer hij op aarde is, hoe meer hij verrast wordt door de menselijke natuur, al dan niet positief. Hij identificeert zich steeds meer met mens zijn, waaruit twijfels en onzekerheid groeien of zijn lot en dat van zijn soort. We wisten van bij aanvang dat dit boek ooit verfilmd was met David Bowie in de hoofdrol en toen we op bladzijde twee geconfronteerd werden met de fysieke beschrijving van het gelande buitenaards wezen vermomd als mens, zijn we helemaal overtuigd dat die rol Bowie op het lijf geschreven was. Een boek dat leert over mens zijn of niet, met een goed uitgewerkte spanningsboog. Indrukwekkend is hoe Walter Trevis niet focust op wat mogelijk een spannende race tegen de tijd zou kunnen zijn, maar op het karakter, de twijfels en de onzekerheden van zijn hoofdrolspelers. Het boek is empathisch en doorleefd en kreeg een verrassende, aangrijpende en aandoenlijke plot mee. Erg mooi.

Door Gert De Bie , 17/01/2021
Een sf-roman lezen is altijd even de knop op nul zetten en mee stappen in een wereld die je totaal vreemd is. Alfred Bester laat ons kennis maken met Gully Foyle. Competenties: geen, intelligentie: afwezig, kans op promotie: onbestaande. Foyle wordt voor dood achtergelaten in het wrak van een ruimteschip. Wat volgt is een verrassend en razendsnel verhaal over een man die op wraak zint en zo (ongewild) het lot van de wereld in handen heeft. In een tijd waar mensen zichzelf kunnen tele-transporteren (beam-me-up-Scotty op eigen wilskracht), schept Bester een universum waarin heel wat mogelijk is en benut hij die mogelijkheden ten volle om het verhaal vaart te geven en zijn personages boeiend te maken. Het boek staat in de top-10 van zowat elke science fiction liefhebber, wat volgens ons vooral te danken is aan de slotpagina's: de onbeduidende, domme en wraakzuchtige bruut Gully Foyle, weet toch voor een onwaarschijnlijke en moreel aanvaardbare (?) plotwending te zorgen wanneer de aarde ten onder dreigt te gaan aan hebzucht, egocentrisme, kortzichtigheid, ... Hoewel dat slot best moraliserend overkwam, was het toch een fijne verrassing om in een boek met zoveel vaart en snel opeenvolgende plotwendingen alsnog een slot mee te krijgen dat alles overstijgt. We hebben ervan genoten.

Door Gert De Bie , 15/12/2020
Science Fiction. Net als fantasy dacht ik dat het nooit mijn meug zou zijn, maar kijk, wat Frank Herbert met Duin voor mijn mening over fantasy betekende deed Robert Heinlein voor mijn visie op SF: hij heeft me helemaal ingepakt. Bij aanvang hadden we onze twijfels, maar een stevige science fiction roman behoeft nu eenmaal de uiteenzetting van het toekomstkader waarin hij zich afspeelt. Eens we dat aanvaard en achter de kiezen hadden, kende onze leeshonger geen grenzen meer. Heinlein schetste in 1966 een toekomst op de maan rond 2075, waar aardse bannelingen en misdadigers in ondergrondse kolonies leven. Maar de maan wil & zal vrij zijn want inmiddels zijn heel wat bewoners van die dorre bol vrije lieden, omdat terugkeren naar de aarde uitgesloten is. (een lang verblijf bij lage zwaartekracht maakt een terugkeer fysiek erg moeilijk). Wat dan volgt is een handboek revoluties leiden. Gedetailleerd en begrijpelijk krijgen we - net als de hoofdpersonages - een lesje in de belangrijkste aspecten van revolutie voeren en de voorwaarden die vervult moeten zijn om een revolutie aanvaardbaar te maken voor de bevolking. Geschreven in een gedrongen stijl, leest dit boek als een trein en hield het ons stevig in de ban. Science fiction iets voor toekomstdromers en wetenschappelijke kneusjes? Bij deze onze mening herzien. (PS: we lazen een Meulenhoff-pocket editie uit de jaren '70)

Door Gert De Bie , 15/12/2020
De Russische schrijver-filosoof Vladimir Odojesvki (1803-1869) leefde een beetje in de schaduw van grote literatoren als Poesjkin en Dostojevski, maar wist met zijn onafgewerkte roman Het jaar 4338 toch de tijd te trotseren. In deze briefroman komt het hoofdpersonage uit de 19de eeuw door een vorm van hypnose in de 44ste eeuw terecht, waar hij als Chinees verslag uitbrengt van een trip naar Rusland. Dat zijn verhaal een beetje aanvoelt als een ode aan de Russische normen en waarden, vergeven we hem graag. Dat de tand des tijds er verder voor zorgde dat enkele van zijn ideeën wat naïef aanvoelen is onvermijdelijk. Wat rest is een hoogst amusant werkje waarin Odojevski aantoont dat hij van vele markten thuis was en waarin hij zelfs alludeerde op het bestaan van blogs en het internet in de toekomst. Een aangenaam tussendoortje met als kers op de taart dit mooie citaat: De minister van Verzoening is de voornaamste hoogwaardigheidsbekleder in het rijk. Zou dat geen mooi idee zijn?
De eerste 100 bladzijden bleven we ons afvragen waarom we dit boek alweer wilden lezen en of we het wel zouden uitlezen. Nu hou ik dat stadium zelden langer dan 50 bladzijden vol, dus stelde ik me ineens ook de vraag waarom ik dat hier al 100 bladzijden vol hield. Misschien omdat Huff de tijd nam om haar personages te laten groeien en de lezer de kans gaf om hen beter te leren kennen voor ze de actie indoken. En misschien dat ik daarom geduldiger dan gewoonlijk was. Als dat inderdaad haar opzet was, is ze geslaagd: ik bleef lezen en eens de actie er aan kwam, was ik mee met personages, karakters en verhoudingen. Eens dat gezegd, zijn de relazen (het boek bevat de eerste 2 delen van de Confederation-reeks) over hoofdpersonage Sergeant Torin Kerr goed geschreven, meeslepend, actie gedreven maar ook inhoudelijk goed gestuurd. Aangezien Tanya Huff haar hoofdpersonage tussen de leidinggevenden en de troepen plaatst, gebruikt ze die setting om vooral de diplomatieke kunsten van Kerr in de verf te zetten; zelfs ten midden van vuurgevechten, weet de Sergeant als geen andere hoe ze het wankele evenwicht tussen het ego van haar oversten en de behoeftes van haar soldaten moet bewaken. Dat maakt de boeken lezenswaardig: het karakter en de sociale vaardigheden van het hoofdpersonage. Dat én goed geschreven actiescènes, snedige humor en vlotte dialogen. Graag gelezen, ook die eerste 100 pagina's dus ;)

Door Gert De Bie , 15/12/2020