Artikel toegevoegd aan uw winkelkar
Een Zombie-boek. Maar voor je stopt met lezen: 't is meer dan dat. Echt wel. Zombie's zijn blijkbaar hip om de één of andere reden, getuige het succes van graphic novel en tv-serie 'The walking dead' en meerdere Hollywood-vehikels. Max Brooks (zoon van Mel) hield zich al langer bezig met zombie's maar in plaats van het genre verder uit te melken met meer bloederige actie en kwijlende vleeseters, gebruikt hij het als kapstok voor een schets van de hedendaagse geo-politieke en maatschappelijke situatie. Klinkt vergezocht? Dat is het niet. Een zombievirus duikt plotseling op en hoewel niemand er in eerste instantie geloof aan hecht, verspreidt het zich onder de mensen. Een medewerker van de Verenigde Naties maakt nadien een rapport op, waarvan wij de boekvorm te lezen krijgen. Max Brooks gebruikt de interviews met mensen van over heel de wereld om de reacties van landen en individuen te schetsen, de conflicten tussen politici en hun visie op de problematiek scherp te stellen en de verschillen tussen culturen bloot te leggen. Natuurlijk smullen we ook links en rechts van heldendaden, neergemaaide zombie's en schrijnend leed, maar de (mogelijke) impact van een wereldwijde crisis op onze samenlevingsvorm is uiteindelijke de boeiende rode draad doorheen dit boek. Natuurlijk moet je het zombie-gegeven voor lief nemen, maar we verzekeren u nogmaals: World War Z is veel meer dan dat en heeft heel wat boeiende verrassingen voor je in petto. Wat ons betreft: ontspannende leestip met meerwaarde!

Door Gert De Bie , 15/01/2021
Met ‘Saving Fish from Drowning’ bedacht auteur Amy Tan een titel die écht doet wat het belooft: een verhaal als een quasi-absurde, tragikomische onheilsmissie. Een toon die vanaf pagina 2 al meteen wordt ingezet bij het onverwachte overlijden van het hoofdpersonage, De Chinees-Amerikaanse socialite Bibi Chen, door wiens exclusieve blik we wel het verloop van het hele verhaal zullen gaan vernemen. Door deze gewaagde romanpremisse ontstaat uiteraard een zeer uniek postuum vertelperspectief waar Amy Tan meteen alle mogelijkheden van weet uit te buiten. Door Bibi Chen met een stem vanuit het graf te laten spreken, is ze zowel de voortdurend aan- en afwezige die iedereen en alles verbindt en over iedereen en alles ongezouten haar mening geeft. Vanuit deze ironische afstand tot de andere personages lijkt Bibi Chen (of haar geest liever) zich aan confrontaties te wagen die ze bij leven waarschijnlijk geschuwd zou hebben – en net dat maakt haar nu juist tot de uitgelezen verteller voor een verhaal dat eigenlijk helemaal anders had moeten lopen… Bibi Chen overlijdt 14 dagen voor het vertrek van de door-haar-geplande groepsreis naar China en Birma (Myanmar). Haar vrienden blijven verweesd achter, maar pikken de draad vlug weer op en in haar nagedachtenis wordt de reis verder gezet. Hun reisleider en culturele ambassadeur mankerend, valt de groepsleden de ene na de andere onfortuinlijke lotswending te beurt. Het avontuur bereikt zijn crisis wanneer de groep geheel per ongeluk ontvoerd wordt door enkele milities van een obscure Birmese volksstam. Maar eind goed, al goed. Naast het relaas van een aaneenschakelijking van kolderlijke cultuurbotsingen, is ‘Saving Fish from Drowning’ ook een zeer geslaagde terreinschets van het voor de meeste van ons vrijwel ongekende politiek-volatiele Oosten. Bovendien bewijst Amy Tan met deze roman opnieuw haar meesterschap in het neerzetten van personageportretten en ervaringen die zo belevingstrouw lijken dat de lezer zich deelgenoot van het avontuur waant. Lezen is een beetje mee op reis gaan, maar bij deze reis blijven toch op z’n minst met een zeker onbehagen zitten. Op een enigszins ingetoomde manier neemt Tan ook de naïviteit en gebrekkige culturele gevoeligheid van de massatoerist op de korrel. En allen moeten we toch ergens Mea Culpa slaan. Zoals wel meerdere van haar werken is ‘Saving Fish from Drowning’ opnieuw een verrukkelijk staaltje Chinees-Amerikaanse fusionkeuken waarbij de elephant in the room – het antwoord op de whodunnitqueeste naar de omstandigheden van Bibi’s dood – slechts als bijgerechtje geserveerd wordt. Nederlandse vertaling: ‘Vissen op het droge helpen’
Door Linde De Vos , 22/02/2021
Ook in The Gameshouse wist Claire North ons helemaal mee te zuigen en levert ze weer een spannende, vlot lezende roman af waarin tussen de regels ook wat over onze samenleving te leren valt, voor wie dat wil. Intussen zijn er weinig (vrouwelijke) auteurs die zo prominent in onze boekenkast vertegenwoordigd zijn en nog minder van wie we het hele oeuvre lazen. Na 7 romans weten we wat Claire North haar stokpaardje is: ze schrijft (razend) spannende romans, met heel de wereld en de menselijke geschiedenis als decor, en gaat vanuit een magisch-realistisch (of noem het fantasy) blik aan de slag met de machinaties achter het menselijk handelen. Het zij een geest die van mens naar mens overspringt ('Huid' - het idee vind je ook terug in David Mitchell's Geestverwantschap), het zij een geest die telkens in een nieuw lichaam herboren wordt (haar geniale debuut De eerste 15 levens van Harry August (verscheen ongeveer gelijktijdig met 'Tijdsmeters' van David Mitchell, waarin een soortgelijk concept gebruikt wordt), het zij een vloek die de drager fysiek achtervolgt (The Pursuit of William Abbey), het zij Pietje De Dood die met zijn slachtoffers gaat praten (The end of the day). Telkens gebruikt ze dat gegeven om spanning en plot te creëren, maar licht ze ook een tipje van de sluiter om existentiële twijfels, maatschappelijke problemen of relevante vragen boven te halen. Subtiel, maar daarom niet minder aanwezig. In The Gameshouse is heel de wereld een spelbord en vallen regimes, sterven bankdirecteurs, vluchten volkeren of bombarderen piloten omdat ze pionnen in het spel van spelers zijn. Nadat we in de 2 eerste novelles kennismaken met 2 spelers en het concept van The Gameshouse, krijgen we in de slotnovelle een daverend eindspel dat gepaard gaat met flitsende actie, maar evenzeer relevante vragen over hoe rationeel menselijk handelen is, en waar het met de wereld naartoe moet. Yep, met smaak verorberd, op naar de volgende van Claire North.

Door Gert De Bie , 25/04/2021
Yep, dit is John le Carré in bloedvorm: tot in de puntjes verzorgd, strak uitgewerkt, sublieme opbouw, stevige plot en veel menselijkheid. George Smiley - die we intussen kennen als ware het een gezellige (?) nonkel - gaat op zoek naar een Russische mol in de Britse geheime dienst en doet dat met een indrukwekkend mix van vastberadenheid, omzichtigheid, geduld en doortastendheid. Gestaag krijgt je als lezer alle nodige achtergrond waarbinnen de plot zich ontrafeld: de missies die gesaboteerd werden, de mogelijke verdachten, mislukte pogingen om de mol te vinden, .... Wat ook nu weer de kracht van le Carré's spionageroman uitmaakt is dat het niet om een romantisering van het spionnenbestaan draait, noch om een verheerlijking van de geheime dienst, maar dat het een raak, treffend en ontnuchterend relaas is over spionnen die als radertjes in de machine van de geheime dienst vermorzeld worden, mensen die genadeloos de tol betalen voor politieke keuzes en ondanks alles hun idealen en geloof in hun vaderland overeind proberen te houden.

Door Gert De Bie , 11/06/2021
Hopla, weer een Claire North achter de kiezen, weer met genoegen gelezen. Niet haar beste, maar we kunnen nog steeds stellen dat elk boek van Claire North bovengemiddeld goed is. Misschien dat ze in Notes from the Burning Age verhaaltechnisch wat teveel hooi op haar vork neemt: het boek is én een dystopie én een spionageroman én een zoektocht naar de positie van de mens als soort op deze aardkluit én een portret van twee personages die diametraal tegenover elkaar staan maar in (filosofische) gesprekken elkaars overtuigingen aftasten. Knap gedaan, goed uitgewerkt en zoals steeds erg vlot geschreven. Maar North lijkt zoveel in dit boek gestoken te hebben, dat we er niet helemaal in slaagden om mee te voelen met de personages of meegesleept te worden in het verhaal. Niettemin geen spijt dat we het lazen: ook nu weer lanceert North rake ideeën en blijft ze spelen met wat er achter onze menselijke handelingen zit, waarom en waarin geloven we en is het nodig dat dat geloof gegrond is in waarheid? Jammer dat ik er niet helemaal in geraakte, want North heeft altijd wat te vertellen en doet dat steeds op een leuke/originele manier.

Door Gert De Bie , 03/09/2021
De quotes op de kaft liegen er alvast niet om: "Scenes of sustained action" (zelfs sommige scènes achter een bureau zijn beklijvend) "A gripping plot of devilish complexity" (doordacht, verrassend en helder uitgewerkt) "A kaleidoscope of memorable characters" (ook de bijrollen hebben een gezicht) Dus is dit misschien wel onze favoriet uit de Smiley-reeks: 664 meeslepende bladzijden over de Britste geheime dienst (The Circus) die probeert recht te krabbelen nadat ze (in de vorige roman 'Tinker, Tailor, Soldier, Spy') helemaal op apengaten lag door intern verraad. George Smiley zit ditmaal aan het roer en probeert de dienst weer op het juiste spoor te krijgen en een stap dichter bij de Russische spion Karla te komen. Opnieuw is het de combinatie van spanning, politiek, spionage, maar bovenal menselijkheid die van The Honourable Schoolboy een uitstekend, meeslepend en beklijvend boek maakt. De grote meneren aan het schaakbord mogen nog zo doordacht hun zetten doen: uiteindelijk zijn het kleinmenselijke kantjes, individuele karakters of regelrecht opportunisme die bepalen waar de stukken vallen. Heerlijk leesvoer.

Door Gert De Bie sinds 740 dagen
Zo, dat was dat, de volledige Karla-trilogie van wijlen John le Carré achter de kiezen. De meester van de spionage-roman is na het verslinden van dit slotluik nog verder in onze achting gestegen. Een gepensioneerde Smiley wordt terug naar het Circus geroepen na de moord op één van zijn oude agenten, een Russische ex-generaal. Hoewel niet terug in dienst, krijgt hij wel het fiat om de zaak te onderzoeken, wat hem opnieuw op het spoor van zijn nemesis Karla brengt. Met de hulp van andere oudgedienden ontwikkelt zich een zenuwslopende zoektocht. Het pensioen van Smiley en de veranderde politieke en maatschappelijke tijden geeft le Carré de ruimte om terug te blikken en zijn personages te laten contempleren over die veranderingen en het leven zelf. Opnieuw toont John le Carré zich een meester in het schetsen van karakters: mensen in al hun grootsheid, maar nog meer in al hun menselijkheid. Smiley's People is een waardige, schitterend uitgewerkte afronding van de trilogie, waar het grote heldendom opnieuw zorgvuldig vermeden wordt in een strijd die vooral slachtoffers eist: fysiek en psychisch. Een slotstuk waarbij de vraag wat een overwinning is centraal staat en hoe tragiek ieders leven binnensluipt, zelfs de voorvechters van de grootste idealen. Hadden we al gezegd dat we fan zijn. Er rest ons nog slechts één Smiley-verhaal (The Secret Pilgrim uit 1990) en dat vinden we nu al jammer.

Door Gert De Bie , 16/12/2021
Een andere tijd en plaats en ik had dit boek waarschijnlijk wat gunstiger beoordeelt. Dat Orwell schrijven kan, hoeft hier geen betoog, noch dat hij immer relevant is. Die 'is' mag je als sleutelwoord zien: Orwell's romans en essays over klassenverschil, kapitaal en hoe die het leven bepalen, schetsen ook vandaag nog een helder beeld van kansen die wel of niet gegeven worden in het leven en wat dat met een mens doet. In 'Houd de sanseferia hoog' vertelt Orwell over Gordon Comstock, die - hoewel hij in theorie voldoende kansen heeft - vastbesloten is niet aan de geld-god toe te geven en daar een koppige, aanstellerige levenshouding van maakt. De mislukte dichter verglijdt zo in apathie, armoede, halsstarrigheid en vervreemdt steeds meer van zijn luttele resterende vrienden en familie. Het staat Orwell toe om de context van armoede te schetsen en de sociale en fysieke gevolgen ervan te bespreken. Dat daar de nodige ironie aan hangt omwille van Gordon zelf, die niet in armoede verzeilt omdat hij niet anders kan, maar omdat hij wil, werkte me echter regelmatig op de zenuwen. Misschien ligt die irritatie in het soms groteske verzet van Gordon tegen de dingen des levens zelve: Gordon wil niet buigen voor welke maatschappelijke conventie dan ook en doet er uitermate lang over om in te zien dat individualiteit en vrijheid niet alleen in verzet en rebellie hoeven te zitten, maar dat er massa's rust in aanvaarding te vinden is, waarnaast ruimte voor individualiteit en zelfs rebellie blijft. Enfin, herkenbaar dus. Misschien dat daar een grond voor onze ergernis te vinden is. Edoch. Lezenswaardig.

Door Gert De Bie , 04/02/2022
Zo, ons afscheid van George Smiley is definitief. Met 'The Secret Pilgrim' schreef wijlen John Le Carré zijn achtste en laatste verhaal over de bescheiden, sympathieke, schijnbaar verlegen maar doortastende meesterspion in dienst van het Circus. In dit laatste boek wordt de gepensioneerde Smiley door een lesgever (Ned, the secret pilgrim) van de geheime dienst gevraagd om zijn studenten toe te komen spreken. De toekomstige spionnen mogen zich laven aan de levenslessen van de legendarische spion. John Le Carré gebruikt het format om Smiley in korte stukken de balans van zijn carrière op te laten maken, terwijl Ned tijdens de verhalen mijmert over zaken waarmee hij en Smiley - al dan niet samen - afrekenden. Zo wordt The Secret Pilgrim een enorm genietbaar boek voor kleinere en grotere afgehandelde zaken, waarin wederom menselijkheid de boventoon viert en ook de grote veranderingen (de val van het communisme in Rusland) niet door politiek of ideologie teweeg gebracht worden, maar door mensen. Een heerlijk lofdicht aan George Smiley, aan zijn collega's - weggedoken op terrasjes achter hun kranten, aan mistige, Berlijnse nachten, aan het genre waarin John Le Carré zijn meesterschap keer op keer botvierde en dat samen met het verdwijnen van de koude oorlog op zoek moest naar een nieuw élan. Genoten, 8 boeken op rij. (Enfin, de tweede was beduidend minder. 7 boeken op rij. Enfin, niet op rij dan. En de Karla-trilogie was ronduit indrukwekkend. Maar dat zeiden we al) :)

Door Gert De Bie , 08/02/2022
Verhalenbundels beoordelen is een beetje een ondankbare taak. Zelden halen alle verhalen hetzelfde niveau. Beoordeel je dan het gemiddelde of het beste van zo'n bundel? Wat ben je al vergeten als je 26 verhalen leest en nadien een recensie uit je vingers tovert?
Enfin, laat ons akte nemen van die nuances en gewoon verder doen.
Shirley Jackson heeft een vlotte, rake en heldere pen. In sommige verhalen heeft ze na 2 zinnen een spanningsboog opgebouwd die je niet meer loslaat, in andere verhalen weet ze met een openingszin een hele wereld te scheppen. Steeds zijn haar verhalen rechttoe rechtaan en kennen ze een snelle opbouw, soms ook een even snelle ontwikkeling.
Vele verhalen hebben een huislijk karakter, maar dat maakt ze noch braaf, noch saai, noch voorspelbaar. Het kopen van een ons boter kan een hele context meegeven, een gesprek met de buurvrouw verklapt alles over de sociale ladder, .... Shirley Jackson fileert de samenleving met een scherpe blik. Soms serveert ze licht absurde plots, dikwijls hebben haar verhalen iets beklemmends, vervreemdend of ronduit angstaanjagend.
Op haar best vinden we Jackson als ze in verhalen over schijnbaar onschuldige, dagdagelijkse situaties met een messcherpe pen genadeloos maatschappelijk onrecht weet bloot te leggen en zowel haar personages als de lezer met ongemak achter laat.
Dat geeft het gros van haar verhalen meteen ook tijdloze relevantie.
Straffe pen, straffe madam, straffe verhalenbundel!

Door Gert De Bie , 11/07/2022
U weet wel dat we sinds 'Station Eleven' een flinke boon hebben voor Emily St. John Mandel.
Hoewel
we opvolger The Glass Hotel een beetje ontgoochelend vonden en over
voorganger The Singers Gun ook niet helemaal enthousiast waren, vielen
we zo voor Station Eleven dat de auteur nog heel wat krediet bij ons
heeft. We stonden dan ook te springen toen Sea of Tranquility (vertaalt
als Zee van rust) verscheen.
In Sea of Tranquility vangt Emily
St. John Mandel aan met 3 verhalen van verschillende personages over een
tijdsspanne van 300 jaar. Nog eens 100 jaar later en een hoofdstuk
verder, begint de lezer grip te krijgen op hoe de verhalen met elkaar
interageren.
In haar heerlijk vloeiende stijl weeft Emily St.
John Mandel een goed opgebouwd, vlot leesbaar en goed doordacht verhaal
in elkaar dat polst naar de maakbaarheid van ons bestaan, dat zoekt naar
de ultieme toetssteen van de realiteit en dat speelt met de gevolgen
van tijdreizen.
St. John Mandel schreef Sea of Tranquility
tijdens de Covid 19-Pandemie en weeft de context daarvan moeiteloos door
haar boek (sinds Station Eleven had ze pandemies eigenlijk al in haar
pen).
Bovendien krijgt Sea of tranquility ook een laagje metafictie
mee en toont het boek opnieuw aan hoe St. John Mandel moeiteloos en
ingenieus haar verhaal in elkaar puzzelt.
Een kritische slotnoot?
Hoe graag zouden we hier nog aan toevoegen dat wát St. John Mandel te
vertellen heeft over tijd, realiteit of de echtheid van het bestaan van
hetzelfde niveau is. Maar dat is vooral degelijk. En goed gedaan. Maar
net niet meer dan dat.
Op naar de volgende, want op die
kritische toon willen we niet eindigen: aangenaam en bovengemiddeld goed
is Sea of tranquility absoluut!

Door Gert De Bie , 21/08/2022
In 'Ithaca' vertelt Claire North het verhaal van Penelope, die - wachtend op de thuiskomst van haar man Odysseus (yep, die van dat paard) - zijn koninkrijk probeert veilig te stellen.
Tussendoor poogt ze haar zoon Telemachus op te voeden, houdt ze ongedurige aanbidders die azen op het koninkrijk op afstand en zoekt ze een veilige positie binnen de fragiel gebalanceerde Griekse politieke machtsstrijd. Als lezer kijk je mee door de ogen van Hera, godin-moeder en echtgenote van Zeus en wordt je stevig met de neus op de sterk patriarchale gesloten machocultuur van het Oude Griekenland met zijn oorlogshelden gedrukt.
Claire North schrijft dit alles met vlotte, snelle pen en met heel wat aandacht voor de aspiraties, achterliggende redenen en motieven van al haar personages. Dat maakt van Ithaca een subtiel geweven boek vol intriges, plotwendingen en spanning.
Waarom maar drie sterren voor zo'n boek? Omdat we Claire North tot nog toe een volstrekt originele auteur vonden, met een eigen stem, eigen thematiek en verrassende, frisse, meeslepende en vlot geschreven boeken vol spanning en toch niet geheel vrijblijvend.
Dat ze de mythe van Odysseus herschrijft, doet daar een beetje aan af, vinden we. Al doet ze dat natuurlijk goed en weer met frisse stem. Laat daar geen twijfel over bestaan.
Wil je een goed boek lezen of op originele manier kennis maken met de mythe van Odysseus? Lezen die handel.
Wil je Claire North leren kennen als heerlijk, volstrekt origineel auteur? Lees The First Fifteen Lives of Harry August of The Gameshouse

Door Gert De Bie sinds 11 maanden en 22 dagen
Cory Doctorow kan schrijven, doet dat niet vrijblijvend en steekt behoorlijk wat vaart, actie en spanning in zijn boeken. Little Brother vinden we nog steeds één van de meest verrassende, beklijvende en relevante boeken die we de afgelopen jaren ontdekten: het jongvolwassenen-genre overstijgend, maar wel snel, toegankelijk, spannend en beklijvend.
Dat we ooit Homeland (Little Brother #2) gingen lezen, stond in de sterren geschreven, maar dat we er niet zo van onder de voet als van Little Brother #1 gingen zijn, eigenlijk ook.
Ook nu komt hacker & IT-nerd Marcus weer temidden protesten, schimmige overheidsorganisaties, corrupte agenten en gelekte documenten terecht in een Californië dat meer op een fascistiche politiestaat lijkt dan op de vrije blije hippiestad die we in het achterhoofd hebben.
Ook nu zijn het de onbegrensde mogelijkheden van het internet, de solidariteit onder hackers en het potentieel van technologie die Marcus en zijn vrienden (en de rechtvaardigheid?) ondanks alles overeind houden.
Is het omdat we de formule al kenden dat we wat minder onder de indruk waren? Of zijn de plotwendingen die Doctorow in Homeland gebruikt echt wel simplistischer? Het boek is goed geschreven en we lazen het graag, maar de lat die Doctorow met Little Brother legde, wordt niet gehaald.
Extra lof krijgt de auteur wel voor de activistische en oprechte pamfletten die hij achteraan het boek toevoegt. Daarin wijst hij lezers de weg naar de technologie die privacy kan beschermen of laat hij (wijlen) Aaron Swartz en Jacob Appelbaum aan het woord om de lezers erop te wijzen dat de dingen die in Homeland gebeuren, ook feitelijk bestaan en plaatsvinden. Activisme en literatuur hand in hand, dat stemt ons vreugdevol.
Ons leeshart maakte een vreugdesprongetje toen we ontdekten dat er een door Erik Kriek geïllustreerde uitgave van werk van Joseph Moncure March aankwam.
We lazen eerder zijn wervelend prozagedicht 'The Wild Party', in een door Art Spiegelman geïllustreerde versie, en zijn daar nog steeds razend enthousiast over. Beat poet & cultheld William S. Burroughs zei trouwens dat The Wild Party hem inspireerde om schrijver te worden.
The Set-Up is een lang verhalend gedicht over het wedervaren van bokser Pancy Jones die na een tijd in de gevangenis weer de ring intrekt. De titel laat al vermoeden dat het niet om een glorieuze wedstrijd om het wereldkampioenschap gaat, maar een rauw gevecht wordt in een groezelige, verweerde bokszaal vol schimmige figuren, zweterige lijven en heimelijke afspraken.
Joseph Moncure March slaagt er in de rauwe bokserswereld in ritmische, snedige taal tot leven te wekken. De korte, wat ruwe maar smakelijke zinnen lijken zo uit de Bronx te komen en schetsen duidelijk de rand van de samenleving waaruit ze vandaan komen.
De rake en spitse tekst sleurt je helemaal mee naar de versleten kleedkamers en wankele tribunes, de verschaalde geur van spuwbakjes zweemt tussen de witregels en bokserszweet lijkt zo van de bladzijden te spatten. Wanneer Pansy de ring induikt, kan je al lezer de mokerslagen voelen landen. Zo wordt je pijlsnel en genadeloos mee naar een strakke, confronterende plot gesleurd. Straf.
Ook als confronterend tijdsdocument kan The Set-Up gelden. Pansy is een zwarte bokser en het boek dateert van 1928. Meer hoeven we daarover niet te zeggen, me dunkt.
Indrukwekkend.

Door Gert De Bie sinds 10 maanden en 9 dagen
(We lazen een toneelbewerking die niet meer beschikbaar is) De vrouw van het zand is een fascinerende en bevreemdende situatieschets uit 1962 van de Japanse auteur Kobo Abe. Een man die op zoek is naar zeldzame insecten besluit te overnachten in een dorp in de duinen. De inwoners van het dorp moeten dagelijks zand ruimen om te voorkomen dat de duinen hun woonplaats opslokken. De man ziet daar het nut niet van in en raadt zijn gastvrouw aan in opstand te komen. Daarin ziet zij dan weer geen graten, wat leidt tot een existentialistische dialoog over de zin en onzin van lots-aanvaarding. Smakelijke tekst die beklijft en meer vragen oproept dan antwoorden geeft. Zo moet dat met een goed boek, zeker?

Door Gert De Bie sinds 8 maanden en 24 dagen
Cult-klassieker uit 1915. Richard Hannay ontmoet zijn bovenbuur in het hotel wanneer die een beetje verward bij hem aanklopt met de woorden Kan ik hier even blijven, ik ben namelijk net overleden. Blijkt dat de man een groots complot op het spoor is en poogt zijn belagers te ontvluchten. Als Richard hem daags nadien vermoord aantreft, neemt hij zelf het initiatief om het complot te onthullen en slaat hij op de vlucht. Het begin van een heerlijk spannend achtervolgingsverhaal met een strakke plot. Leest als een trein en werd verfilmd door Alfred Hitchcock. Aanrader.

Door Gert De Bie sinds 8 maanden en 24 dagen
Geoffrey Household publiceerde dit klassiek geworden vluchtverhaal in 1939, toen de komst van de Tweede Wereldoorlog onomkeerbaar was. Een Brit wil 'gewoon voor de sport' kijken of hij erin zou slagen een Europese dictator neer te schieten. Hij wordt echter door de lijfwacht gegrepen & gemarteld, maar blijft erbij dat hij nooit van plan was echt te schieten. Ze gooien hem van een klif, maar hij overleefd wonderwel en slaat op de vlucht. Household sleept je mee in een heerlijk uitgewerkt en doordacht kat en muisspel tussen de vluchteling en zijn belagers. Overgoten met een politiek sausje en intelligent en vlot geschreven, is Rogue Male een terechte klassieker en een sterk staaltje ontspanningsliteratuur.
Terwijl ze - op de trein van Amsterdam naar
Berlijn - de Duitse grens naderen, ontmoeten verteller William Bradshaw
en de nerveuze, pruikdragende Arthur Norris elkaar. Het begin van een
vriendschap tussen beide heren en voor de lezer de start van een
zoektocht naar wie die ietwat vreemde Meneer Norris wel is en waarom en
hoe hij zich door het leven beweegt.
Isherwoord neemt ons mee naar
het vooroorlogse Berlijn waar de spanning soms te snijden is: regeringen
wisselen elkaar af, communisten en fascisten strijden (ook fysiek) om
de macht en de bevolking leeft in onzekerheid.
Tijdens de lezing
vonden we Meneer Norris neemt de trein vooral een sympathieke
vertelling: ietwat traag op gang komend, licht mysterieus, maar leuk met
een schattige of soms zelf aandoenlijke protagonist als Norris in de
hoofdrol. Nu we wat meer informatie over het boek verzamelden, weten we
dat Isherwood het verhaal op eigen ervaringen baseerde en wordt de
impact van de achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt groter.
Sommige personages zijn op bestaande figuren gebaseerd en de context van
de politieke veranderingen in Berlijn is confronterend. Dan vinden we
het zelf een gek contrast dat we hierboven woorden als 'schattig' en
'aandoenlijk' gebruiken, maar toch klopt dat helemaal.
Vraag is
dan of die pittige achtergrond het niet helemaal binnen kwam bij ons als
lezer omwille van de stijl, of omdat we niet met de nodige aandacht
lazen. Hoewel zijn boek goed ontvangen werd en goed verkocht, was
Isherwood achteraf ook kritisch voor zichzelf en suggereerde hij dat
zijn hart niet helemaal in het boek lag en dat hij 'wat vals gespeeld
had' met de uitgangspunten van zijn ervaringen. Misschien is dat net wat
we als lezer 85 jaar na publicatie ervaarden.
Dat allemaal
gezegd zijnde, is Meneer Norris neemt de trein een fijn tussendoortje.
Niet noodzakelijk als niet te missen leesvoer, wel prettig en goed
geschreven.

Door Gert De Bie sinds 8 maanden en 19 dagen
Wauw.
Zelden lazen we een boek met een titel die zo mooi en treffend de lading dekt en nooit lazen we zo graag al dan niet gefictionaliseerde biografische portretten die zo dicht bij de kern van hun onderwerp komen als in dit bijzondere boek. Een originele opzet die uitmuntend uitgevoerd werd.
In 'But Beautiful: A book about Jazz' schetst Geoff Dyer 7 portretten van grote namen uit de jazzgeschiedenis (Lester Young, Thelonious Monk, Bud Powell, Ben Webster, Chet Baker, Art Pepper en Charles Mingus) en wisselt die portretten af met een doorlopend relaas uit de legendarische roadtrips van Duke Ellington & Harry Carney.
Geoff Dyer streeft niet naar een historische opsomming van feiten of een biografisch levensoverzicht, maar zoekt in al dan niet geficitionaliseerde scènes uit de muzikanten hun bestaan naar de kern van hun wezen, de vonken van hun creativiteit en de tragiek aan de keerzijde van de medaille.
Daarin komt de titel mooi uit de verf: 'But beautiful' verwijst naar de schoonheid, de passie en de intensiteit van de muzikale erfenis van de beschreven jazzgrootheden, terwijl de beschreven scènes vooral focussen op de tragiek van hun levens: verslavingen, agressie, veroordelingen, de onmogelijkheid om relaties aan te gaan, ...
Geoff Dyer laat de muzikanten aan het woord via historisch gedocumenteerde quotes, verantwoordt de uitgewerkte scènes door encyclopedisch en historisch opzoekwerk, maar liet zich vooral inspireren door foto's en beelden uit hun levens. Dat geeft hem de nodige vrijheid om de scènes literair uit te werken en de klemtonen te leggen waar hij zelf wil.
De timide zachtheid van Chet Baker, de woeste, muzikale, verbale of fysieke agressie van Charles Mingus, het alcoholmisbruik van Lester Young, de schizofrenie/psychose van Bud Powell en de machteloze muzikant die daar uit groeit: allemaal brengt hij het met veel mededogen en respect voor mens en muzikant in beeld.
Dat maakt van But Beautiful een erg bijzonder boek: tragisch maar mooi, intens en vlot leesbaar, triest en leerrijk en zelden had ik het gevoel zo dicht bij de essentie te komen van beschreven lezers. Hoed af.

Door Gert De Bie sinds 4 maanden en 11 dagen
Nathalie Sarraute was haar tijd ver voorruit. Begin jaren '30 schreef ze haar Tropismes, die uiteindelijk pas in 1957 hun weg naar het grotere publiek vonden (na een amper opgemerkte publicatie eind jaren '30) en toen - in eerste instantie minachtend en smalend - bij de 'nouveau roman', gerekend werden; een strekking waarbij het niet altijd meer rechttoe-rechtaan om plotlijnen of uitgewerkte personages ging en waar de literaire wereld niet meteen een weg mee wist.
In Tropismen krijg je als lezer 24 stukjes voorgeschoteld die literair prikkelen en waarmee de auteur "innerlijke roerselen" probeert vast te leggen "die snel naar de grenzen van ons bewustzijn glijden".
Het resultaat is een smakelijk lappendeken aan teksten die de ene keer vanuit het niets de essentie van het leven lijken te willen vatten, de andere keer de kern van literatuur proberen te grijpen of soms gewoon stilistische, net niet grijpbare pareltjes zijn. Hier en daar proef je toch een welhaast afgewerkt kortverhaaltje.
Speels, verrassend en op een vreemde manier zelfs coherent. Mooi.

Door Gert De Bie sinds 1 maanden en 11 dagen