Artikel toegevoegd aan uw winkelkar
Tanizaki staat bekend als de grootmeester van de vooroorlogse Japanse
letterkunde. Een grote baas in kimono die lange boeken schrijft onder
kersenbloesembomen, zo stelt men zich hem vaak voor.
Men zou daarom niet
verwachten dat een boek als Kruisende Lijnen, een
lange monoloog over een lesbische liefde tussen een getrouwde vrouw en
een femme fatale, van zijn hand zou komen. Voor mij is het eigenlijke
wonder dat dit boek zo relevant is na honderd jaar. De verteller is een
getrouwde vrouw die plotsklaps verliefd wordt
op een meisje uit haar schilderschool. Wat volgt is een avontuur van
verleiding dat leidt tot een driehoeksrelatie vol manipulatie. Hoewel je als lezer de klagerige ik-verteller in het echte leven liever ver van je bed houdt, wordt haar personage nooit vervelend. Bovendien laat de regelmatige tussenkomst van het
'auteur'-personage de dingen af en toe van een ander licht zien, wat je als lezer ademruimte en perspectief geef.
Gelukkig heeft het boek ook de perfecte lengte zodat het verhaal weinig
kans krijgt om klagerig te worden: het boek sleurt je genadeloos mee doorheen de gedoemde liefdespassie van een getrouwde vrouw.
Het boek blijft helemaal overeind omwille van het verhaal zelf, de Japanse stijl, de oriëntaalse context is slechts9789020417012 een dankbaar extraatje. Absoluut een aanrader voor iedereen die eens iets wil
lezen van Tanizaki!
25/01/2023
Schone
slaapsters is bij verre het beste boek dat ik tot nu toe van Yasunari
Kawabata, de eerste Japanse nobelprijswinnaar, gelezen heb; omdat het
geen typische Kawabata is. Kawabata staat bekend als de belichaming van
de stereotype, ietwat oriëntalistische, Japanse wabi-sabi esthetiek van
'vaagheid' en 'onbepaaldheid'. Bij de ontvangst
van zijn nobelprijs kwam hij volledig gekleed in traditionele Japanse
kleding, de wereld zag heb als de belichaming van het exotische eiland
van de opkomende zon. Zijn werk staat vol met mistige
natuurbeschrijvingen, onbepaalde uitspraken, incestueuze relaties
en onuitgesproken motieven die dan verkocht worden als reflecties op
het boeddhisme en de Japanse Geest. Vooral die eerste drie aspecten zijn
in dit werk afwezig, of tenminste naar de achtergrond verdreven, naar
mijn mening met positief effect. In Schone slaapsters
lezen we namelijk het verhaal van de oude man Eguchi die op bezoek gaat
bij een 'kuis bordeel', een huis waar jonge meisjes in een diepe slaap
gebracht worden om vervolgens te dienen als 'eye-candy' voor oude mannen
zoals onze Eguchi. Wat er ook gebeurt, de
mannen hebben geen toestemming om de meisjes aan te raken, maar ze
mogen welk naast de meisjes in slaap vallen. Het boek bestaat uit een
interne monoloog waarin het hoofdpersonage reflecteert over zijn
verleden, de jeugd en de dood. Regelmatig haalt hij herinneringen
boven van zijn seksueel verleden terwijl hij kijkt naar de lichamen van
de jonge meisjes. Deze passages zijn de kern van het boek en nemen
steeds een andere vorm aan in elk hoofdstuk. Maar naast de prachtige
passages, die trouwens heerlijk vertaald zijn, leunt
het plot zich ook tot nadenken. Het is een plot dat doet denken aan de
boeken van Yoko Ogawa. Hoe komen die meisjes in die slaap terecht?
Waar komen deze meisjes vandaan? Wat doen de andere klanten met
deze meisjes? De plot maakt het boek tot meer dan alleen fetisj.
Als je nog nooit iets van Kawabata gelezen hebt, zou ik hier beginnen.
25/01/2023
Wie José Saramago leest krijgt een unieke vervlechting van de grootste parameters in de literatuur voorgeschoteld: inhoud en stijl als werkelijk één geheel. De stijl bestaat bij Saramago uit lange, dansende zinnen waarin interne monoloog, dialoog en vertelling naadloos in elkaar overgaan binnen dezelfde zin, waardoor er subliem gevulde pagina's ontstaan van grote alinea's die lijken te suggereren dat Saramago's universum geheel gevuld is met woorden. De inhoud verhaalt zich in zijn boeken steeds als een interessant conceptueel experiment, zoals in De stad der blinden, waar hij de vraag stelt: wat als er een besmettelijke ziekte rondwaart die ons blind maakt? In Alle namen is dit thema iets complexer, wellicht minder briljant, maar alsnog geniaal: Meneer José werkt op een bureau van het Algemene Archief van de Burgerlijke stand, waar alle namen, geboorteplaatsen en -data verzameld worden in enerzijds een archief van de levenden, en eens mensen sterven overgeplaatst worden naar het archief van de doden. Saramago werkt dit thema theoretisch zo uit dat we de indruk krijgen dat het archief werkelijk alle data van iedereen bijhoudt, van de hele wereld, uit heel de geschiedenis, wat het archief een soort metafysische, bijna absurde, dimensie geeft. In feite doet de setting van dit boek me ook denken aan de films van Wes Anderson, maar dan met een stevige cinematografische kleuring door Tim Burton. Zoals we ons van een archief kunnen inbeelden, is het geordend op een misselijkmakend logisch-hiërarchische structuur die eerder aanvoelt als een labyrint dan als een systematisch geheel. Labyrintisch is ook de zoektocht die José Saramago doormaakt wanneer hij plots een buitengewone interesse krijgt in de gegevens van een vrouw wiens personeelsfiche onvolledig blijkt. Als een journalist gaat hij op zoek naar haar thuisadres, waardoor hij in feite reeds de grenzen van zijn bevoegdheden als medewerker van de Burgerlijke Stand overschrijdt, maar kan haar niet vinden. Wat volgt is een obsessieve zoektocht door de dwaalwegen van archief en stad, naar een vrouw die hij nooit gekend heeft. Een vrouw waarvan hij zelfs niet weet of ze nog leeft. Saramago's stijl is, zoals ik net al zei, de vervollediging van dit 'zoektocht'-thema. Mr Josés kronkelende zoektocht spiegelt ons pad door Saramago's dronken proza dat gevuld is met filosofische beschouwingen over het leven en de dood, de betekenis van namen, de aard van het onderzoek en het nut van de archivistiek. Volgens mij maakt Alle namen een prototypisch onderdeel uit van Saramago's werk, hoewel het in de schaduw staat van kaskrakers zoals Stad der blinden. Voor elke Saramago fan, zeker de moeite waard!
26/11/2022
Hoe schrijf je een biografie over een figuur met enorm historisch belang maar een weinig spectaculair leven? Dat is de vraag die ik mezelf zou stellen wanneer ik een biografie van Willem van Oranje, vader des vaderlands van onze noorderburen, zou schrijven. Oranje was in de kern een man van adel en bedreef zich in de twee grote bezigheden die van edellieden op dat moment verwacht werden: oorlog en politiek. In zijn beklijvende boek beschrijft van Stipriaan in groot detail al de veldtochten, vergaderingen, politieke intriges en diplomatieke missies die Oranje in die bedrijven uitvoerde. En uit al die details blijkt dat hij als politicus niet veel verschilde van onze eigen politici. Hij was een man met grote ambities, maar doorgaans met te weinig geld, waardoor het grootse deel van zijn plannen faalden of onuitgewerkt bleven. Die geldnood dwong hem om politieke compromissen te sluiten, in zee te gaan met partijen die hij liever ontweek. Daardoor is De Zwijger in wezen een lange verhaling van Oranjes lange worsteling met zijn eigen financiering, de louche banden die hij onder naam van geld moest aangaan en al de politieke irritaties die hij leed door zijn noodgedwongen nauwe samenwerking met al de complexe politieke organen van de Nederlanden. Hoewel het verhaal mij soms wat repetitief werd, heeft het wel belangrijke stereotypen die ik had rond Oranje doorprikt, wat bij mannen die de titel 'vader des vaderlands' dragen vaak neerkomt op een grondige nuancering van de mythe. Oranje was niet zo larger than life als de Nederlandse geschiedschrijving ons wil doen geloven. Hij was een zoekend, pragmatisch man, zoekend tussen godsdiensten, tussen bondgenoten, tussen sponsors, tussen familieleden. Hij koos steeds de meest rationele weg die hem het meest voordeel bood, en is daarmee een voorloper van de moderne machtspoliticus, wat de occasionele verveling bij mijn lezing volgens mij verklaart. Aan de ene kant is dit boek een uitgebreide, uitstekend onderzochte biografie van een belangrijk historisch figuur uit de Nederlandse en zeker ook 'Belgische' geschiedenis, maar aan de andere kant is het ook een biografie van een moderne machtspoliticus, en dat is niet meteen mijn favoriete genre. Niettegenstaande, zeker een aanrader voor alle mede geschiedenisnerds!
26/11/2022
Paddenstoelenliefhebbers aller landen verenigt u, want hier is na Verweven leven van Sheldrake het tweede grote paddenstoelenboek dat in uw boekhandel ligt: De paddenstoel aan het einde van de wereld - Leven op de ruïnes van het kapitalisme van A. L. Tsing. Ditmaal geen boek van een bioloog, maar van een antropologe, wat voor een frisse nieuwe blik op het verweven leven zorgt. Beide titels nemen wel hetzelfde uitgangspunt: we leven in een verweven wereld waar niets een eiland kan zijn, in een netwerk van zowel organismen als objecten waar de mens slechts een onderdeel van uitmaakt. Maar als antropologe is Tsing vooral geïnteresseerd in de menselijke netwerken. Zij bouwt haar boek op rond één bijzondere paddenstoel: de matsutake, een paddenstoel met een geurtje (zowaar de Durian van de fungi (doerian is dat stinkende fruit, nvdr)), maar een absolute delicatesse is in Japan. Wat de matsutake bijzonder maakt, is dat hij welig tiert in natuurgebieden die ontstaan zijn door menselijke hand zoals aangeplante dennenbossen of gemeenschappelijke plukweides. Men zegt zelfs dat in het door de atoombom getroffen Nagasaki de matsutake het eerste levende wezen was dat de strijd met de straling aandurfde. Je zou bijna kunnen stellen dat de matsutake de mens 'temt' ten bate van zijn eigen overleven, wat de rollen in het antropoceen, het geologisch tijdperk van menselijke indrukken op de aarde, geheel omdraait. Zoals net gezegd is Tsing als antropologe voornamelijk geïnteresseerd in de menselijke en economische cultuur die er rond deze paddenstoel ontstaat: plukkers, koks, bosbeheerders, wetenschappers, overheidsinstanties, liefhebbers, antropologen, etc. Al deze belangengroepen vormen als het ware het organische netwerk dat net als de wortels van een fungus ongemerkt blijft voor de onoplettende waarnemer, maar ook voor het economische systeem van kapitaalaccumulatie. Net omdat deze cultuur onder de radar blijft van de grote corporaties en overheden, is ze voor Tsing een geschikt voorbeeld van hoe een samenlevingsverbond er buiten kapitalisme kan uitzien. Kortom, een boek dat oog heeft voor de veranderende wisselwerking tussen mensen onder elkaar en hoe de natuur hen stuurt, hen vrijheid geeft en ons allen leven schenkt. Voor wie na mijn theoretische inleiding toch wat afgeschrikt is, geen vrees. Tsing danst ons door deze complexe wereld in een twintigtal korte, behapbare hoofdstukjes die je makkelijk tijdens een koffiepauze naar binnen speelt!
23/03/2022
Lieke Marsman, sinds kort Dichter des Vaderlands van onze noorderburen, bracht haar debuutroman uit in 2017. En ik lees hem nu pas! Noem het slow-reading of liever schaamteloze onwetendheid, want tot voor drie weken wist ik niet eens dat dit boekje bestond. Terstond bestelde ik het boekje bij de lokale boekenboer en begon te lezen. Ik begon mijn leesproces met volle moed, maar de eerste pagina's stelde teleur. Hier maken we kennis met Ida, een vrouw medio twintig die niet weet waar haar leven heen gaat en haar verhaal doet in de ik-verteller. Ze verkeert met Robin, een studente literatuurwetenschappen die aan haar proefschrift over een Italiaanse literatuurwetenschapper werkt. Voor de rest zit ze vooral thuis en zoekt ze naar een stageplaats. De eerste pagina's vertellen ons over Ida's identiteit, haar seksualiteit, politieke meningen, eenzaamheid en onzekerheden. We lezen een verslag van haar relatie, die regelmatig spaak loopt, en haar existentiële inertie, die allesomvattend lijkt. Zo allesomvattend dat het hele boek druipt van een onvermogen tot handelen. Alles wat Ida in het eerste deel van het boek lijkt te doen, is nadenken over zichzelf en haar lief, wat leidt tot een graatmager plot. De persoon van Ida doet me denken aan Marsman zelf: Randstad, Links, driedubbele-eco-antikoloniale-trans-feministe met licht geprivilegieerde afsmaak, post-Millenial, hoogopgeleid in de letteren [Ken jezelf, auteur van dit stuk] en doordesemd met gevoelens van angst en hopeloosheid. Die gelijkenis maakt dit boek toch weer een beetje een ego-roman, iets waar de Nederlandse literatuur misschien toch al genoeg van heeft? Maar dat terzijde, wat dit boek voor mij de moeite maakte waren de filosofische reflecties. Klimaat, existentie, diezelfde inertie en Marsmans eigen schrijven komen in die beschouwingen één voor één aan bod. Marsmans formuleringen zijn hierin steeds gekruid met poëzie en ironie, wat leidt tot een heerlijk gerecht. Al bij al, een filosofische roman die in mijn ogen even goed een essay had kunnen zijn, of een ego-document, maar desalniettemin het lezen waard voor de liefhebbers!
23/12/2021
In De hemelse jager gaat Roberto Calasso, een van de meest vooruitstrevende Italiaanse intellectuelen van onze tijd, op zoek naar de grens tussen de nobele wilde en de beschaving: Wat is de rol van de jager, doorgaans symbool voor een vrij en nomadische mens, in verschillende culturen? En hoe verschuift die rol naargelang de ontwikkeling van een beschaving? Wat is de band tussen natuur en beschaving? Hoe gaat men om met het eten van vlees? Zulke vragen tracht Calasso op erudiete wijze te beantwoorden op basis van zijn brede kennis als mythograaf en cultuurwetenschapper. Calasso beschikt over een encylopedische kennis van de Griekse mythologie en cultuur, de vedische gescriften, etnografisch onderzoek en geschiedkundige weetjes. Dit boek, dat in methode niet veel verschilt van zijn allereerste boek (De bruiloft van Cadmus en Harmonia) verbindt al die kennis met elkaar op zo'n wijze dat de lezer netwerken ontdekt die hij nog nooit eerder had gezien. Op basis van korte fragmenten maakt Calasso overpijnzingen en observaties die alsmaar nieuwe vragen lijken bloot te leggen. Zo komt de enorme rijkdom en diversiteit van de Griekse mythologie perfect naar boven. Wat broodnodig is, want dat Griekse denken was verre van een monolitisch blok. Dat maakt ook dat de boeken van Calasso veel meer zeggen over mythologie dan de zoveelste hervertelling door een Engelse acteur/intellectueel. Calasso gaat er van uit dan zijn lezer bekend is met de basisverhalen en kernideën, wat hem toelaat om een veel breder verhaal te vertellen. Voor allen die op zoek zijn naar een verbreding van hun reeds belezen culturele kennis is dit uitdagende boek precies wat men zoekt!
01/08/2021
Karl Ove Knausgård, door sommigen onterecht de Noorse Proust genoemd, start zijn zesdelige autobiografie Mijn strijd op een freudiaanse wijze: bij de dood van zijn vader. Dit eerste boek van Knausgårds monsterautobiografie dat niet minder dan zes delen telt, leidt ons door zijn herinneringen aan zijn vader. Eerst vanuit het perspectief van zijn jeugd, vervolgens vanuit het perspectief van vandaag. De centrale vraag: hoe ga ik om met het verlies van mijn vader? Hoewel dit werk als autobiografie niet meer inhoud dan een oplijsting van gebeurtenissen uit het leven van een Noorse man, leest het niet als een klassieke autobiografie. De sfeerschepping sleept je mee naar het zuiden van Noorwegen, alsof je zelf je tenen afvriest tijdens een lange wandeling door de sneeuw. En de filosofische overpeinzingen waarmee Knausgård zijn werk bestrooid, maakt zijn leven het lezen waard. Op naar het volgende deel!
24/07/2021
Met The New York Trilogy verwierf Paul Auster eind jaren 80 faam als één van Amerika's grootste schrijvers. Vandaag de dag is het nog steeds één van zijn meest besproken boeken. The New York Trilogy bestaat uit drie detective novella's City of Glass, Ghosts en The Locked Room. Als we ieder verhaal afzonderlijk beschouwen, merken we meteen Austers creativiteit en intellectuele draagkracht op. Auster is een belezen schrijver, een meester van plot, maar bovenal een goede leerling van de semotiek. Maar de verhalen mogen niet louter afzonderlijk gelezen worden, want ze zijn louter het schimmenspel van het verhaal dat zich achter het boek afspeelt. Auster zou geen Auster zijn als hij ons niet zou bedriegen. Net als de drie synoptische evangeliën vertelt iedere novella met een eigen agende over hetzelfde verhaal. Iedere novella belicht dus een ander aspect van het verhaal. Dat wil niet zeggen dat hetzelfde verhaal louter herverteld wordt door de lens van een ander perspectief. Nee, in ieder verhaal haalt Auster personages overhoop, geeft hen andere namen, laat hen andere handelingen treffen, maar toch vertellen ze alle drie hetzelfde verhaal in een ander jasje. Dat bedoel ik wanneer ik zeg dat Auster geen Auster zou zijn als hij ons niet zou bedriegen. Auster is een meesterbedrieger. Hij lijkt steeds aan een nieuw verhaal te beginnen, terwijl iedere novella in wezen een variatie is op hetzelfde thema. Als Auster de meesterbedrieger is, dan is de lezer de detective, op zoek naar de intentie van de auteur, naar de onderliggende structuur van het verhaal. Maar wees niet bevreesd, de lezer hoeft al die verwijzingen en tekens niet uit te diepen. Onderdeel van Austers genialiteit is dat hij de intense complexiteit van zijn verhaal weet te bundelen in een hapklare tekst. Ook als de lezer niet iedere relatie uitdiept merkt hij dat hij iets op het spoort en beleeft hij plezier aan zijn geveinsde literaire zoektocht. NOOT: Uw boekenwinkelbaas las De New York-trilogie ook, onderschrijft de genialiteit en was erg onder de indruk van dit knap opgezette werk waarin je als lezer, net als de personages, grip verliest en gefascineerd toekijkt. Topper.
28/06/2021
Ischa Meijer. In Memoriam. In Margine. In I.M. worstelt Connie Palmen met de vraag: hoe herinner je een overleden geliefde? Hij overleed plots, Ischa Meijer, aan een hartaanval. Midden in het geluk. Midden in zijn leven. Wat schrijf je in een boek over zo'n man? Over zo'n overlijden? Over zo'n liefde? Hoe schrijf je een kroniek van een aangekondigde dood? Palmen en Meijer ontmoeten elkaar rond het jaar 90. Twee schrijvers, de één journalist, de ander van filosofie en fictie. l.M. leest als een dagboek van hun gedeelde dagen. Gestructureerd door hun reizen, hun schrijven, hun familiebezoekjes, hun verslavingen en hun liefde. Maar het boek is een memoire, noch een biografie. Het is meer dan een eerbetoon, meer dan een dagboek. Het is een roman. Palmen vertelt een waargebeurd verhaal in de stijlfiguren van een literaire roman, een knutselwerk van filosofische mijmering en anekdote geschreven in geveild proza vaan een literair vakkundige. I.M. bezit veel meer gedaantes dan we op het eerste zich zouden denken, zoals de titel ook aangeeft I.M. is een kwellend verhaal van kennismaking en verlies, van geluk en rouw. Ik was al een groot bewonderaar van Palmen voor ik dit boek las, en I.M. heeft die bewondering alleen maar vergroot. Volgens mij slaagt ze erin om op magnifieke wijze de verschijning van Ischa aan ons op te dragen, zonder dat ze die reduceert tot een luttel romanpersonage. Ischa leeft, Ischa lijdt, Ischa spreekt.
28/06/2021
Lolita van Vladimir Nabokov behoeft geen introductie. Velen kennen het als dat ene boek over pedofilie. "een moreel shockstuk" meer niet. Maar wat een vergissing als u dit boek voor die reden aan de kant zet. Nabokovs boek is een bijzonder stukje literaire acrobatie op het hoge koord van wat men mag zeggen en wat men kan zeggen. Aan de ene kant lezen we het verhaal van een verdorven pedofiel die twee jaar lang een meisje ontvoert uit seksueel verlangen. Aan de nadere kant wordt dat verhaal in zo'n mooie taal gegoten dat de lezer na een tijd niet precies meer weet wat hij leest. Nabokov beheerst de Engelse taal alsof het die van zijn moeder is, wat de stem van ons hoofdpersonage, Humbert Humbert, verheft tot één van een groot dichter. Wat te doen met een erudiete pedofiel? We zouden er bijna mee op café willen. Daarnaast is de positie van Lolita, het kind in kwestie, ook niet eenduidig dat van een slachtoffer. Wat te doen met zo'n vals slachtoffer? Trouwens, een editie met goede voetnoeten is een absolute aanrader, Nabokovs kennis van natuur, literatuur en taal is dermate extensief dat je soms geen flauw benul hebt wat je mist. In Lolita zit veel meer dan alleen de morele laag. Het is een diepgaand boek dat meerdere lezingen behoeft als we al haar laagjes voorzichtig willen wegpellen. Die gelaagdheid maakt ook dat er voor ieder soort lezer een laagje aanwezig is. Een vergeten klassieker die al even op de boekenplank stond te stoffen. Onterecht, want dit boek is relevanter dan ooit in een tijd waarin het publieke discours overladen is met preutsheid en talige steriliteit.
17/05/2021
Dit boek moet je gelezen hebben! De vergeten Griekse schrijver Kazantzakis schrijft met deze eerste roman een indrukwekkend verhaal over Zorbas de Griek, de levenskunstenaar, die . We lezen het boek vanuit de ogen van een onbenoemde filosoof. Hij schrijft een boek over de boeddha, kan alleen maar denken aan verlichting, de wereld hierboven en het verhevene. Vanuit zijn geleerde perspectief maken we kennis met Zorbas, de levenskunstenaar, het kind van Nietzsche en een minnaar van de sandouri. Hij bekommert zich niet om het verhevene, alleen om drank, eten, vrouwen en de middelen om er toe te komen. Maar dat alles doet hij in onschuld, in verwondering alsof iedere dag zijn eerste dag op deze aardbol is. Kortom, de een doet alle moeite om te ontsnappen aan het leven, de ander staat er midden in. Het hele boek drijft op de spanning tussen die twee vrienden. De filosoof denkt te veel na, Zorbas soms te weinig. Doorheen dit boek leren we hoe hun bijzondere vriendschap zich ontwikkelt terwijl ze samen een bruinkoolmijn exploiteren in een Kretenzische baai. Nieuwsgierige dorpsbewoners, geile weduwen en corrupte monniken passeren elks de revue en worden belachelijk gemaakt met de scherpe woorden van Zorbas. Een herkenbare verteller in conversatie met de belichaming van Nietzsches en Bergsons filosofieën, doet mijn hartje gegarandeerd smelten. Doorheen de filosofische discussies, de poëtische beschrijvingen van het Griekse leven en landschap, krijg je werkelijk het gevoel Zorbas te kennen. Hij is de grootste leermeester zonder een letter filosofie gelezen te hebben. Ik moedig u allen aan om kennis te maken met Zorbas.
07/05/2021
The Spinoza Problem (Het raadsel Spinoza) is een boeiende ideeënroman die de parallel schetst tussen twee vereenzaamde geesten: Spinoza en Rosenberg. De structuur van de roman is opmerkelijk. Yalom vertelt zijn verhaal in een parallelvertelling, in het ene hoofdstuk leren we hoe Spinoza verstoten wordt door zijn joodse gemeenschap ter Amsterdam, in het andere hoofdstuk leren we hoe Rosenberg de ideologische basis legt voor een groeiende NSDAP. Of die spiegel-vertelling echt nodig was om Spinoza filosofisch uit te diepen, valt over te discussiëren, maar wordt nog interessant genoeg verteld om je te laten doorlezen. Want het is me niet te doen om die parallel, het is me te doen om Spinoza, daar komt de energie van dit boek vandaan. In ieder hoofdstuk introduceert Yalom nieuwe ideeën, nieuwe analyses (we lezen tenslotte het werk van een psychiater), en nieuwe problemen, zonder ons volledig te overweldigen in de filosofische complexiteiten van Spinoza's werk. De stijl is niet nodeloos ingewikkeld, Yalom slaagt erin om je de essentie van Spinoza's ideeën voor te schotelen, je de schijn te geven dat het allemaal wel behapbaar is, om je vervolgens vol goede moed aan te zetten die stoffige Ethica nog eens van de plank te halen. Voor mij was dit de kracht van dit boek, je warm maken om die filosofie weer op te pakken. Ik hoef geen gedetailleerde, waterdichte interpretatie van zijn werk te lezen. Je hoeft je niet te veel te storen aan de halfslachtige diagnoses die Yalom formuleert. Je hoeft je niet te storen aan de die jankende Rosenberg die Yalom er volgens mij alleen maar uit psychiatrische, niet uit filosofische, interesse is bijgehaalt. Dit boek geeft je zin om weer kennis te maken met Spinoza, om die archaïsche vertalingen weer boven te halen, en je opnieuw in het hoofd van een tijdloze denken wanen. En voor zij de lezer die niet bekend is met Spinoza, geeft het boek een toegankelijke inleiding tot zijn ideeën, een prestatie die als zodanig al veel lof verdient. Als je die Ethica nog niet had staan zal je die achteraf zeker wil aanschaffen. Conclusie: veel dank aan Yalom dat hij me met dit boek goesting geeft om weer meer te lezen!
12/04/2021
Geprikkeld door mijn leeslust voor Japanse literatuur en onder lichte dwang van vrouwenmaand koos begon ik aan Yuko Tsushima's Domein van licht. Tsushima vertelt het treurige verhaal van een alleenstaande moeder die naast de scheiding van haar man, en de heropbouw van haar persoonlijke leven, amper voor haar dochtertje kan zorgen. Ieder hoofdstukje is een verdere stap in de wanhoop. Zonder iemand het merkt glipt ze in een eenzame depressie. Ondertussen wordt ze door de gemeenschap koeltjes weggezet als een slechte moeder, waardoor ze de grip over haar dochtertje verliest. Opvallend is de parallel tussen moeder en dochter: beiden voelen zich hopeloos verlaten. De eerste door haar overspelige man, de ander door haar nalatige moeder. De thematiek die Tsushima in dit boekje aansnijdt is broodnodig, zeker in een land als Japan. Ze brengt ons in contact met een eenzame, alleenstaande moeder die de wereld rondom haar ziet afbrokkelen en haar dochter langzaamaan verliest. De vraag is echter of deze thematiek strijkt met Tsushima's zwaarmoedige symbolisme die de lezer niet meteen uitnodigt om verder te lezen. Misschien was het haar 'glasheldere stijl', zoals de achterflap beweert, me doorheen het verhaal op een afstand hield, waardoor ons afscheid niet erg moeilijk was.
12/04/2021
Wat maakt iets een klassieker? Ik heb nog steeds geen idee. Het plot? De structuur? een beetje geluk? Kokoro: de wegen van het hart door Natsume Soseki is ook zo'n boek. Het meest gelezen boek in Japan, moet u weten. Verplichte literatuur op iedere middelbare school. Wellicht daarom ook wel Japans meest gehate boek? Zo gaat dat vaak. Maar goed, klassieker of niet, Kokoro is het lezen waard. Opgedeeld in drie delen, vertelt dit boek het verhaal van een kennismaking met Sensei; een intellectueel van middelbare leeftijd, grootgebracht tijdens het begin van de Meiji periode. Een uiterst boeiende periode waarin Japan een snelle modernisering meemaakt die haar identiteit als 'oosterse'-natiestaat op losse schroeven zet. Een problematiek die nog steeds aanwezig is in het Japan van vandaag. In de eerste twee delen krijgen we een traag verhaal te horen over onderonsjes, studentenstreken, en familiale overlijdens. Jammer genoeg, heb ik me tijdens het lezen van deze delen vaak afgevraagd waarom dit zo'n goed boek zou moeten zijn. Maar in wezen zijn deze hoofdstukken slechts een prelude voor het derde deel, en wat een deel. Als u weinig tijd heeft, maar toch wil weten waarom Kokoro haar status als nationaal lievelingetje heeft verworven, lees dan alleen het derde deel. In het derde deel besluit Sensei een brief te schrijven naar de verteller waarin hij de belangrijkste gebeurtenissen van studententijd uit de doeken doet. Een aangrijpende, psychologische beschrijving van een driehoeksrelatie en een zelfmoord. Een heftige beschrijving van schaamte en eenzaamheid, verteld met de rust van iemand die weet dat hij zichzelf van het leven zal beroven. Hoewel dit boek ondertussen meer dan honderd jaar oud is, slaat ze nog steeds in als een bom. Kokoro zou niet alleen op de Japanse leeslijsten moeten staan, maar verdient een plekje op leeslijstjes over heel de wereld.
12/04/2021