Artikel toegevoegd aan uw winkelkar
Een voorwoord van Valeria Luiselli was voldoende om dit kleinood op onze radar te laten verschijnen en het bovenaan onze leesstapel te leggen.
Luiselli zelf kreeg het boek toen ze 10 was cadeau van haar zus en gaat 30 jaar later in het voorwoord van de Nederlandstalige editie met haar zus in gesprek over hun leeservaring van deze Mexicaanse klassieker; en of het toeval is dat haar zus Mariana heet, zoals één van de hoofdpersonages.
In Gevechten in de woestijn vertelt de jonge Carlos over kind zijn in Mexico-Stad: zoals dat op die leeftijd gaat, zijn de centrale belevingen van de jonge snaken onderling vele malen grootser en relevanter dan die van de veranderende wereld om hen heen, iets wat José Emilio Pacheco feilloos treft in schone zinnen.
Beschreven door de frisse blik van een kind, met hier en daar een spaarzame metafoor of spitse opmerking, krijgen we een beeld van de politieke, economische en sociale werkelijkheid in een snel moderniserend Mexico. Die context hangt bijna achteloos rondom de dag dat Carlos de moeder van zijn vriend Jim ontmoet en smoorverliefd op haar wordt. De ontmoeting van Carlos met Mariana tekent zijn leven; wat volgt is schoon, tragisch en gekapseld in de warme cocon van jeugdherinneringen en voor altijd vervlogen kansen en tijden.
Gevechten in de woestijn heeft een herkenbare, weemoedige sfeer, is - ondanks het beperkt aantal bladzijden - erg compleet en rijk, leest heerlijk weg en straalt een schoonheid uit die de tragiek in een warme gloed omzwachteld en verzacht. Geen wonder dat het een klassieker is.

Door Gert De Bie sinds 1 maanden
Nathalie Sarraute was haar tijd ver voorruit. Begin jaren '30 schreef ze haar Tropismes, die uiteindelijk pas in 1957 hun weg naar het grotere publiek vonden (na een amper opgemerkte publicatie eind jaren '30) en toen - in eerste instantie minachtend en smalend - bij de 'nouveau roman', gerekend werden; een strekking waarbij het niet altijd meer rechttoe-rechtaan om plotlijnen of uitgewerkte personages ging en waar de literaire wereld niet meteen een weg mee wist.
In Tropismen krijg je als lezer 24 stukjes voorgeschoteld die literair prikkelen en waarmee de auteur "innerlijke roerselen" probeert vast te leggen "die snel naar de grenzen van ons bewustzijn glijden".
Het resultaat is een smakelijk lappendeken aan teksten die de ene keer vanuit het niets de essentie van het leven lijken te willen vatten, de andere keer de kern van literatuur proberen te grijpen of soms gewoon stilistische, net niet grijpbare pareltjes zijn. Hier en daar proef je toch een welhaast afgewerkt kortverhaaltje.
Speels, verrassend en op een vreemde manier zelfs coherent. Mooi.

Door Gert De Bie sinds 1 maanden en 9 dagen
Het graf van de wever is een bedrieglijk eenvoudige vertelling over spijkerslager Meehaul Lynskey en steenbikker Cahir Bowes die op Cloon na Marov - de eeuwenoude begraafplaats van het dorp - op zoek gaan naar het graf van de weversclan, want daar moet de net overleden wever Mortemir Hehir begraven worden.
In het gezelschap van zijn weduwe en twee grafdelvers struinen de mannen over de begraafplaats, maar in plaats van het graf te vinden, lijkt het ophalen van herinneringen aan de vele doden, bekvechten en elkaar de loef afsteken belangrijker.
Seaumas O'Kelly brengt in deze korte novelle het dorpsleven en de sfeer van het Ierse platteland helemaal tot leven. We zien de begraafplaats zo voor ogen, proeven de groene, mistige heuvels op onze tong en kunnen ons de rivaliteit tussen de dorpsouden helemaal voorstellen.
In weinig bladzijden, maar met veel gevoel en heel erg sfeervol, brengt O'Kelly het verhaal ook nog naar een mooie, contrasterende plot. Heerlijk staaltje literatuur, dit!

Door Gert De Bie sinds 1 maanden en 28 dagen
Dat een rustig leven, een boek vol kleine en grote menselijke tragiek, dikwijls in de eerste plaats een grappig boek genoemd wordt, vinden we fascinerend. Waarom dat net het eerste is wat er over dit fijne boekje gezegd wordt, zou ons echter nopen tot het schrijven van een filosofisch traktaat over humor en wat mensen grappig vinden, waarmee we ons niet gaan bezig houden.
Het valt echter niet te ontkennen dat de toon en het ritme van Een rustig leven zijn komische kanten heeft en het boek compulsief leesbaar maken.
Alan en Madge, broer en zus, groeien op in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog in een huishouden dat het moeilijk heeft: zowel op financieel als op amoureus vlak hebben hun ouders betere tijden gekend. De zeventien jarige Alan wil grip op de zaken, eist verantwoordelijkheid van iedereen en zoekt antwoorden op vragen waarvan hij niet eens wist dat ze er waren. Dat maakt hem stug en stuurs in de omgang. Zijn jongere zuster Madge daarentegen, fladdert door het leven en vult die verantwoordelijkheden en keuzes op een heel andere manier in.
Beryl Bainbridge schetst met een vlotte, snelle en rake pen een eenvoudig en pretentieloos gezinstafereel met zijn kleine en grote drama's, scènes vol onvermogen om contact te maken of begrip te vinden, maar toch ook met sporen van liefde en genegenheid.
Een rustig leven lijkt in zijn ritme soms het literaire equivalent van de deurenkomedie van de plaatselijke toneelkring en treft als geen ander het dagelijks reilen en zeilen in een familie waar iedereen net niet zijn weg lijkt te vinden. Prima leesvoer!

Door Gert De Bie sinds 2 maanden en 5 dagen
Heerlijk.
Erik Vlaminck ontgoocheld nooit.
In zijn gekende, sappige taal verhaalt hij in deze theatertekst - die leest als een novelle - het verdere wedervaren van Arthur Van Hooylandt, één van de hoofdpersonages in Suikerspin en een boertige, onbehouwen bullebak.
15 jaar na Suikerspin baadt Van Hooylandt een schietkraam uit, geeft hij nog steeds af op alles en iedereen, maar komt hij plots op een keerpunt te staan.
Tir Arthur is een humoristisch, speels en goed opgebouwd tussendoortje en na Miranda van frituur Miranda een tweede, smaakvolle Suikerspin-spinoff.

Door Gert De Bie sinds 2 maanden en 12 dagen
In De Maniac doet Benjaming Labatut van alles tegelijk: hij schetst de wetenschappelijke stappen die uiteindelijk tot de uitvinding van de Artificiële Intelligentie leidden via een korte inleiding tot Paul Ehrenfest, een uitgebreid portret van John von Neumann en een slothoofdstuk met Demis Hassabis als centraal figuur.
Daarnaast geeft hij in de portretten van die sleutelwetenschappers een beeld van bezetenheid, gedrevenheid en (vooral bij von Neumann) onachtzaamheid. Hij bouwt de drie centrale figuren op uit historische feiten en getuigenissen van collega wetenschappers, vrienden en familie en toont zo de genialiteit van hun denken en hun blinde passie voor wetenschap en vooruitgang, dikwijls in conflict met hun wereldse mogelijkheden en hun sociaal onvermogen.
Dat alles doet Labatut in de vorm van wat een roman zou kunnen zijn, maar daar liep ik als lezer helemaal verloren in: geen enkel van de personages kwam echt tot leven en de logica van de opbouw kwam de leeservaring niet echt ten goede.
Qua inhoud heb ik geen enkele klacht over het boek: niet alleen is het een uitermate fascinerende wetenschappelijke geschiedenis die Labatut uit de doeken doet, hij voegt er ook een beklemmende en wat dreigende ondertoon aan toe die wel past bij de wat griezelige bezetenheid van de unieke wetenschappers.
Maar als lezer bleef ik op mijn honger zitten: ik liep wat verloren in alles wat Labatut tegelijk wilde doen: waar ik meer over de feiten wilde weten, ging de focus naar de personages, waar ik net meer over de personages wilde weten, bleef het geheel wat aan de oppervlakte en regelmatig moest ik opnieuw terugbladeren om het vertelperspectief vast te houden of weer uit te zoeken wat dit stuk in het geheel te betekenen had.
Fascinerend boek, absoluut, en laat deze recensie geen ontrading zijn, want de sfeer en de feiten zullen ook na mijn lezing nog even nazinderen, maar helemaal geslaagd vonden we het niet.

Door Gert De Bie sinds 2 maanden en 13 dagen
Via 3 generaties (vader Emiel, dochter Hannelore en kleinzoon Matteo) loodst schrijversduo Elvis Peeters zijn lezers doorheen 70 jaar (Belgische) geschiedenis. Al lezend voel je aan den lijve hoe die tijden impact op ieders leven hebben: rechtstreeks en onrechtstreeks, bewust of onbewust. Geleid door schone zinnen, in heldere, directe taal ontdek je hoe de tijden karakters vormen of misvormen en dat ook wie er denkt aan te ontsnappen, een kind van zijn tijd is.
(Groot)vader Emiel neemt noodgedwongen het boerenbedrijf van zijn vader over en worstelt evenzeer met zijn wereldse idealen als met de economische haalbaarheid van de boerderij. Hij lijkt de tijden te ondergaan en zich daarbij neer te leggen. Zijn dochter Hannelore wentelt zich net vol overtuiging in die wereldse idealen en ziet de maakbaarheid van de wereld, waar ze zich met twee voeten vooruit instort. Geen blik achterom nodig. De tijden onderga je niet, die maak je. Kleinzoon Matteo weet zich geen raad met de tijden en zoekt heil in de vervlogen verlichting.
Elvis Peeters schetst een familie, haar idealen en hoe ze haar weg zoekt doorheen de tijden. Haarscherp zie je hoe het wiel van de geschiedenis maalt, hoe mensenlevens daar willens nillens door gevormd worden en hoe niemand ontsnapt aan zijn tijden: al geeft elk karakter er zijn eigen invulling aan, gekneed wordt je.
De tijden draagt de typerende kracht van Elvis Peeters' pen op elke bladzijde mee: heldere taal die zelden omfloerst is, vol krachtige en prachtige zinnen.
Waar nodig krast die pen letter voor letter de blinkende vernis van ons mens- en maatschappijbeeld weg en legt de minder glanzende onderlaag bloot. Dat maakt de tijden soms confronterend en hard, maar evenzeer relevant en beklijvend. Wie een sprookje wil, hoeft niet bij Elvis Peeters aan te kloppen. Wie er niet om maalt door elkaar geschud te worden: doe je gordel aan, de tijden breken aan!

Door Gert De Bie sinds 2 maanden en 27 dagen
Kamaledin schetst in Koninkrijken het fysieke Bagdad en de manier waarop
de bewoners daar de dag van vandaag zich al dan niet in kunnen bewegen.
Tegelijkertijd is Koninkrijken een parabel over de mentale impact van
de stad en zijn muren (en checkpoints) op de bewoners.
De
combinatie van beeldspraak, fysieke en mentale muren, historische en
hedendaagse beelden, is voor de lezer niet altijd even vlot verteerbaar,
maar Kamaledin zei daarover dat het net zijn bedoeling was om zo het
leven in de stad over te brengen aan de lezer en het onverteerbare van
dat leven in zijn tekst weer te geven.
De beklemming en sfeer
zijn voelbaar in de taal, maar de soms verwarrende en snelle beeldspraak
en positiewissels zorgen ook voor afstand. Misschien dat dezelfde tekst
op de planken gebracht, voor meer impact en beter begrip zorgt.

Door Gert De Bie sinds 3 maanden
Een Japanse misdaadroman uit 1997 waaraan het gemiddelde Tarantino-script een puntje kan zuigen.
Masako, Kuniko, Yoshie en Yayoi hebben weinig met elkaar gemeen maar vormen een team 's nachts aan de lopende band in een fabriek waar kant-en-klare maaltijden worden gemaakt. De vrouwen zijn op elkaar ingespeeld, helpen elkaar in de werkroutine en keuvelen regelmatig na. De man van Yayoi is flink aan de drank en wanneer ze ontdekt dat hij vreemdgaat en al hun spaarcenten vergokt heeft, loopt het op een avond uit de hand en vermoordt ze hem.
Er groeit een vreemde entente tussen de vrouwen als Masako besluit om Yayoi uit de nood te helpen en het lichaam van de vermoorde Kenji te laten verdwijnen.
Wat al een pittig uitgangspunt is, gebruikt Natsuo Kirino om je als lezer in een nog breder uitgezette plot mee te sleuren, die met momenten Tarantinesk aanvoelt, ingenieus in elkaar zit en met elke bladzijde meer en meer zindert en spant.
De nogal directe Japanse stijl vraagt wat gewenning en het cultuurverschil zorgt er soms voor dat we niet met elk personage even intens meeleven, maar dat doet niets af aan de literaire merite, de strak uitgewerkte plot en de algemene sfeer van vervreemding en afstomping die mee de sfeer van het boek bepalen.
Het boek weet verschillende keren te verrassen, is wat rauw en soms behoorlijk hard, maar sleept je mee en blijft spannend tot de laatste bladzijde.
De slotscène kreeg een semi-filosofische ondertoon die we wat zinloos en overdreven vonden, maar dat deed niets af aan ons leesplezier voor de rest van het boek. Straf.

Door Gert De Bie sinds 3 maanden en 10 dagen
Het kappen van het bos, een 70-jaar oude Italiaanse novelle, is heel erg mooi in zijn haast ontroerende eenvoud.
Carlo Cassola vertelt hoe Guglielmo enkele maanden nadat hij weduwnaar is geworden met een kapploeg naar de Toscaanse Apennijnen trekt om er een perceel hout te gaan kappen waarvan hij de kaprechten kocht.
Het ritme van de zinnen en de eenvoud van taal en stijl lijken rechtstreeks afgestemd op het levensritme van de mannen: vijf maanden lang is opstaan, kappen, eten en slapen het enige wat hen te doen staat. Voor Guglielmo is het zware werk een manier om zijn gedachten te verzetten en een vlucht van zijn droeve lot.
Cassola weet het leven van de kappers tot dicht bij zijn lezers te brengen in een vlot lezende en mooie novelle. Een eenvoudige wereld, die als het om relaties, leven en lijden gaat, net zo complex is als die van ons allemaal.
Schoon en schrijnend in al zijn eenvoud. Guglielmo mag altijd een knuffel komen vragen.
Het klinkt wat gek om over een 'zachte' Houellebecq te schrijven, alsof in Vernietigen de wereld niet stilaan naar de verdoemenis gaat, alsof de politiek niet langs alle kanten naar plat opportunisme ruikt, alsof de dialogen van Houellebecq's personages niet met cynisme doorspekt zijn en alsof hoofdpersonage Paul Raison niet op zijn 50ste terugblik op een uitzichtloos leven vol zinloze keuzes.
Maar daarmee raken we slechts de plotlijnen en stijlelementen aan die het kader van Vernietigen creëren en die Houellebecq nog niet eens allemaal verder uitwerkt. De essentie van het boek ligt in de uitgebreide, bloedmooie beschouwingen over ons levenseinde, waarmee Vernietigen erg verwant is aan De kaart en het gebied, die we tot nog toe onze favoriete roman uit 's mans oeuvre noemden.
In Vernietigen schept Houellebecq een actueel kader - we zijn 2026 - waarin terroristische aanslagen en fake news de komende presidentsverkiezingen en de maatschappij ontwrichten. Topambtenaar Paul Raison staat dicht bij minister van financiën Bruno Juge, die ook presidentskandidaat wordt. Hoewel Houellebecq in die plotlijnen veel verteld over de wereld waarin we leven en de machinaties van de macht, schuiven die verhaallijnen langzaamaan meer naar de achtergrond en focust Vernietigen zich steeds intenser op Paul Raison en diens familie. Houellebecq weet hun banden raak te treffen, geeft hen voldoende context en weet de lezer zo erg nauw te betrekken bij de momenten waarop de familie af moet rekenen met verlies, conflicten uit het verleden moet rechttrekken, of andere moeilijk keuzes maakt.
Tot slot verschuift Vernietigen helemaal naar het lot van Paul Raison zelf, en daar tovert Houellebecq zijn mooiste zinnen en meest relevante beschrijvingen uit zijn pen. De beschouwingen over het einde van ons leven en hoe we daar mee omgaan zijn van een grote schoonheid en een voor Houellebecq's pen ongekende zachtheid.
Na het lezen van Vernietigen lijkt het ons helemaal duidelijk dat het masker van cynische, rechts-kritische auteur die graag choqueert een masker is waarachter Houellebecq zich al jaren verschuilt om zijn zoektocht naar de menselijke raison d'être gestaag verder te zetten en in elke roman verder op zoek te gaan naar wat ons drijft, wat we willen nalaten en wat het zou kunnen betekenen om mens te zijn.
Of misschien wel: dat het masker van cynische, rechts-kritische auteur iets is waar sommige critici en lezers vergeten voorbij te kijken en zo nooit ontdekken hoe een warme, zoekende auteur vol mededogen voor zijn hopeloze personages er in Houellebecq verscholen zit.
Literatuur met een grote L, dit.

Door Gert De Bie sinds 3 maanden en 18 dagen
Zo'n boek dat al jarenlang in je boekenkast staat.
Je hebt geen enkele reden om het niet te lezen.
Het is niet dik. Iedereen is er enthousiast over.
Alles lijkt uit te wijzen dat het niet tegen kan vallen. En toch.
Blijft het jarenlang stof vergaren.
Tot je het zonder nadenken uit de kast neemt, begint te lezen en de volgende dag al een leesverslag mag schrijven.
Met Zijde brak Alessandro Baricco in 1997 internationaal door. Het boek werd verfilmd, kende talloze vertalingen en evenveel drukken. En bleef dus lange tijd ongelezen in onze kast staan.
(Misschien is het de kleffe als boekcover hergebruikte filmposter met Keira Knightley en Michael Pitt die ons stiekem weerhield van het boek te lezen, bedenken we even tussendoor.)
(Ja, dat deed er ongetwijfeld geen goed aan)
Enfin. Het boek.
Zijde is terecht een moderne klassieker.
Het is een stilistisch pareltje dat op een heel erg aangename manier opgebouwd is, zeer prettig leest en op een eenvoudige maar glasheldere manier relevante aspecten van leven, liefde, lust en lijden belicht.
En dat alles niet in pastelkleuren, noch met aanzwellende violen of wapperende manen van Keira Knightley of andere getypecaste diva's.
(Ziedaar mijn stille wraak op die afschuwelijke filmedities die uitgevers menen te moeten uitgeven.)
Enfin. Een stilistisch pareltje dus. Blakend van eenvoud, zinderend van stijl, verrassend van plot en veelzeggend van inhoud.
Dank, Alessandro.

Door Gert De Bie sinds 3 maanden en 29 dagen
Wauw.
Zelden lazen we een boek met een titel die zo mooi en treffend de lading dekt en nooit lazen we zo graag al dan niet gefictionaliseerde biografische portretten die zo dicht bij de kern van hun onderwerp komen als in dit bijzondere boek. Een originele opzet die uitmuntend uitgevoerd werd.
In 'But Beautiful: A book about Jazz' schetst Geoff Dyer 7 portretten van grote namen uit de jazzgeschiedenis (Lester Young, Thelonious Monk, Bud Powell, Ben Webster, Chet Baker, Art Pepper en Charles Mingus) en wisselt die portretten af met een doorlopend relaas uit de legendarische roadtrips van Duke Ellington & Harry Carney.
Geoff Dyer streeft niet naar een historische opsomming van feiten of een biografisch levensoverzicht, maar zoekt in al dan niet geficitionaliseerde scènes uit de muzikanten hun bestaan naar de kern van hun wezen, de vonken van hun creativiteit en de tragiek aan de keerzijde van de medaille.
Daarin komt de titel mooi uit de verf: 'But beautiful' verwijst naar de schoonheid, de passie en de intensiteit van de muzikale erfenis van de beschreven jazzgrootheden, terwijl de beschreven scènes vooral focussen op de tragiek van hun levens: verslavingen, agressie, veroordelingen, de onmogelijkheid om relaties aan te gaan, ...
Geoff Dyer laat de muzikanten aan het woord via historisch gedocumenteerde quotes, verantwoordt de uitgewerkte scènes door encyclopedisch en historisch opzoekwerk, maar liet zich vooral inspireren door foto's en beelden uit hun levens. Dat geeft hem de nodige vrijheid om de scènes literair uit te werken en de klemtonen te leggen waar hij zelf wil.
De timide zachtheid van Chet Baker, de woeste, muzikale, verbale of fysieke agressie van Charles Mingus, het alcoholmisbruik van Lester Young, de schizofrenie/psychose van Bud Powell en de machteloze muzikant die daar uit groeit: allemaal brengt hij het met veel mededogen en respect voor mens en muzikant in beeld.
Dat maakt van But Beautiful een erg bijzonder boek: tragisch maar mooi, intens en vlot leesbaar, triest en leerrijk en zelden had ik het gevoel zo dicht bij de essentie te komen van beschreven lezers. Hoed af.

Door Gert De Bie sinds 4 maanden en 9 dagen
Scheiding van goederen is het debuut van cultauteur Roger Van de Velde waarvan het manuscript (correctie: de typografie) jarenlang in Het Letterenhuis lag te wachten op een uitgever. Dank aan uitgeverij Vrijdag om dit boek zo'n 70 jaar nadat het geschreven werd alsnog tot bij lezers te brengen.
Scheiding van goederen is het relaas van een huwelijk, uitgeschreven door vader Albert, omdat hij het belangrijk vindt dat zoon Max de ware toedracht en context van de feiten kent.
Op vijftigjarige leeftijd stapt Albert alsnog in het huwelijksbootje: met Angèle, weduwe met twee kinderen. Een huwelijk dat de 140 bladzijden die er aan gewijd zijn meer dan waard is.
Van de Velde schrijft in een heldere stijl - je proeft vleugjes Elsschot - en heeft een heerlijk taalgebruik, waarin je ook de verwantschap met grote Van de Velde-fan Erik Vlaminck herkent.
Grappig dat je nadien in het nawoord leert dat Van de Velde een rechtstreekse lijn met Elsschot had, zijn stiefvader werkte immers op het reclamebureau van Willem Elsschot en Elsschot heeft zich over het manuscript van Scheiding van goederen ontfermt.
Een heerlijk boekje, vol straffe zinnen, voldoende vaart en met heel wat humor, als is die soms zwart. Sterk genoeg van opzet om de tand des tijds te doorstaan, hier en daar ietwat ouderwets, maar dat voegt eerder charme toe, dan dat het iets tekort doet. Grote meneer blijft dat, die Van de Velde!

Door Gert De Bie sinds 4 maanden en 20 dagen
Een klassieker schept verwachtingen, en die lost Het einde van de relatie bijna allemaal in.
In een goed geschreven, sterk opgebouwd en meerlagig verhaal, biedt Graham Greene een unieke inkijk in de menselijke ziel.
Als auteur Maurice Bendrickx Sarah Miles, de vrouw van de gedreven maar saaie ambtenaar Henry Miles, ontmoet, worden de twee smoorverliefd en ontstaat een stiekeme relatie. Bendrickx blikt bij aanvang van het boek terug op die relatie, die 2 jaar eerder plots afliep, na een passionele nacht die gefnuikt werd door een bombardement van de Duitsters waarbij Bendrickx bijna het leven liet.
Greene geeft de lezer meteen heel wat informatie, maar het fijne van het einde van de relatie kom je maar bij mondjesmaat te weten. Als geen andere schetst hij de kronkels van de menselijke geest, de - soms irrationele - handelingen van verliefde zielen en de gecompliceerde sociale interacties in de driehoeksrelatie.
Het eind van de relatie is zo een boek dat soms tot de kern van het menselijk bestaan weet door te dringen en ons een blik probeert te gunnen op onze innerlijke beweegredenen en onze onzekere en wankele staat van zijn.
Bij de publicatie van 'The end of the affair' was het al een publiek geheim dat het boek gebaseerd was op de relatie die Graham Greene had met Lady Catherine Walston, de echtgenote van Henry Walston, landeigenaar en politicus, wat het boek met extra pit overgiet.
Knap.

Door Gert De Bie sinds 5 maanden en 25 dagen
Net als in 'Verbroken beloftes', waarin de twijfels en onzekerheden die het leven van een jonge moeder en echtgenote binnensluipen de toon voeren, is in 'Weersverwachting' de pittige, speelse pen van Jenny Offill een genot om te lezen.
Dat ze met weinig literaire conventies rekening houdt, is enerzijds wat wennen, maar geeft anderzijds veel zuurstof aan de lezer en het verhaal. Net die stijlkeuze én haar gevoel voor humor zorgen ervoor dat Offill heftige thema's en onderwerpen kan aansnijden zonder dat de lezer helemaal uit balans geraakt of het gewicht mee moet dragen.
In een fragmentarische stijl, vol rake zinnen, uitdagende gedachtes en prikkelende uitspraken takkelt Offill in Weersverwachting zowel grote maatschappelijke problemen als de klimaatcrisis en de politieke instabiliteit van Amerika, als de besognes van haar gezins- en familieleven. Dat maakt van Weersverwachting een bijzonder boek, waarbij het zoeken naar houvast voor lezer en hoofdpersonage soms gelijk loopt.
Jenny Offill heeft een aandoenlijke openheid en eerlijkheid heeft geen schroom om zichzelf (haar hoofdpersonage) in vraag te stellen. Ze is even kritisch voor haar omgeving als voor zichzelf en durft een inkijk in haar bestaan te geven die de lezer deugd doet: herkenbaar of begrijpelijk, aannemelijk en voelbaar. Er lijkt iets van thuiskomen in de romans van Offill te zitten en dat zalft een lezer.
Nog meer lekkers over 'Weersverwachting' op de 2 mei editie van Tussen de letters ;)

Door Gert De Bie sinds 7 maanden en 3 dagen
Meneer Ibrahim en de bloemen van de koran is een puntgaaf pareltje met verrassend veel vaart, prikkelende passages en wijze, goedgeschreven zinnen.
Dat het boekje levenslessen bevat, iets wat zowel de titel als de aanprijzingen niet onder stoelen of banken steken, maakt me als lezer bij voorbaat al nerveus: ik wil die lessen wel, maar gooi ze aub niet te expliciet in mijn gezicht of pretendeer niet dat je de waarheid in pacht hebt; maar daar komt dit boekje prima mee weg. Bovendien is het ook simpelweg heerlijk meeslepende en ontspannende literatuur.
Eric-Emmanuel Schmitt weet met de openingspassage al meteen te verrassen en maakt ook de houding van zijn personages niet te voorspelbaar of te evident. Bovendien zorgt een zich snel ontwikkelende verhaallijn en zijn spaarzame, doordachte omspringen met moraal voor een goed evenwicht. Doe daar nog de literaire kwaliteiten van de auteur bovenop en je hebt een heerlijke novelle waar alles prima in balans zit. Lees en herlees voer. Uw best bestede uurtje van de dag.

Door Gert De Bie sinds 7 maanden en 11 dagen
Hoe beoordeel je een boek waarvan je bij voorbaat al een beeld en/of een mening hebt omdat het via je fascinatie voor cult én via de populaire cultuur al helemaal aanwezig is in je mentale periferie? Dikwijls zijn het ook dat soort titels die op mijn 'te lezen' plank blijven liggen, maar omdat we 'Het verhaal van de dienstmaagd' op het programma van 'Tussen de letters' hebben gezet, zijn we het - met slechts milde nieuwsgierigheid - alsnog beginnen lezen.
Het verhaal is genoegzaam gekend: Atwoord laat een dienstmaagd (Vanfred) aan het woord die in de dictatoriale staat Gilead als kostbare potentiële draagmoeder in het huis van een Bevelvoerder en zijn Echtgenote woont. Het enige doel van haar bestaan - zo bepaalde de staat - is zwanger worden en een gezond kind op de wereld zetten. Een wereld die door vervuiling en overconsumptie bijna ten onder ging en voor massale onvruchtbaarheid zorgde. Zo maak je als lezer gaandeweg kennis met de visie van de Gilead cultuur.
Atwood geeft haar personage ruimschoots de tijd het verhaal van haar samenleving te vertellen en laat de lezer in eerste instantie vooral kennismaken met het gevoelsleven van de Dienstmaagd die in een dictatuur leeft en continu worstelt met het verleden, het al dan niet aanvaarden van haar plaats en de eventuele mogelijkheden om aan haar rol te ontsnappen.
Verderop krijg je als lezer ook steeds meer zicht op het hoe en waarom van de levenswijze in Gilead en ontdek je ook hoe zo'n 'ideale' samenleving in stand gehouden wordt en tot stand kwam.
Het lijkt een gematigd enthousiaste recensie, maar vooral omdat het boek al vorm had in mijn hoofd nog voor ik de eerste letter gelezen had en ik geen flauw idee heb of ik het zonder voorkennis (vooroordelen?) beter of minder goed beoordeeld zou hebben. Relevant en doordacht, dat zeker. Goed geschreven ook. Graag gelezen ook. Dat is meer dan voldoende, denk ik dan!

Door Gert De Bie sinds 8 maanden en 1 dagen
Terwijl ze - op de trein van Amsterdam naar
Berlijn - de Duitse grens naderen, ontmoeten verteller William Bradshaw
en de nerveuze, pruikdragende Arthur Norris elkaar. Het begin van een
vriendschap tussen beide heren en voor de lezer de start van een
zoektocht naar wie die ietwat vreemde Meneer Norris wel is en waarom en
hoe hij zich door het leven beweegt.
Isherwoord neemt ons mee naar
het vooroorlogse Berlijn waar de spanning soms te snijden is: regeringen
wisselen elkaar af, communisten en fascisten strijden (ook fysiek) om
de macht en de bevolking leeft in onzekerheid.
Tijdens de lezing
vonden we Meneer Norris neemt de trein vooral een sympathieke
vertelling: ietwat traag op gang komend, licht mysterieus, maar leuk met
een schattige of soms zelf aandoenlijke protagonist als Norris in de
hoofdrol. Nu we wat meer informatie over het boek verzamelden, weten we
dat Isherwood het verhaal op eigen ervaringen baseerde en wordt de
impact van de achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt groter.
Sommige personages zijn op bestaande figuren gebaseerd en de context van
de politieke veranderingen in Berlijn is confronterend. Dan vinden we
het zelf een gek contrast dat we hierboven woorden als 'schattig' en
'aandoenlijk' gebruiken, maar toch klopt dat helemaal.
Vraag is
dan of die pittige achtergrond het niet helemaal binnen kwam bij ons als
lezer omwille van de stijl, of omdat we niet met de nodige aandacht
lazen. Hoewel zijn boek goed ontvangen werd en goed verkocht, was
Isherwood achteraf ook kritisch voor zichzelf en suggereerde hij dat
zijn hart niet helemaal in het boek lag en dat hij 'wat vals gespeeld
had' met de uitgangspunten van zijn ervaringen. Misschien is dat net wat
we als lezer 85 jaar na publicatie ervaarden.
Dat allemaal
gezegd zijnde, is Meneer Norris neemt de trein een fijn tussendoortje.
Niet noodzakelijk als niet te missen leesvoer, wel prettig en goed
geschreven.

Door Gert De Bie sinds 8 maanden en 17 dagen
Geoffrey Household publiceerde dit klassiek geworden vluchtverhaal in 1939, toen de komst van de Tweede Wereldoorlog onomkeerbaar was. Een Brit wil 'gewoon voor de sport' kijken of hij erin zou slagen een Europese dictator neer te schieten. Hij wordt echter door de lijfwacht gegrepen & gemarteld, maar blijft erbij dat hij nooit van plan was echt te schieten. Ze gooien hem van een klif, maar hij overleefd wonderwel en slaat op de vlucht. Household sleept je mee in een heerlijk uitgewerkt en doordacht kat en muisspel tussen de vluchteling en zijn belagers. Overgoten met een politiek sausje en intelligent en vlot geschreven, is Rogue Male een terechte klassieker en een sterk staaltje ontspanningsliteratuur.
Cult-klassieker uit 1915. Richard Hannay ontmoet zijn bovenbuur in het hotel wanneer die een beetje verward bij hem aanklopt met de woorden Kan ik hier even blijven, ik ben namelijk net overleden. Blijkt dat de man een groots complot op het spoor is en poogt zijn belagers te ontvluchten. Als Richard hem daags nadien vermoord aantreft, neemt hij zelf het initiatief om het complot te onthullen en slaat hij op de vlucht. Het begin van een heerlijk spannend achtervolgingsverhaal met een strakke plot. Leest als een trein en werd verfilmd door Alfred Hitchcock. Aanrader.

Door Gert De Bie sinds 8 maanden en 22 dagen
(We lazen een toneelbewerking die niet meer beschikbaar is) De vrouw van het zand is een fascinerende en bevreemdende situatieschets uit 1962 van de Japanse auteur Kobo Abe. Een man die op zoek is naar zeldzame insecten besluit te overnachten in een dorp in de duinen. De inwoners van het dorp moeten dagelijks zand ruimen om te voorkomen dat de duinen hun woonplaats opslokken. De man ziet daar het nut niet van in en raadt zijn gastvrouw aan in opstand te komen. Daarin ziet zij dan weer geen graten, wat leidt tot een existentialistische dialoog over de zin en onzin van lots-aanvaarding. Smakelijke tekst die beklijft en meer vragen oproept dan antwoorden geeft. Zo moet dat met een goed boek, zeker?

Door Gert De Bie sinds 8 maanden en 22 dagen
Dino Buzzati schreef deze klassieker uit de Italiaanse literatuur in 1938 en publiceerde het uiteindelijk in 1945. Buzzati verhaalt ons het wedervaren van luitenant Giovanni Drogo, die zijn eerste militaire standplaats krijgt bij een garnizoen op de grens met de woestijn van de Tartaren. In het fort is de oorlogsdreiging al jarenlang onbestaande, maar toch heerst er onder de gelegerden een vage hoop op een vijandelijk treffen en het daarbij horende heldendom. Luitenant Drogo wil in eerste instantie zo snel mogelijk weer naar huis, maar raakt uiteindelijk toch in de ban van de vesting & de mogelijkheid tot een treffen met de vijand. Zo verzandt hij in de gewoontes en routines van het leven in de vesting en glijden de jaren haast ongemerkt voorbij. De woestijn van de tartaren leest vlot en sleurt je stap voor stap mee in een steeds meer beklemmende sfeer. Het boek wijst op de absurditeit van het leven: we stellen onze hoop op illusies en zijn er vast van overtuigd dat we op een dag zullen ontsnappen aan de sleur en routine. Maar net die verwachtingen houden ons vast en veroorzaken stilstand. Heb je de moed om je leven zelf te bepalen? Leef je of laat je het leven aan je voorbijgaan? Wij waren alvast onder de indruk...

Door Gert De Bie sinds 8 maanden en 22 dagen
Winter 1975-1976. Broeder Medard werkt als boekhouder (broeder Econoom is zijn bijnaam) in een psychiatrische instelling in Vlaanderen, waar hij zo min mogelijk met de patiënten of andere calamiteiten wil lastig gevallen worden. Hij vertelt zijn besognes en wedervaren aan zijn moeder, die op haar sterfbed ligt en niet meer reageert.
In die context schetst Erik Vlaminck een confronterend en ontluisterend beeld van het reilen en zeilen in de psychiatrie in Vlaanderen in de jaren '70. Een pijnlijk verhaal over onkunde, onwil en slecht beleid.
In het heerlijke en bedrieglijk eenvoudige taalgebruik dat Erik Vlaminck eigen is, schrijft hij over incompetentie, bezorgde familieleden en de kleine kantjes van de mens.
Dat Erik Vlaminck in de jaren '70 zelf als opvoeder in een psychiatrische instelling gewerkt heeft, voel je tussen alle regels: Iconen heeft een urgentie in zich die van de bladzijden spat. Het is een boek waarvan je als lezer voelt 'dit moest uit de auteur zijn pen', wat het op alle fronten een extra impuls geeft.
Iconen is bij het allerbeste uit Vlamincks oeuvre en het zou ons verbazen mochten er dit jaar betere boeken in het Nederlandstalig literair landschap op de markt verschijnen. Ja, we mijden de superlatieven niet - en dat is gevaarlijk - maar we zijn zodanig onder de indruk, dat we daar nu even niet over gaan struikelen.
Vlot en doordacht opgebouwd met sterke personages, urgent en niets ontziend, maar toch doorspekt met humor en schitterend taalgebruik: hoed af voor Erik Vlaminck.

Door Gert De Bie sinds 9 maanden en 3 dagen
Wat schreef Waguih Ghali met 'Bier in de snookerclub' een amusant en relevant boek! Vlot geschreven, speels en pittig, prikkelend en doordacht, snel en confronterend: Bier in de snookerclub is het allemaal.
Ram is een belezen en gedreven jonge Egyptenaar die ontgoocheld is in de revolutie en de politiek. Hij weet met zijn eigen idealen geen blijf en voelt zich -mede dankzij zijn Engelse opvoeding en zijn studententijd in Londen - in eigen land niet helemaal thuis. Ondanks zijn financiële noden weigert hij werk te zoeken en brengt hij zijn dagen door in de snookerclub of op café waar hij zonder de minste wroeging op kosten van zijn rijke vrienden drinkt. Intussen worstelt hij met de liefde en met de wensen van zijn familie.
Als lezer voel je snel sympathie voor Ram, die - ondanks zijn soms heftige oordelen over zijn vrienden en omgeving- ook de zelfkritiek niet spaart en oprecht op zoek gaat naar wat hij met al zijn kennis moet ondernemen.
"Hoe meer we lazen, hoe meer we wilden leren en hoe onwetender we ons voelden."
"Ik bedoel dat mijn kennis van de geschiedenis en de politiek en de literatuur gekanaliseerd moest worden, ergens toe moest leiden, omdat ik anders gek werd."
Ram en zijn vriend Font zijn geen klaplopers, maar zoekende zielen die in hun omgeving zien hoe alle maatschappelijk relevante functies naar mensen met geld en connecties gaan, eerder dan naar gedreven, beleerde en gemotiveerde mensen.
Een prikkelende zoektocht naar relevantie, een speelse visie op politiek engagement, een amusant verslag van al-dan-niet volwassen worden, een kritische blik op revolutionaire beloftes en politieke corruptie en een treffend portret van ontheemd zijn en je weg zoeken in een samenleving die niet als de jouwe voelt. Geen wonder dat het boek in Egypte een cultstatus heeft en ook elders telkens opnieuw een nieuwe generatie lezers aanspreekt. Heerlijk!
"Ik wilde leven. Ik las en las en Edna praatte en ik wilde leven. Ik wilde affaires hebben met gravinnen en verliefd worden op het meisje achter de bar en gigolo zijn en politiek leider en winnen in Monte Carlo en armoedzaaier zijn in Londen en kunstenaar en elegant en ook in vodden lopen."
"O, gezegende onwetendheid. Wat was het toch heerlijk om met mijn moeder naar de katholieke kerk te gaan, toen ik nog nooit van Salazar had gehoord of van troepen die werden gezegend voor ze naar Ethiopië gingen."
Een avondje op staminee met Ram en ik denk dat we beste maatjes worden. Of we de wereld veranderd krijgen, is een goeie vraag, maar aan onze oprechtheid zal het niet gelegen hebben.

Door Gert De Bie sinds 9 maanden en 13 dagen
Nadat ze op de Orkney-eilanden vrede vond met haar nuchtere zelf (zie Liptrot's debuutroman De Uitweer) trekt Amy Liptrot naar Berlijn om een verloren stuk van zichzelf én de liefde te zoeken.
Opnieuw schrijft ze daarover een helder en vlot boek over zoeken in en naar jezelf, verbinding vinden met de natuur (ook in de grootstad) en gebruikt ze metaforen uit haar natuurbeleving om haar woelige en onrustige binnenkant vorm te geven en te duiden.
In Berlijn zijn haar natuurlijke ankerpunten havikken en wasberen, dieren die je uitsluitend in het wild verwacht, maar zich in deze grootstad prima weten te redden. Ook in Berlijn voel je dat Liptrot haar eilandbestaan niet zomaar los kan laten: ze blijft zoeken naar open water om in te zwemmen en ontwikkeld een nieuwe fascinatie, ditmaal voor verkeerseilanden.
Liptrot schrijft met een open blik en heldere pen en geeft de lezer zo toegang tot haar diepste (universele) zielsroerselen: onzekerheid, hunkering naar liefde, eenzaamheid en conflicterende realiteit van internet en sociale media versus de buitenwereld en de natuur. Haar overpeinzingen staan met beide voeten in dit tijdsgewricht, zijn goed uitgewerkt en relevant.
Haar omgang met de liefde krijgt wel iets aandoenlijks en de gedichtjes die er uit voortvloeien vonden we niet echte een meerwaarde. Maar ach, dat vergeven we haar graag omdat de rest van het boek wel absoluut lezenswaardig is.

Door Gert De Bie sinds 9 maanden en 15 dagen
Tanizaki staat bekend als de grootmeester van de vooroorlogse Japanse
letterkunde. Een grote baas in kimono die lange boeken schrijft onder
kersenbloesembomen, zo stelt men zich hem vaak voor.
Men zou daarom niet
verwachten dat een boek als Kruisende Lijnen, een
lange monoloog over een lesbische liefde tussen een getrouwde vrouw en
een femme fatale, van zijn hand zou komen. Voor mij is het eigenlijke
wonder dat dit boek zo relevant is na honderd jaar. De verteller is een
getrouwde vrouw die plotsklaps verliefd wordt
op een meisje uit haar schilderschool. Wat volgt is een avontuur van
verleiding dat leidt tot een driehoeksrelatie vol manipulatie. Hoewel je als lezer de klagerige ik-verteller in het echte leven liever ver van je bed houdt, wordt haar personage nooit vervelend. Bovendien laat de regelmatige tussenkomst van het
'auteur'-personage de dingen af en toe van een ander licht zien, wat je als lezer ademruimte en perspectief geef.
Gelukkig heeft het boek ook de perfecte lengte zodat het verhaal weinig
kans krijgt om klagerig te worden: het boek sleurt je genadeloos mee doorheen de gedoemde liefdespassie van een getrouwde vrouw.
Het boek blijft helemaal overeind omwille van het verhaal zelf, de Japanse stijl, de oriëntaalse context is slechts9789020417012 een dankbaar extraatje. Absoluut een aanrader voor iedereen die eens iets wil
lezen van Tanizaki!

Door Simon Vaes sinds 10 maanden en 2 dagen
Schone
slaapsters is bij verre het beste boek dat ik tot nu toe van Yasunari
Kawabata, de eerste Japanse nobelprijswinnaar, gelezen heb; omdat het
geen typische Kawabata is. Kawabata staat bekend als de belichaming van
de stereotype, ietwat oriëntalistische, Japanse wabi-sabi esthetiek van
'vaagheid' en 'onbepaaldheid'. Bij de ontvangst
van zijn nobelprijs kwam hij volledig gekleed in traditionele Japanse
kleding, de wereld zag heb als de belichaming van het exotische eiland
van de opkomende zon. Zijn werk staat vol met mistige
natuurbeschrijvingen, onbepaalde uitspraken, incestueuze relaties
en onuitgesproken motieven die dan verkocht worden als reflecties op
het boeddhisme en de Japanse Geest. Vooral die eerste drie aspecten zijn
in dit werk afwezig, of tenminste naar de achtergrond verdreven, naar
mijn mening met positief effect. In Schone slaapsters
lezen we namelijk het verhaal van de oude man Eguchi die op bezoek gaat
bij een 'kuis bordeel', een huis waar jonge meisjes in een diepe slaap
gebracht worden om vervolgens te dienen als 'eye-candy' voor oude mannen
zoals onze Eguchi. Wat er ook gebeurt, de
mannen hebben geen toestemming om de meisjes aan te raken, maar ze
mogen welk naast de meisjes in slaap vallen. Het boek bestaat uit een
interne monoloog waarin het hoofdpersonage reflecteert over zijn
verleden, de jeugd en de dood. Regelmatig haalt hij herinneringen
boven van zijn seksueel verleden terwijl hij kijkt naar de lichamen van
de jonge meisjes. Deze passages zijn de kern van het boek en nemen
steeds een andere vorm aan in elk hoofdstuk. Maar naast de prachtige
passages, die trouwens heerlijk vertaald zijn, leunt
het plot zich ook tot nadenken. Het is een plot dat doet denken aan de
boeken van Yoko Ogawa. Hoe komen die meisjes in die slaap terecht?
Waar komen deze meisjes vandaan? Wat doen de andere klanten met
deze meisjes? De plot maakt het boek tot meer dan alleen fetisj.
Als je nog nooit iets van Kawabata gelezen hebt, zou ik hier beginnen.

Door Simon Vaes sinds 10 maanden en 2 dagen
Ons leeshart maakte een vreugdesprongetje toen we ontdekten dat er een door Erik Kriek geïllustreerde uitgave van werk van Joseph Moncure March aankwam.
We lazen eerder zijn wervelend prozagedicht 'The Wild Party', in een door Art Spiegelman geïllustreerde versie, en zijn daar nog steeds razend enthousiast over. Beat poet & cultheld William S. Burroughs zei trouwens dat The Wild Party hem inspireerde om schrijver te worden.
The Set-Up is een lang verhalend gedicht over het wedervaren van bokser Pancy Jones die na een tijd in de gevangenis weer de ring intrekt. De titel laat al vermoeden dat het niet om een glorieuze wedstrijd om het wereldkampioenschap gaat, maar een rauw gevecht wordt in een groezelige, verweerde bokszaal vol schimmige figuren, zweterige lijven en heimelijke afspraken.
Joseph Moncure March slaagt er in de rauwe bokserswereld in ritmische, snedige taal tot leven te wekken. De korte, wat ruwe maar smakelijke zinnen lijken zo uit de Bronx te komen en schetsen duidelijk de rand van de samenleving waaruit ze vandaan komen.
De rake en spitse tekst sleurt je helemaal mee naar de versleten kleedkamers en wankele tribunes, de verschaalde geur van spuwbakjes zweemt tussen de witregels en bokserszweet lijkt zo van de bladzijden te spatten. Wanneer Pansy de ring induikt, kan je al lezer de mokerslagen voelen landen. Zo wordt je pijlsnel en genadeloos mee naar een strakke, confronterende plot gesleurd. Straf.
Ook als confronterend tijdsdocument kan The Set-Up gelden. Pansy is een zwarte bokser en het boek dateert van 1928. Meer hoeven we daarover niet te zeggen, me dunkt.
Indrukwekkend.

Door Gert De Bie sinds 10 maanden en 7 dagen
Straffe pen heeft Tarjei Vesaas.
Bovendien beschikt de schrijver over een fijngevoeligheid voor menselijke natuur en het overbrengen van emoties en gedachtewerelden die minstens even indrukwekkend is.
Getuige daarvan De vogels.
Mattis en Hege zijn broer en zus van middelbare leeftijd, wonen in een eenvoudig huisje aan een meer en zijn sinds het overlijden van hun ouders op elkaar aangewezen. De wat simpele Mattis probeert wanhopig zoals alle andere grote mensen te zijn, terwijl Hege de zorg voor haar broer geduldig en gelaten probeert te dragen.
Vesaas weet in heldere zinnen en eenvoudig taalgebruik de leefwereld van Mattis - die zo graag 'scherp' wil zijn, zoals alle anderen - tot bij de lezer te brengen. Dat zorgt van meet af aan voor bevreemding, ongemak en spanning, een confronterende manier om kennis te maken met Mattis en evenzeer het gewicht te voelen dat zijn zuster Hege draagt. Meesterlijk lijkt ons daarvoor een terechte omschrijving.
Het verhaal is mooi, tragisch en subtiel uitgewerkt.
De vogels is een compleet ander boek dan het eveneens indrukwekkende 'Het ijspaleis' van Tarjei Vesaas. Waar ze elkaar wel ontmoeten is in helder en schoon taalgebruik, in het bijna lichtvoetig aanraken van tragiek en in de blik die beide boeken schenken op de innerlijke beleving van die tragiek. Straf.

Door Gert De Bie sinds 11 maanden en 7 dagen
Cory Doctorow kan schrijven, doet dat niet vrijblijvend en steekt behoorlijk wat vaart, actie en spanning in zijn boeken. Little Brother vinden we nog steeds één van de meest verrassende, beklijvende en relevante boeken die we de afgelopen jaren ontdekten: het jongvolwassenen-genre overstijgend, maar wel snel, toegankelijk, spannend en beklijvend.
Dat we ooit Homeland (Little Brother #2) gingen lezen, stond in de sterren geschreven, maar dat we er niet zo van onder de voet als van Little Brother #1 gingen zijn, eigenlijk ook.
Ook nu komt hacker & IT-nerd Marcus weer temidden protesten, schimmige overheidsorganisaties, corrupte agenten en gelekte documenten terecht in een Californië dat meer op een fascistiche politiestaat lijkt dan op de vrije blije hippiestad die we in het achterhoofd hebben.
Ook nu zijn het de onbegrensde mogelijkheden van het internet, de solidariteit onder hackers en het potentieel van technologie die Marcus en zijn vrienden (en de rechtvaardigheid?) ondanks alles overeind houden.
Is het omdat we de formule al kenden dat we wat minder onder de indruk waren? Of zijn de plotwendingen die Doctorow in Homeland gebruikt echt wel simplistischer? Het boek is goed geschreven en we lazen het graag, maar de lat die Doctorow met Little Brother legde, wordt niet gehaald.
Extra lof krijgt de auteur wel voor de activistische en oprechte pamfletten die hij achteraan het boek toevoegt. Daarin wijst hij lezers de weg naar de technologie die privacy kan beschermen of laat hij (wijlen) Aaron Swartz en Jacob Appelbaum aan het woord om de lezers erop te wijzen dat de dingen die in Homeland gebeuren, ook feitelijk bestaan en plaatsvinden. Activisme en literatuur hand in hand, dat stemt ons vreugdevol.
In 'Ithaca' vertelt Claire North het verhaal van Penelope, die - wachtend op de thuiskomst van haar man Odysseus (yep, die van dat paard) - zijn koninkrijk probeert veilig te stellen.
Tussendoor poogt ze haar zoon Telemachus op te voeden, houdt ze ongedurige aanbidders die azen op het koninkrijk op afstand en zoekt ze een veilige positie binnen de fragiel gebalanceerde Griekse politieke machtsstrijd. Als lezer kijk je mee door de ogen van Hera, godin-moeder en echtgenote van Zeus en wordt je stevig met de neus op de sterk patriarchale gesloten machocultuur van het Oude Griekenland met zijn oorlogshelden gedrukt.
Claire North schrijft dit alles met vlotte, snelle pen en met heel wat aandacht voor de aspiraties, achterliggende redenen en motieven van al haar personages. Dat maakt van Ithaca een subtiel geweven boek vol intriges, plotwendingen en spanning.
Waarom maar drie sterren voor zo'n boek? Omdat we Claire North tot nog toe een volstrekt originele auteur vonden, met een eigen stem, eigen thematiek en verrassende, frisse, meeslepende en vlot geschreven boeken vol spanning en toch niet geheel vrijblijvend.
Dat ze de mythe van Odysseus herschrijft, doet daar een beetje aan af, vinden we. Al doet ze dat natuurlijk goed en weer met frisse stem. Laat daar geen twijfel over bestaan.
Wil je een goed boek lezen of op originele manier kennis maken met de mythe van Odysseus? Lezen die handel.
Wil je Claire North leren kennen als heerlijk, volstrekt origineel auteur? Lees The First Fifteen Lives of Harry August of The Gameshouse

Door Gert De Bie sinds 11 maanden en 20 dagen
Wie José Saramago leest krijgt een unieke vervlechting van de grootste parameters in de literatuur voorgeschoteld: inhoud en stijl als werkelijk één geheel. De stijl bestaat bij Saramago uit lange, dansende zinnen waarin interne monoloog, dialoog en vertelling naadloos in elkaar overgaan binnen dezelfde zin, waardoor er subliem gevulde pagina's ontstaan van grote alinea's die lijken te suggereren dat Saramago's universum geheel gevuld is met woorden. De inhoud verhaalt zich in zijn boeken steeds als een interessant conceptueel experiment, zoals in De stad der blinden, waar hij de vraag stelt: wat als er een besmettelijke ziekte rondwaart die ons blind maakt? In Alle namen is dit thema iets complexer, wellicht minder briljant, maar alsnog geniaal: Meneer José werkt op een bureau van het Algemene Archief van de Burgerlijke stand, waar alle namen, geboorteplaatsen en -data verzameld worden in enerzijds een archief van de levenden, en eens mensen sterven overgeplaatst worden naar het archief van de doden. Saramago werkt dit thema theoretisch zo uit dat we de indruk krijgen dat het archief werkelijk alle data van iedereen bijhoudt, van de hele wereld, uit heel de geschiedenis, wat het archief een soort metafysische, bijna absurde, dimensie geeft. In feite doet de setting van dit boek me ook denken aan de films van Wes Anderson, maar dan met een stevige cinematografische kleuring door Tim Burton. Zoals we ons van een archief kunnen inbeelden, is het geordend op een misselijkmakend logisch-hiërarchische structuur die eerder aanvoelt als een labyrint dan als een systematisch geheel. Labyrintisch is ook de zoektocht die José Saramago doormaakt wanneer hij plots een buitengewone interesse krijgt in de gegevens van een vrouw wiens personeelsfiche onvolledig blijkt. Als een journalist gaat hij op zoek naar haar thuisadres, waardoor hij in feite reeds de grenzen van zijn bevoegdheden als medewerker van de Burgerlijke Stand overschrijdt, maar kan haar niet vinden. Wat volgt is een obsessieve zoektocht door de dwaalwegen van archief en stad, naar een vrouw die hij nooit gekend heeft. Een vrouw waarvan hij zelfs niet weet of ze nog leeft. Saramago's stijl is, zoals ik net al zei, de vervollediging van dit 'zoektocht'-thema. Mr Josés kronkelende zoektocht spiegelt ons pad door Saramago's dronken proza dat gevuld is met filosofische beschouwingen over het leven en de dood, de betekenis van namen, de aard van het onderzoek en het nut van de archivistiek. Volgens mij maakt Alle namen een prototypisch onderdeel uit van Saramago's werk, hoewel het in de schaduw staat van kaskrakers zoals Stad der blinden. Voor elke Saramago fan, zeker de moeite waard!

Door Simon Vaes sinds 366 dagen
Verrassend en fris, zo voelden de drie novelles (Kitchen, Volle maan en Moonlight Shadow) die in Kitchen gebundeld werden aan.
In 'Kitchen' komt Mikage, een wees die nu ook haar grootouders verliest, haast toevallig terecht bij Eriko en haar zoon Yuichi en maakt daar haar rouwproces door. Ze voelt zich daar meteen thuis omdat er een fijne keuken is.
In 'Volle maan' maakt ook Yuichi een rouwproces door en staat de wisselwerking tussen Mikage, die rouwen door en door kent, en Yuichi centraal.
Tot slot volgen we in 'Moonlight Shadow' drie personages die een geliefde verloren.
Hoewel de thematiek van Kitchen behoorlijk zwaar is, weet Banana Yoshimoto er behoorlijk lichtvoetig mee om te springen. Ze vertelt dikwijls over banale dingen zoals eten en drinken, maar schrijft tussendoor bijna achteloos grootste dingen in eenvoudige woorden of korte, rake zinnen neer. Soms voelt dat wat hoekig aan, maar storen doet dat niet en misschien is dat wel de manier waarop haar verhalen overeind en verteerbaar blijven.
De eerste twee zijn de meest verrassende, het laatste het meest intense en poëtische. Knap.
Een cultboek/klassieker die in 1937 in Iran verscheen en onder boekhandelaars heel wat weerklank vond toen uitgeverij Jurgen Maas in 2018 een nieuwe Nederlandse vertaling op de markt bracht.
We namen ons al langer voor hem te lezen, maar het bleek nodig te zijn 'De blinde uil' op het programma van 'Tussen de letters' te zetten om effectief aan het lezen te slaan.
De sfeer in de belevingswereld van het hoofdpersonage heeft weerklank van Werther uit Goethes klassieker: zijn leven wordt gedomineerd door een onmogelijke liefde en een existentiële crisis. In De blinde uil komt er echter nog een flinke portie opium bij kijken.
Het boek groeit na lezing meer in onze achting dan tijdens, wat me toch altijd een goed teken lijkt: het heeft dan duidelijk een stempel gedrukt en zijn sporen achter gelaten.
Hedayat bouwt geen heldere verhaallijn uit, maar geeft de belevingswereld van zijn lijdende hoofdpersonage knap weer en speelt op een knappe manier met herhaling, die je als lezer soms houvast biedt, dan weer net doet twijfelen of op het verkeerde been zet.
De flinke portie weltschermz die meegedragen wordt, doet ons denken dat we hier als 18-jarige lezer wel eens mee gedweept konden hebben. Nu denken we soms: gast, stel u niet aan :), zonder daarom ook maar minder geboeid of minder empathisch verder te lezen.
Straf boek, één dat zich ongetwijfeld laat herlezen en herlezen.

Door Gert De Bie sinds 366 dagen
Drijven is het literaire debuut van het heerlijke Nederlands-Vlaamse cabaretduo Grof Geschud, bestaande uit Myrthe van Velden en Lander Severins. Fris van de theaterschool brachten ze 'Lijmen' op de planken: een knappe cabaretshow waarin ze verhaalden over hun leven als liefdeskoppel én professioneel duo. Nadien volgde 'Broeden', een stuk met een zelfde speelse lijn waarin Lander en Myrthe het publiek vertelden dat hun liefdesrelatie over is, maar ze daar als professioneel duo hoegenaamd geen probleem mee hebben.
En nu is er 'Drijven', de roman waarin ze bovenstaande verhaallijnen hernemen, verder uitdiepen en in wisselend vertelperspectief van zich afschrijven.
Het boek heeft twee grote krachten: Lander en Myrthe hebben een heerlijke, speelse en soms beeldende taalbeheersing, schrijven vlotte en schone zinnen en bouwen knappe scènes op.
Bovendien geven ze een intieme en eerlijke blik op hun relatieleven: als lezer leef je van a tot z mee met hun kleine kantjes, het aantrekken en afstoten en de al dan niet onmogelijkheid van hun liefde.
Indrukwekkend debuut, zeggen we dan.
De vele scènes komen ongetwijfeld van hun kwaliteiten als theatermakers, maar breken soms het leestempo een beetje. Al zouden sommige lezers daar net van kunnen houden: het boek biedt rustpunten en laat zich snel weer oppikken.
Sterk debuut, dat een breed publiek zal aanspreken en absoluut naar meer smaakt!

Door Gert De Bie sinds 366 dagen
U weet wel dat we sinds 'Station Eleven' een flinke boon hebben voor Emily St. John Mandel.
Hoewel
we opvolger The Glass Hotel een beetje ontgoochelend vonden en over
voorganger The Singers Gun ook niet helemaal enthousiast waren, vielen
we zo voor Station Eleven dat de auteur nog heel wat krediet bij ons
heeft. We stonden dan ook te springen toen Sea of Tranquility (vertaalt
als Zee van rust) verscheen.
In Sea of Tranquility vangt Emily
St. John Mandel aan met 3 verhalen van verschillende personages over een
tijdsspanne van 300 jaar. Nog eens 100 jaar later en een hoofdstuk
verder, begint de lezer grip te krijgen op hoe de verhalen met elkaar
interageren.
In haar heerlijk vloeiende stijl weeft Emily St.
John Mandel een goed opgebouwd, vlot leesbaar en goed doordacht verhaal
in elkaar dat polst naar de maakbaarheid van ons bestaan, dat zoekt naar
de ultieme toetssteen van de realiteit en dat speelt met de gevolgen
van tijdreizen.
St. John Mandel schreef Sea of Tranquility
tijdens de Covid 19-Pandemie en weeft de context daarvan moeiteloos door
haar boek (sinds Station Eleven had ze pandemies eigenlijk al in haar
pen).
Bovendien krijgt Sea of tranquility ook een laagje metafictie
mee en toont het boek opnieuw aan hoe St. John Mandel moeiteloos en
ingenieus haar verhaal in elkaar puzzelt.
Een kritische slotnoot?
Hoe graag zouden we hier nog aan toevoegen dat wát St. John Mandel te
vertellen heeft over tijd, realiteit of de echtheid van het bestaan van
hetzelfde niveau is. Maar dat is vooral degelijk. En goed gedaan. Maar
net niet meer dan dat.
Op naar de volgende, want op die
kritische toon willen we niet eindigen: aangenaam en bovengemiddeld goed
is Sea of tranquility absoluut!

Door Gert De Bie , 21/08/2022
U weet wel dat we sinds 'Station Eleven' een flinke boon hebben voor Emily St. John Mandel.
Hoewel
we opvolger The Glass Hotel een beetje ontgoochelend vonden en over
voorganger The Singers Gun ook niet helemaal enthousiast waren, vielen
we zo voor Station Eleven dat de auteur nog heel wat krediet bij ons
heeft. We stonden dan ook te springen toen Sea of Tranquility (vertaalt
als Zee van rust) verscheen.
In Sea of Tranquility vangt Emily
St. John Mandel aan met 3 verhalen van verschillende personages over een
tijdsspanne van 300 jaar. Nog eens 100 jaar later en een hoofdstuk
verder, begint de lezer grip te krijgen op hoe de verhalen met elkaar
interageren.
In haar heerlijk vloeiende stijl weeft Emily St.
John Mandel een goed opgebouwd, vlot leesbaar en goed doordacht verhaal
in elkaar dat polst naar de maakbaarheid van ons bestaan, dat zoekt naar
de ultieme toetssteen van de realiteit en dat speelt met de gevolgen
van tijdreizen.
St. John Mandel schreef Sea of Tranquility
tijdens de Covid 19-Pandemie en weeft de context daarvan moeiteloos door
haar boek (sinds Station Eleven had ze pandemies eigenlijk al in haar
pen).
Bovendien krijgt Sea of tranquility ook een laagje metafictie
mee en toont het boek opnieuw aan hoe St. John Mandel moeiteloos en
ingenieus haar verhaal in elkaar puzzelt.
Een kritische slotnoot?
Hoe graag zouden we hier nog aan toevoegen dat wát St. John Mandel te
vertellen heeft over tijd, realiteit of de echtheid van het bestaan van
hetzelfde niveau is. Maar dat is vooral degelijk. En goed gedaan. Maar
net niet meer dan dat.
Op naar de volgende, want op die
kritische toon willen we niet eindigen: aangenaam en bovengemiddeld goed
is Sea of tranquility absoluut!

Door Gert De Bie , 21/08/2022
Uitgeverij Oevers geeft boeken uit met een hart (naar eigen zeggen, en we geloven hen) en de focus op Scandinavië, maar bracht ons ook al moois uit andere landen: ze wisten ons al meermaals te verrassen en we volgen hun selectie gretig en met argusogen.
'Iets wat helpt' is hun tweede vertaling uit het oeuvre van Mona Hovring, de Noorse auteur die in Scandinavië al meermaals in de prijzen viel.
We krijgen het verhaal van Laura die in haar kinderjaren haar moeder verliest: die liep de zee in met een steen in haar handen en keerde nooit meer weer. Laura worstelt er zelf mee en de relatie met haar vader geraakt helemaal op een dood spoor.
Het boek vangt mooi, haast poëtisch aan, waardoor je als lezer het drama mee draagt, maar het boek niet loodzwaar binnenkomt.
Nadien volgen we het emotionele en seksuele ontluiken van Laura tijdens haar tienerjaren en - hoewel het boek dan nog steeds vol mooie passages staat - voelt het allemaal wat minder dichtbij. Laura valt voor oudere vrouwen (is dat de zoektocht naar een substituut moeder?) geraakt alsnog in de ban van de zoon van één van de vrouwen die haar verleidde, en lijkt uiteindelijk op haar eigen drama af te stevenen.
Zo beloftevol het boek aanving, zo onthecht geraakten we later. Het leek plots allemaal wat afstandelijk, in elkaar gepuzzeld en beladen met wat (te) eenvoudige symboliek.
Misschien zijn wat streng, maar dit had mooier kunnen zijn. Edoch: met plezier gelezen hoor.

Door Gert De Bie , 15/08/2022
Vlot leesbaar, relevant en goed uitgewerkt. Uniek chroniqueur van de tijd
We steken ons respect voor Kae Tempest (Kate ten tijde van de publicatie van deze debuutroman) niet onder stoelen of banken.
Hun 'On Connection' vonden we van een uitmuntende schoonheid: goed geschreven, relevant en een eerlijke, open en oprechte poging om vanuit het persoonlijke een universele boodschap neer te pennen. Een boodschap die net daarom aankwam. (Een boekje dat we evenzeer koesteren als This is Water van wijlen DFW).
Ook hun optredens zijn van een ongekende intensiteit en schoonheid, mochten we onlangs op Gent Jazz ervaren.
Weer over naar het boek zelve.
The Bricks that Built the Houses is een fijne, vlot leesbare en goed geconstrueerde roman over het leven aan de onderkant van de samenleving in Zuid-Londen. We volgen Becky, danseres en masseuse, haar vriend Pete, professioneel dopper en zijn zus Harry, een drugsdealer die worstelt met haar geaardheid. De roman verscheen als spiegel van debuutplaat 'Everybody down', sommige hoofdstukken dragen titels van nummers, andere verhaalpassages vind je terug in songteksten.
Tempest leidt ons door de wereld van Zuid-Londen met scherpe pen, heldere metaforen en rake beschrijvingen omdat ze de stad daar door en door kent en doorleefd heeft.
Daarnaast schetst ze van haar personages uitgebreide achtergronden om aan de lezer duidelijk te maken dat we allemaal ons verhaal meedragen; meestal een verhaal van vallen, opstaan en weer doorgaan. Af en toe voelt de roman daardoor aan alsof je een doolhof in meerdere verdiepingen bewandelt en moet je weer even uitzoeken op welke verdieping je bent, maar het zorgt wel voor empathie en iets wat op begrip lijkt voor (bijna) alle personages.
Zo leidt Tempest de lezer naar een fris, speels, geloofwaardig en ietwat uitzinnig slot, dat ons
aan de sfeer van films als Lock, Stock and Two Smoking Barrels deed denken. Maar Tempest gebruikt het niet als orgelpunt, maar als aanzet voor een waarachtig slothoofdstuk.
Boek, personages, platen of optredens, ze lijken bij Tempest allemaal het volgende gemeen te hebben: communiceren vanuit zoekende onzekerheid, maar vol vertrouwen en openheid, met begrip en empathie voor andermans zoektocht en verhaal. Dat moest er nog even uit.
Nog één keer weer naar dat fijne boek: het is vlot leesbaar, relevant en goed uitgewerkt. Links en rechts de kleine euvels van een debuut, maar die houden de 5de ster slechts op korte afstand. Mooi!

Door Gert De Bie , 28/07/2022
Peter Terrin heeft een goeie pen. Dat weten we.
We vertellen graag hoe de openingspassage van Monte Carlo de mooiste bladzijden bevat die ooit in het Nederlands taalgebied zijn geschreven.
Over naar De bewaker, Terrin's doorbraakroman, bekroond met de Europese Literatuurprijs en in maar liefst 16 talen gepubliceerd.
Michel & Harry bewaken een flatgebouw voor de superrijken en kwijten zich plichtsbewust van hun taak. Hun wereld reikt niet verder dan de ondergrondse parkeergarage waar de enige in- en uitgang zich bevindt en hun dagelijkse routine voeren ze minutieus uit.
Afstompend en bevreemdend: Peter Terrin overmant de lezer onmiddellijk met ongemak en sleurt hem mee in de beklemmende sfeer van de betonnen kelderruimte. Waarom komt de bevoorrading niet op tijd? Wat speelt er zich in de buitenwereld af? Is het oorlog? Zijn de bewakers vergeten? Waarom zijn de bewoners één voor één vertrokken?
De sfeer wordt steeds grimmiger en de bewakers verliezen elke houvast.
Terrin beschrijft in korte, droge hoofdstukken hoe de bewakers zich steeds verder in hun eigen gedachtegang verliezen en de grip op zichzelf en de realiteit - wat die ook moge zijn - steeds meer verliezen.
Bevreemdend, ontwrichtend, angstaanjagend en goed geschreven.
Graag gelezen, maar helemaal overtuigd zijn we niet: we ervaarden iets teveel afstand tijdens het lezen en vragen ons af of de plot er eigenlijk één was.

Door Gert De Bie , 17/07/2022
Heerlijk toch om telkens opnieuw te ontdekken hoe literatuur kan verrassen en je bij de keel kan grijpen in al zijn eenvoud en schoonheid.
Het IJspaleis van Tarjei Vesaas - de in 1970 overleden Noorse auteur - is dat beide: eenvoudig en schoon.
In een helder, rechttoe taalgebruik, schetst Tarjei Vesaas het verhaal van een bijzondere ontmoeting tussen twee 11-jarige meisjes. Unn, die nieuw is in het dorp, en Siss, die er opgroeide, voelen van meet af aan dat er iets bijzonders tussen hen kan zijn en na wat aftasten brengt een eerste ontmoeting beide meisjes helemaal in de war.
Het is indrukwekkend hoe Vesaas die schone, oprechte verwarring tot bij de lezer weet te brengen: zelfs nu we er over schrijven, voelen we ze weer onder ons vel kruipen.
De volgende dag verschijnt Unn niet op school. Ze voelt zich niet klaar voor een nieuwe ontmoeting met Siss en dwaalt onderweg naar school af naar het ijspaleis: een bevroren waterval in al haar dreigende, mysterieuze schoonheid.
Heel het dorp schiet in actie na haar verdwijning en Siss moet er op haar manier mee zien af te rekenen.
Ook hier toont Vesaas op indrukwekkende wijze wat literatuur vermag: het landschap, de witruimte tussen de tekst, de uitgesproken en onuitgesproken vragen en twijfels geven een intiem en raak beeld van de tragiek die Siss probeert te dragen en de manier waarop ze alle onopgeloste vragen een plaats probeert te geven.
Het ijspaleis is een tragisch boek dat overeind blijft omwille van de ontroerende schoonheid en de stille hoop die van de bladzijdes spat. Niet de onmiddellijke, goedkope hoop van 'alles komt goed' en 'we lossen dit wel op', maar de levensvatbare, warme, gestaag groeiende hoop van het leven dat zijn weg wel vindt. Schoon en krachtig, dat boek.

Door Gert De Bie , 17/07/2022
Verhalenbundels beoordelen is een beetje een ondankbare taak. Zelden halen alle verhalen hetzelfde niveau. Beoordeel je dan het gemiddelde of het beste van zo'n bundel? Wat ben je al vergeten als je 26 verhalen leest en nadien een recensie uit je vingers tovert?
Enfin, laat ons akte nemen van die nuances en gewoon verder doen.
Shirley Jackson heeft een vlotte, rake en heldere pen. In sommige verhalen heeft ze na 2 zinnen een spanningsboog opgebouwd die je niet meer loslaat, in andere verhalen weet ze met een openingszin een hele wereld te scheppen. Steeds zijn haar verhalen rechttoe rechtaan en kennen ze een snelle opbouw, soms ook een even snelle ontwikkeling.
Vele verhalen hebben een huislijk karakter, maar dat maakt ze noch braaf, noch saai, noch voorspelbaar. Het kopen van een ons boter kan een hele context meegeven, een gesprek met de buurvrouw verklapt alles over de sociale ladder, .... Shirley Jackson fileert de samenleving met een scherpe blik. Soms serveert ze licht absurde plots, dikwijls hebben haar verhalen iets beklemmends, vervreemdend of ronduit angstaanjagend.
Op haar best vinden we Jackson als ze in verhalen over schijnbaar onschuldige, dagdagelijkse situaties met een messcherpe pen genadeloos maatschappelijk onrecht weet bloot te leggen en zowel haar personages als de lezer met ongemak achter laat.
Dat geeft het gros van haar verhalen meteen ook tijdloze relevantie.
Straffe pen, straffe madam, straffe verhalenbundel!

Door Gert De Bie , 11/07/2022
4 sterren voor het verhaal.
De stijl van Herzog was bij aanvang wat wennen, maar leent zich uiteindelijk toch erg goed om het bijzondere relaas van Hiroo Onoda te vertellen.
Toen het Japanse leger zich in 1944 terug begon te trekken van het Filipijnse eiland Lubang, kreeg Onoda het bevel om een guerilla strijd te voeren en zo de landing van de geallieerden te bemoeilijken. Zolang er nog soldaten onder zijn bevel stonden, mocht hij zich nooit overgeven.
Onoda nam zijn taak absoluut ter harde en nadat de Amerikanen geland waren en de Japanners van het eiland verdreven hadden, verschool hij zich met 3 mede-soldaten in de jungle om de strijd verder te zetten. Het nieuws van de capitulatie en het einde van WOII bereikte hen niet, en plichtsbewust bleef Onoda zijn strijd verder zetten. Pas 30 jaar later gaf hij zich uiteindelijk over.
Herzog beschrijft het verhaal in relevante etappes, vol mededogen, maar meet de nodige afstand. Bijzonder boekje.

Door Gert De Bie , 07/07/2022
Heerlijk, speels en vlot leesvoer, dit cultboekje uit 1975 in Nederlandse vertaling van Johannes Jonkers opgevist door uitgeverij Oevers.
Joe Brainard was een Amerikaans kunstenaar en auteur die in de jaren '60 aansluiting vond bij de New York School, met Frank O'Hara als middelpunt.
"I remember" is een uniek literair tijds- en egodocument dat Joe Brainard in verschillende stadia schreef tusseen 1969 en 1973. De eerste verzamelde uitgave dateert van 1975 een laatste herpublicatie in het Engels volgde in 2012.
In korte, heldere stukjes - dikwijls niet meer dan 1 of 2 zinnen - somt Joe Brainard op wat hij zich herinnert. "Ik herinner me" wordt heel het boek door gevolgd door dikwijls herkenbare, soms erg intieme of net heel universele dingen die onze terugblik kleuren.
Een detail van iemands kledij, de geur van een huis, een zin die je je hele jeugd door te horen kreeg, een eerste zoen, ...
Het speelse en volstrekt willekeurige karakter van de herinneringen en de rechttoe, rechtaan beschrijvingen zonder uitweidingen of overbodige details geven het boek een fantastisch ritme.
De behandelde herinneringen zijn herkenbaar, dikwijls ook als ze heel erg intiem zijn en het boek is volkomen pretentieloos.
Bijzonder boekje dat ongetwijfeld met plezier herlezen wordt en telkens iets nieuws openbaart.

Door Gert De Bie , 18/06/2022
Dit hadden 5 sterren kunnen zijn, ware het niet dat onze
sympathie voor de wandelende schrijver met elke bladzijde meer en meer
weg deemsterde.
Jeroen Theunissen heeft geen talent voor het
leven - dixit de schrijver zelve na een 400-tal bladzijden:
angstaanvallen, tekenen van depressie (en een knoert van een
midlifecrisis, vullen we zelf aan) deden hem 4 jaar geleden besluiten
zijn vrouw en twee jonge kinderen (waarvan 1tje amper enkele maanden
oud) achter te laten en 6 maanden lang dwars door Europa van Ierland
naar Istanbul te wandelen.
Theunissen puurt er een indrukwekkend
boek uit: op zoek naar zichzelf reist hij door de geschiedenis van
Europa, vindt noch zichzelf, noch de ziel van ons continent, maar rijgt
wel kleine en grote verhalen aan elkaar die de lezer van a tot z geboeid
houden. Een geschiedenis van conflicten, vergeten helden en
verschuivende belangen die Theunissen regelmatig terugkoppelt naar de
crisissen van vandaag: klimaat, vluchtelingen en het
superioriteitsgevoel van West-Europa ten opzichte van de rest van het
continent. Een verhaal van lokale helden en ambitieuze vorsten, van
vergeten gehuchtjes vermalen onder de raderen van de geschiedenis of
grootse rijken die die raderen aandreven.
Wat Theunissen echter
ook doet is focussen op lelijkheid en schijnbare zinloosheid terwijl hij
continu de grens tussen realisme en cynisme oversteekt. Vele
ontmoetingen die Theunissen beschrijft dragen een pijnlijke tristesse in
zich mee en de schrijver houdt er blijkbaar van om zonder gêne zijn
medemens te kijk te zetten. De enige reden waarom dit als lezer
aanvaardbaar blijft, is omdat hij dat regelmatig ook met zichzelf doet.
Maar mooi is het allemaal niet.
Waarom hij dat doet, blijft me een
raadsel. Eenzijdig schrijven over schoonheid zou ook een leugen zijn,
maar die focus op de kleine kantjes en grauwe randjes van ons bestaan
lijken vooral een excuus om de weltschmerz van de schrijver zelve te
voeden.
Laat 10 andere schrijvers die wandeling maken en de
ontmoetingen op hun pad die van Theunissen vervangen en je krijgt een
genuanceerder én een nog beter boek.
Gefascineerd gelezen en goed geschreven: absoluut, en toch denken we vooral: gaat het wel met je, Jeroen?
In
de omvangrijke literatuur die hij citeert herkennen we onze eigen
boekenkast, in de vragen die hij stelt onze eigen rusteloosheid. In de
verlangens die hij uitspreek die van ons zelve en in zijn poging daar
iets aan te doen, ons eigenste reis- en vluchtverlangen.
Maar na
lezing van 'Ik=cartograaf' weet ik zeker dat Jeroen en ik tegenpolen
zijn en dat een gezellig avondje samen op café er niet in zit.

Door Gert De Bie , 17/06/2022
De
Franse auteur Maurice Leblanc (1864 - 1941) schreef bij de aanvang van
zijn schrijverscarrière voornamelijk psychologische romans, die door
critici wel gesmaakt werden, maar commercieel geen succes waren. Rond de
eeuwwisseling vroeg het magazine 'Je sais tout' hem om een avontuurlijk
verhaal te schrijven.
Om aan die wens te voldoen, creëerde
Leblanc het personage Arsène Lupin, een beetje geïnspireerd op Sherlock
Holmes, maar aan de andere kant van de wet.
Een betere zet had
Leblanc niet kunnen doen: Arsène Lupin werd een populaire
publiekslieveling die nog heel wat romans, kortverhalen, novelles en
later ook verfilmingen, theaterstukken en musicals mocht meemaken.
In
het eerste deel 'Arsène Lupin - Gentleman inbreker' maken we kennis met
dit mysterieuze, flamboyante personage dat zich midden de Parijse adel
begeeft alsof het niets is, maar daarnaast zijn kleptomanie op
intelligente en doordachte manier weet uit te leven.
Leblanc
schets heden en verleden van Lupin aan de hand van negen kortverhalen,
waarin we op frivole, speelse en hoogst amusante wijze kennis maken met
de snuggere inbreker.
Leblanc laat verder zien dat hij kan schrijven en weet de verhalen telkens interessante invalshoeken en plots mee te geven.
Wil je wat aangename, verrassende vakantielectuur deze zomer? Wij zouden niet aarzelen: Arsène Lupin is uw man!

Door Gert De Bie , 17/06/2022
Een boek van Eva Meijer lezen stond al langer op ons verlanglijstje, en kijk: plots hebben we dat achter de rug. Schrijvende filosofen, filosoferende schrijvers: ze hebben bij mij altijd al een streepje voor gehad. Als ze dan ook nog jong zijn en zelfs singer/songwriter aan hun curriculum mogen toevoegen, is mijn interesse helemaal gewekt! Haar laatste boek 'Zee nu' werd meteen mijn eerste kennismaking met haar werk en kort samengevat hebben we daarover het volgende te vertellen: goed geschreven, inhoudelijk relevant, prikkelend en met links en rechts sterke zinnen die op ons 'te onthouden' en/of 'verder over na te denken'-lijstje komen te staan. Best wel wat eigenlijk. Meijer weet wat ze wil zeggen of hoe ze iets wil laten nazinderen. En dan nu de 'maar' die u van mijlenver zag aankomen: ik vraag me na lezing nog steeds af waarom ik iets zou geven om de personages uit Eva Meijer's roman. Geen enkel daarvan werd van vlees en bloed voor me, en wat hen al dan niet overkwam in het boek liet me helemaal koud. En ook al is de verhaallijn van Zee nu (Nederland krijgt af te rekenen met een stijgende zeespiegel, maar geen van de omliggende landen krijgt dat ook te verduren ) actueel en relevant, ook daar laat Meijer veel potentieel liggen, werpt ze plotlijnen op die openblijven en creëert ze mystiek zonder daar iets mee te doen. Dus. Ik ga er van uit dat Meijer al betere dingen geschreven heeft. En laat die dan nog even op mijn te lezen lijst staan. Maar u moet zich niet laten afschrikken: Zee nu is best leesbaar en relevant.
Wat heeft Els Beerten een verfijnde, heldere en straffe pen. De rest van ons leven vertelt in korte, krachtige en rake zinnen over het leven van de snel opgroeiende Fredo Santoro, die als kind met zijn vader naar Engeland trekt, waar hij opgroeit in de Italiaanse gemeenschap. Zijn leven wordt overhoop gegooid door WOII wanneer Mussolini het kamp van de fascisten kiest. Na de Tweede Wereldoorlog komt Fredo weer in Italië terecht, waar hij ook een vreemde is. In al die voor- en tegenspoed blijft hij echter gestaag trouw aan zichzelf en zijn idealen. Lessen die hij op zijn beurt en vol overtuiging doorgeeft aan de volgende generatie. Els Beerten heeft een kraakheldere stijl en geeft 'De rest van ons leven' een strak verteltempo mee. Het boek is een universeel verhaal over ontheemd zijn, een spannend relaas over opgroeien, een parabel over het creëren van een thuis en een meeslepende avonturenroman. Dat Beerten in dat alles ook nog uitpakt met schone zinnen die in al hun eenvoud van de bladzijdes stralen, soms filosofisch, soms gewoon raak, soms met een knipoog relativerend, maakt het leesplezier alleen maar groter. Met veel plezier en gretig uitgelezen!

Door Gert De Bie , 16/03/2022
Zelden een boek gelezen dat zo schittert door zijn eenvoud. Gesprekken met mijn tuinman is de neerslag van de gesprekken die de schilder Henri Cueco voerde met zijn (hoe raadt u het!)... tuinman. De heren zijn beide op leeftijd, hebben een totaal verschillende leefwereld, maar vinden elkaar in de dialoog, waar ze de nodige ruimte laten om te zijn wie ze zijn. Dat maakt van het boekje meteen ook het relaas van een vriendschap, waarbij het respect voor elkaars kunnen - al is dat nog zo verschillend - uit elke woordenwisseling doorschemert. Gesprekken met mijn tuinman baadt in oprechtheid en authenticiteit en heeft je als lezer zonder de minste pretentie heel wat te vertellen. De uitlatingen van een tuinman over 'de vrouw', 'die vis' of 'de dood' zijn in al hun eenvoud soms veelzeggender dan de uitgebreid toegelichte gedachtes van eender welke filosoof, de stilte die de schilder laat vallen vertellen soms meer dan een doordacht betoog. Kleine wijsheden, herkenbare eigenschappen, fraais over wat mooi is en waarom, moois over mens zijn en eenvoudige taal over aanvaarden en loslaten. Zo kabbelt Gesprekken met mijn tuinman zacht en hartverwarmend meanderend naar een ontroerend slot. Heerlijk, pretentieloos en raak.

Door Gert De Bie , 10/03/2022
Ga er gerust van uit dat Circusnachten van Angela Carter om -tig redenen absoluut een lezenswaardig boek is. Maar een boek beoordelen gaat natuurlijk ook steeds over je leeservaring en die wordt door meer beïnvloed dan het boek zelf. En dan wordt objectiviteit een heel hol begrip. Maar weer naar het boek. Circusnachten is een kleurrijk, speels en verrassend avontuur vol frivole wendingen, groteske figuren, humor en visie. In het boek noteert journalist Jack Walser het levensverhaal van Fere, een unieke trapeze-artieste die opgroeide onder de vleugels van een prostituee en de absolute ster van het circus is. Wanneer het circus naar Sint-Petersburg trekt, laat Walser - helemaal gebiologeerd door de fantastische figuur die Fere is - zich inlijven. De tocht naar en door het barre Noorden van Rusland wordt er een eentje vol verrassingen, avonturen en verrassende inzichten. Circusnachten balanceert heel de tijd op de slappe koord tussen fantastische vertelling vol waanzinnige figuren en bespiegeling van maatschappelijke kantelpunten. Het boek speelt zich af op de vooravond van de 20ste eeuw, wat volgens de betrokkenen een uniek kantelpunt in de geschiedenis zal zijn. De opening greep ons meteen bij de keel, maar de 2de helft van het eerste deel leek wat verder te kabbelen: sympathieke biografietjes van de figuren die we in het circus tegen het lijf liepen, maar het leek nergens heen te gaan. In het 2de deel van de roman wist Carter ons wel helemaal te overtuigen: het boek kreeg vaart, zijsprongen en verrassende wendingen waren meeslepend en de ideeën, bespiegelingen of visies van personages waren relevant en pasten naadloos in de unieke sfeer die ze inmiddels uitbouwde. Een uniek boekje, waarvan we misschien net iets teveel verwacht hadden, maar waarvan we niet te min blij zijn dat we het gelezen hebben.

Door Gert De Bie , 04/03/2022
Zo, ons afscheid van George Smiley is definitief. Met 'The Secret Pilgrim' schreef wijlen John Le Carré zijn achtste en laatste verhaal over de bescheiden, sympathieke, schijnbaar verlegen maar doortastende meesterspion in dienst van het Circus. In dit laatste boek wordt de gepensioneerde Smiley door een lesgever (Ned, the secret pilgrim) van de geheime dienst gevraagd om zijn studenten toe te komen spreken. De toekomstige spionnen mogen zich laven aan de levenslessen van de legendarische spion. John Le Carré gebruikt het format om Smiley in korte stukken de balans van zijn carrière op te laten maken, terwijl Ned tijdens de verhalen mijmert over zaken waarmee hij en Smiley - al dan niet samen - afrekenden. Zo wordt The Secret Pilgrim een enorm genietbaar boek voor kleinere en grotere afgehandelde zaken, waarin wederom menselijkheid de boventoon viert en ook de grote veranderingen (de val van het communisme in Rusland) niet door politiek of ideologie teweeg gebracht worden, maar door mensen. Een heerlijk lofdicht aan George Smiley, aan zijn collega's - weggedoken op terrasjes achter hun kranten, aan mistige, Berlijnse nachten, aan het genre waarin John Le Carré zijn meesterschap keer op keer botvierde en dat samen met het verdwijnen van de koude oorlog op zoek moest naar een nieuw élan. Genoten, 8 boeken op rij. (Enfin, de tweede was beduidend minder. 7 boeken op rij. Enfin, niet op rij dan. En de Karla-trilogie was ronduit indrukwekkend. Maar dat zeiden we al) :)

Door Gert De Bie , 08/02/2022
Een andere tijd en plaats en ik had dit boek waarschijnlijk wat gunstiger beoordeelt. Dat Orwell schrijven kan, hoeft hier geen betoog, noch dat hij immer relevant is. Die 'is' mag je als sleutelwoord zien: Orwell's romans en essays over klassenverschil, kapitaal en hoe die het leven bepalen, schetsen ook vandaag nog een helder beeld van kansen die wel of niet gegeven worden in het leven en wat dat met een mens doet. In 'Houd de sanseferia hoog' vertelt Orwell over Gordon Comstock, die - hoewel hij in theorie voldoende kansen heeft - vastbesloten is niet aan de geld-god toe te geven en daar een koppige, aanstellerige levenshouding van maakt. De mislukte dichter verglijdt zo in apathie, armoede, halsstarrigheid en vervreemdt steeds meer van zijn luttele resterende vrienden en familie. Het staat Orwell toe om de context van armoede te schetsen en de sociale en fysieke gevolgen ervan te bespreken. Dat daar de nodige ironie aan hangt omwille van Gordon zelf, die niet in armoede verzeilt omdat hij niet anders kan, maar omdat hij wil, werkte me echter regelmatig op de zenuwen. Misschien ligt die irritatie in het soms groteske verzet van Gordon tegen de dingen des levens zelve: Gordon wil niet buigen voor welke maatschappelijke conventie dan ook en doet er uitermate lang over om in te zien dat individualiteit en vrijheid niet alleen in verzet en rebellie hoeven te zitten, maar dat er massa's rust in aanvaarding te vinden is, waarnaast ruimte voor individualiteit en zelfs rebellie blijft. Enfin, herkenbaar dus. Misschien dat daar een grond voor onze ergernis te vinden is. Edoch. Lezenswaardig.

Door Gert De Bie , 04/02/2022
Wat een sobere, prachtige, originele en warme vertelling. Nadat ze ontwaakt met de geur van vers gezette koffie, treft Alice haar man Jules dood in de zetel aan. Ze wil de buitenwereld nog niet binnenlaten om op haar eigen tempo afscheid van haar man te nemen. Ze neemt haar tijd om hem nog te zeggen wat gezegd moest worden en haalt hem via herinneringen weer dicht naar zich toe. Diane Broeckhoven schreef een eenvoudig, hartverwarmend pareltje over afscheid nemen. In luttele pagina's schetst ze leven en liefde. In eenvoudige, heldere taal spreekt ze over leed en schoonheid. Met mooi geregisseerde personages in een karige novelle, weet ze emoties te plaatsen en duidt ze de dood en het loslaten van een geliefde in al zijn normaliteit en schoonheid. Straf, schoon, treffend en innemend.

Door Gert De Bie , 01/02/2022
Ha. Wat een heerlijk boekje toch. Even erg onder de indruk als bij de eerste lezing. Speels, erudiet maar niet hoogdravend, grappig maar met ruimte voor ernst, vlot lezend en toch een beetje ongrijpbaar: De geschiedenis van mijn tanden is het allemaal. "Zoals in elke geschiedenis komen eerst het Begin, het Midden en het Einde aan de beurt. Daarna volgen de parabolische, de hyperbolische en de elliptische uitweidingen; de rest, zoals een vriend van mij dat altijd zegt, is literatuur." Luiselli gebruikt de geschiedenis van Gustavo Sánchez-Sánchez, de beste veilingmeester ter wereld, om op een heerlijke manier aan te tonen wat literatuur vermag. Een uniek samenspel van literair experiment (zowel in vorm, opbouw, werkwijze als in inhoud) dat perfect leesbaar blijft en uitmondt in een uniek, fris literair pareltje. De context waarin het boek geschreven werd en de visie van Luiselli erop, die ze aan het eind van het boek meegeeft, verdiepen dat gevoel nog. We hebben ons met de herlezing alleszins rot geamuseerd.

Door Gert De Bie , 20/01/2022
Lieke Marsman, sinds kort Dichter des Vaderlands van onze noorderburen, bracht haar debuutroman uit in 2017. En ik lees hem nu pas! Noem het slow-reading of liever schaamteloze onwetendheid, want tot voor drie weken wist ik niet eens dat dit boekje bestond. Terstond bestelde ik het boekje bij de lokale boekenboer en begon te lezen. Ik begon mijn leesproces met volle moed, maar de eerste pagina's stelde teleur. Hier maken we kennis met Ida, een vrouw medio twintig die niet weet waar haar leven heen gaat en haar verhaal doet in de ik-verteller. Ze verkeert met Robin, een studente literatuurwetenschappen die aan haar proefschrift over een Italiaanse literatuurwetenschapper werkt. Voor de rest zit ze vooral thuis en zoekt ze naar een stageplaats. De eerste pagina's vertellen ons over Ida's identiteit, haar seksualiteit, politieke meningen, eenzaamheid en onzekerheden. We lezen een verslag van haar relatie, die regelmatig spaak loopt, en haar existentiële inertie, die allesomvattend lijkt. Zo allesomvattend dat het hele boek druipt van een onvermogen tot handelen. Alles wat Ida in het eerste deel van het boek lijkt te doen, is nadenken over zichzelf en haar lief, wat leidt tot een graatmager plot. De persoon van Ida doet me denken aan Marsman zelf: Randstad, Links, driedubbele-eco-antikoloniale-trans-feministe met licht geprivilegieerde afsmaak, post-Millenial, hoogopgeleid in de letteren [Ken jezelf, auteur van dit stuk] en doordesemd met gevoelens van angst en hopeloosheid. Die gelijkenis maakt dit boek toch weer een beetje een ego-roman, iets waar de Nederlandse literatuur misschien toch al genoeg van heeft? Maar dat terzijde, wat dit boek voor mij de moeite maakte waren de filosofische reflecties. Klimaat, existentie, diezelfde inertie en Marsmans eigen schrijven komen in die beschouwingen één voor één aan bod. Marsmans formuleringen zijn hierin steeds gekruid met poëzie en ironie, wat leidt tot een heerlijk gerecht. Al bij al, een filosofische roman die in mijn ogen even goed een essay had kunnen zijn, of een ego-document, maar desalniettemin het lezen waard voor de liefhebbers!

Door Simon Vaes , 23/12/2021
Zo, dat was dat, de volledige Karla-trilogie van wijlen John le Carré achter de kiezen. De meester van de spionage-roman is na het verslinden van dit slotluik nog verder in onze achting gestegen. Een gepensioneerde Smiley wordt terug naar het Circus geroepen na de moord op één van zijn oude agenten, een Russische ex-generaal. Hoewel niet terug in dienst, krijgt hij wel het fiat om de zaak te onderzoeken, wat hem opnieuw op het spoor van zijn nemesis Karla brengt. Met de hulp van andere oudgedienden ontwikkelt zich een zenuwslopende zoektocht. Het pensioen van Smiley en de veranderde politieke en maatschappelijke tijden geeft le Carré de ruimte om terug te blikken en zijn personages te laten contempleren over die veranderingen en het leven zelf. Opnieuw toont John le Carré zich een meester in het schetsen van karakters: mensen in al hun grootsheid, maar nog meer in al hun menselijkheid. Smiley's People is een waardige, schitterend uitgewerkte afronding van de trilogie, waar het grote heldendom opnieuw zorgvuldig vermeden wordt in een strijd die vooral slachtoffers eist: fysiek en psychisch. Een slotstuk waarbij de vraag wat een overwinning is centraal staat en hoe tragiek ieders leven binnensluipt, zelfs de voorvechters van de grootste idealen. Hadden we al gezegd dat we fan zijn. Er rest ons nog slechts één Smiley-verhaal (The Secret Pilgrim uit 1990) en dat vinden we nu al jammer.

Door Gert De Bie , 16/12/2021
Een kleinood. We gebruiken dat woord niet lichtzinnig en geven er bij deze ook nog eens expliciet de definitie volgens Van Dale bij: "een klein kostbaar voorwerp" Geen woord lijkt ons correcter als opener voor deze recensie; want dat zijn ze, de brieven die Rainer Maria Rilke aan het begin van de 20ste eeuw schreef aan de jonge dichter Franz Xaver Kappus, klein en kostbaar. De langste brief zo'n 4 blz, de kortste hooguit 1,5 blz, slechts 10 in totaal, maar allen vol heerlijke zinnen, kleine en grotere levenswijsheden, gedrenkt in oprechte adviezen en overgoten met een lichte zweem van (dichters)romantiek. De brieven werden door Kappus vrijgegeven voor publicatie (zonder zijn eigen brieven) drie jaar na het overlijden van Rilke en werden Rilke's best verkochte boek, meer dan een eeuw later nog steeds in druk en dat meer dan terecht. Rilke beantwoord de vragen en twijfels rond Kappus' dichterschap en zijn militaire carrière geduldig en nauwgezet en put daarvoor uit eigen ervaring en de genuanceerde geplogenheden van het leven zelve. Nergens paternalistisch, steeds oprecht, in een erg mooie taal en vol relevantie blikken op keuzes, leven, liefde en jezelf vinden. Het soort boek dat aanzet tot lezen en herlezen, delen en bespreken. 51 bladzijden met eeuwigheidswaarde. 5 sterren zijn zelden zo op hun plaats.

Door Gert De Bie , 09/12/2021
De quotes op de kaft liegen er alvast niet om: "Scenes of sustained action" (zelfs sommige scènes achter een bureau zijn beklijvend) "A gripping plot of devilish complexity" (doordacht, verrassend en helder uitgewerkt) "A kaleidoscope of memorable characters" (ook de bijrollen hebben een gezicht) Dus is dit misschien wel onze favoriet uit de Smiley-reeks: 664 meeslepende bladzijden over de Britste geheime dienst (The Circus) die probeert recht te krabbelen nadat ze (in de vorige roman 'Tinker, Tailor, Soldier, Spy') helemaal op apengaten lag door intern verraad. George Smiley zit ditmaal aan het roer en probeert de dienst weer op het juiste spoor te krijgen en een stap dichter bij de Russische spion Karla te komen. Opnieuw is het de combinatie van spanning, politiek, spionage, maar bovenal menselijkheid die van The Honourable Schoolboy een uitstekend, meeslepend en beklijvend boek maakt. De grote meneren aan het schaakbord mogen nog zo doordacht hun zetten doen: uiteindelijk zijn het kleinmenselijke kantjes, individuele karakters of regelrecht opportunisme die bepalen waar de stukken vallen. Heerlijk leesvoer.

Door Gert De Bie sinds 738 dagen
We lazen zowat elke letter die Joost Vandecasteele publiceerde nadat hij ons met zijn debuut 'Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij' meteen wist te fascineren. We waren geweldig onder de indruk van 'Massa', hielden van de beklemmende sfeer van 'Jungle', amuseerden ons met 'Bella' en zijn verheugd u te vertellen dat Vandecasteele met 'Verlos ons van het kwaad' weer moeiteloos het niveau van Massa haalt en zelfs overstijgt. Vandecasteele heeft als geen ander de vinger aan de maatschappelijke pols: in 'Verlos ons van het kwaad' verhaalt hij over de nadagen van de aanslagen in Parijs en Brussel en hoe individuen en een stad - als spiegel van de samenleving - daarop reageren. Koen B en Elise E spelen beiden hun eigen rol - of denken die te spelen - in de spanningen tussen bevolkingsgroepen, politici en andere machtshebbers die de maatschappij op scherp stellen in de periode na de aanslagen. Met een scherpe, verhelderende blik op ons online bestaan en alle manipulaties waaraan we ons zo blootstellen, schetst Vandecasteele de mogelijke uitkomst van de machtsspelletjes die online uitgevochten worden, "iets wat keer op keer bewezen wordt in deze moderne tijden: kwetsen staat gelijk aan winnen". Met veel vaart loodst Vandecasteele zijn lezers door de schimmige motieven, gewetenloze keuzes en opportunistische stappen die achter de schermen onze samenleving sturen en burgers meesleuren in onafwendbare chaos "tot de werkelijkheid een kopie van het internet werd, een wasteland van lawaai en lukrake verzinsels". Links, rechts, bezorgde burger, politicus of opportunistisch bedrijfsleider: niemand ontkomt aan Vandecasteele's vilaine pen en niemand weet nog wat waarheid of fictie is. Vandecasteele bouwt het verhaal geloofwaardig op, geeft zijn personages goed vorm en maakt de heftige thematiek verteerbaar met rake opmerkingen, speelse humor en cynische prikjes in een vlotte, leesbare en meeslepende stijl. Zo wordt je als lezer onafwendbaar meegesleurd naar het grimmige slot. Een toekomstvisioen dat ons nu al dicht op de huid zit. Beklemmend en onrustwekkend. Straf, relevant, meeslepend en goed geschreven: alles wat je van literatuur verwachten kan.

Door Gert De Bie sinds 752 dagen
Indrukwekkend, die boekje. Zo'n 90 jaar geleden geschreven en door Rokus Hofstede voor het eerst naar het Nederlands vertaald in 2019. Laat ons maar aanvangen met een pluim voor die vertaling, want de stijl die Ramuz hanteert, maakte daar ongetwijfeld een hele karwei van, die Rokus tot een uitmuntend einde bracht. In De grote angst in de bergen trekken 7 dorpelingen een zomer lang naar een hoog gelegen alpenweide om er een kudde te laten grazen, ondanks het drama dat zich daar 20 jaar eerder afspeelde. In een indrukwekkende stijl, met wisselende vertelperspectieven, door elkaar gebruikte werkwoordstijden en bergen, gletsjers en de natuur die bijna als levende personages worden opgevoerd, vertelt Ramuz over de angst die het dorp in zijn greep krijgt als er een ziekte in de kudde uitbreekt en er weer een groot onheil op hen af lijkt te komen. Net door die stijl, die van de lezer soms wel wat vraagt, maar gaandeweg meer en meer evident wordt, kruipt het verhaal onder de huid en zit de grote angst in de bergen uiteindelijk ook in je hoofd en lijf en leden. Mens vs. natuur, waan vs. realiteit, spanning in de gemeenschap, angst voor elkaar en politiek gekonkelfoes: indrukwekkend en verrassend hoe actueel het boek van Ramuz na 90 jaar nog smaakt. Beklijvende, beklemmende en verrassende leeservaring: altijd fijn op zo'n boeken te stuiten!

Door Gert De Bie , 27/10/2021
Met 'De gelukzalige jaren van tucht' schreef de Zwitsers-Italiaanse Fleur Jaeggy een intens en onthullend portret over het sociale leven tijdens de kostschooljaren van een ontluikende puber. Terugblikken op haar kostschoolperiode tussen 8 en 18 jaar oud, verhaalt Jaeggy over de ontmoeting tussen haar hoofdpersonage en de ietwat mysterieuze Fréderique, die haar plaats in de wereld gevonden lijkt te hebben. Jaeggy schets helder en trefzeker de verhouding tussen de meisjes (is het verliefd zijn?) en wat de band met hen doet. De anekdotiek in het boek staat vooral ten dienste van emoties en twijfels en van de positionering die de kostschoolmeisje ten opzicht van elkaar zoeken. Als er een nieuw, stralend en veel socialer meisje haar intrede in de kostschool doet, merk je hoe onzekerheid en het verlangen aanvaard te worden de band tussen de vriendinnen helemaal onderuit haalt. Wat het latere leven te brengen heeft, vormt het confronterende slotluik van deze korte parel. Fleur Jaeggy weet op ontluisterende wijze, in schone taal vol literaire zinnen het sociale spel tussen pubermeisjes te treffen zonder oordeel of pathetiek. Wie we zelf zijn en wie we denken dat anderen zijn, wat dat met ons doet en hoe dat oordeel ons doen en laten bepaalt: de kostschoolwereld van pubermeisjes, waar tucht zowel een houvast is als iets om tegen te rebelleren, staat de schrijfster toe dat op indrukwekkende wijze uiteen te zetten. Met een treffende, rake en schone slotmetafoor als kers op de taart. Pareltje.

Door Gert De Bie , 05/10/2021
Sommige boeken zijn zo mooi, dat je als lezer soms vergeet hoe tragisch ze wel zijn. Een terminaal zieke zus, een broer die ik mezelf en jullie allemaal toewens en verhalen tot zover ze reiken kunnen. Uit dat recept puurt Elvis Peeters een aandoenlijk mooie, bloedstollende novelle. Een boek van Elvis Peeters is nooit gratuit: weinig schrijvers hebben het lef hun lezers met zoveel ongemak, morele twijfel of knagend geweten achter te laten als dit schrijversduo. Maar empathie, nuance en visie: daaraan ontbreekt het ook nooit in het oeuvre van Elvis Peeters. "Natuurlijk wisten we hoe het zat, maar verhalen maken het draaglijk (...) Verhalen zijn voor de geest wat adem is voor de longen" En dat is net wat deze novelle aan zijn lezers te bieden heeft: een confronterend verhaal dat warm verpakt werd: in schone taal gaan we samen met de broer op zoek naar betekenis. Wat moet je met de uitzichtloze ziekte van je jonge zus? Wat doe je met 1000 dagen die lijden omvatten, maar die ook de enige dagen zijn die je nog krijgen zal? Door verhalen te vertellen proberen broer en zus zin te geven, zin te zoeken en een toekomst te bouwen die er niet zal zijn. "Ik ben haar grote broer en zij blijft mijn zus (...) Zelfs wanneer ze groeit tot het niet meer kan" Ook wat niet is, krijgt plaats in deze novelle: Een empathische broer, die soms ook niet meer kan. Ouders die de weg niet weten en uiteindelijk ook verhalen die geen soelaas meer bieden. Daar nemen de tekeningen van Charlotte Peys het over. In wat niet meer te vertellen valt. Daar waar alleen zij weten. Aangrijpend maar warm, pijnlijk maar helend, tragisch maar mooi.

Door Gert De Bie , 20/09/2021
Olga Ravn stipt aan de hand van getuigenverklaringen afgenomen op een intergalactisch expeditieschip fascinerende ideeën aan over wat de essentie van mens-zijn zou kunnen wezen. Dat ze die getuigenverklaringen - zelden langer dan een blz, soms slechts enkele zinnen - droog weergeeft en daar heel haar boek aan ophangt, zorgt voor een vlot leesbare roman, maar creëert voor de lezer ook behoorlijk wat afstand tot de personages die nooit meer dan een nummer zijn (Getuigenverklaring 071,...) en waarvan je soms niet weet of het mensen zijn of mensachtigen. Ook voor de rest is Ravn erg karig met informatie en context: wat het doel van het schip is, wat de 'objecten' in de 'ruimtes' zijn,... je komt er als lezer amper iets of niets over te weten. Het is ongetwijfeld een doelbewuste keuze van de auteur om alle aandacht naar de kleine nuance-verschillen in de verklaringen van mensen of mensachtigen te laten gaan. Zo kan je je als lezer mee vastbijten in vragen die het bestaan van mensachtigen naast mensen oproept: is een androïde die dromen heeft meer mens dan eentje die alleen maar taken uitvoert? Zijn kinderen van een mens, die verhalen, ideeën en vorming van hun ouders meekrijgen, iets anders dan een herboren androïde, die zijn eigen geheugen weer geüpload krijgt? Als de boel slecht afloopt, is dat onvermijdelijk omdat mensachtigen er naar verlangen om (meer) mens te zijn? Evenzeer als er mensen zijn die liever minder (mentale) vrijheid zouden wensen als ze konden kiezen? U ziet het: ideeën en vragen genoeg in een vlot leesbaar boek van 135 pagina's, da's straf gedaan. Ik meen dat de leeservaring bij ietwat meer achtergrond, kleur of context baat had gehad en het oproepen van vragen niet in de weg zou hebben gestaan. Niettemin graag gelezen. (Tijdens het schrijven van de recensie wisselde ik continu tussen 3 en 4 sterren. 3 voor de leeservaring, 4 voor de ideeën en vragen waarop het boek drijft)

Door Gert De Bie , 05/09/2021
Hopla, weer een Claire North achter de kiezen, weer met genoegen gelezen. Niet haar beste, maar we kunnen nog steeds stellen dat elk boek van Claire North bovengemiddeld goed is. Misschien dat ze in Notes from the Burning Age verhaaltechnisch wat teveel hooi op haar vork neemt: het boek is én een dystopie én een spionageroman én een zoektocht naar de positie van de mens als soort op deze aardkluit én een portret van twee personages die diametraal tegenover elkaar staan maar in (filosofische) gesprekken elkaars overtuigingen aftasten. Knap gedaan, goed uitgewerkt en zoals steeds erg vlot geschreven. Maar North lijkt zoveel in dit boek gestoken te hebben, dat we er niet helemaal in slaagden om mee te voelen met de personages of meegesleept te worden in het verhaal. Niettemin geen spijt dat we het lazen: ook nu weer lanceert North rake ideeën en blijft ze spelen met wat er achter onze menselijke handelingen zit, waarom en waarin geloven we en is het nodig dat dat geloof gegrond is in waarheid? Jammer dat ik er niet helemaal in geraakte, want North heeft altijd wat te vertellen en doet dat steeds op een leuke/originele manier.

Door Gert De Bie , 03/09/2021
Deel drie uit 'De vrucht van hun arbeid' is een apotheose in romanvorm van het opmerkelijke, warme portret dat John Berger schetst van het verdwijnende boerenleven in Europa tijdens het laatste kwart van de 20ste eeuw. In deel 1 - een fascinerende en beklijvende mengvorm van verhalen, gedichten en essays - portretteerde Berger het kleine boerenleven aan de voet van de alpen. In deel 2 - een wat traditionelere verhalenbundel - kregen we liefdesverhalen tegen die achtergrond en deel 3 werd een roman waarin de volgende generatie zichzelf (vruchteloos) een weg probeert te banen in het stadsleven, aangezien de boerenstiel ten dode opgeschreven is. Soekoes en Zjoezja stammen beide af van kleine, traditionele boerengezinnen en zoeken hun weg in het genadeloze stadsleven, waar de "namen van de doden sneller vergeten zijn", in tegenstelling tot het platteland, waar "hun naamloze herinnering voort leeft in het beloop van een weg (...) of de kromming van een muurtje". Kleine misdaad, liefde, arbeiders die zich staande proberen te houden tegenover onrechtvaardige voormannen en verzengende hartstocht: Berger neemt zijn lezers mee in een beklijvend verhaal met veel vaart, symboliek die niet nodeloos gewichtig is en een onontkoombare tragiek. Het platteland, waarvan de geschiedenis en traditie zijn tentakels blijft uitslaan tot in de verzengende stad en tot in de harten en de zielen van de personages die van hun afkomst doordrongen blijven en de stad zijn indrukwekkend door elkaar gevlochten in dit zinderende slotdeel. Straffe trilogie en een indrukwekkend tijdsdocument: uniek, hartverwarmend, aangrijpend en vol licht melancholisch mededogen.

Door Gert De Bie , 16/08/2021
Ok, het eerste deel van John Berger's unieke "De vrucht van hun arbeid"-trilogie beviel ons heel erg vanwege het unieke beeld dat hij schetste van het (verdwijnende) leven van kleine boeren aan de voet van de Alpen, een beeld vol empathie in een heldere, droge stijl neergeschreven. In deel 2 'Ver weg in Europa' schrijft Berger over diezelfde gemeenschap maar treedt het liefdesleven in het dorp op de voorgrond. Met een typerende feitelijkheid, vertelt Berger over een eenzame boer die accordeon speelt voor zijn koeien, over bejaarde herders en hun liefde voor de karaktervolle jongedames uit het dorp, over dromers en over tragiek. Omdat John Berger in dit tweede deel het liefdes- , en dus gevoelsleven van zijn medemens centraal stelt, krijgt het boek een universeel karakter, vol schone - eenvoudige - zinsnedes, rake bewoordingen en universele waarheden. Indrukwekkend hoe ook hier tragiek passeert, net als in het leven, maar hoe schoon elke mens tegen de achtergrond van dat leven zelf blijft. Die kunst om alle personages in hun waarde te laten, om mensen te portretteren zonder welk waardeoordeel dan ook, is wat de trilogie (of althans de eerste twee delen) van Berger zo waardevol en ontzagwekkend schoon maakt. Indrukwekkend.

Door Gert De Bie , 15/08/2021
Vol mededogen, in een mededeelzame, heldere en anekdotische stijl, schetst John Berger een prachtig portret van het leven in een boerendorp, tijdens het laatste kwart van de 20ste eeuw. Het varken aarde is het eerste deel van de trilogie 'De vrucht van hun arbeid' waarin John Berger, die in 1974 aan de voet van de Franse Alpen ging wonen, het worstelende, langzaam verdwijnende traditionele boerenleven een gezicht geeft. Aan de hand van verhalen, gedichten en essays geeft hij een inkijk in een bestaan waarvan hij vreest (getuige zijn slotessay) dat het tegen het begin van de 21ste eeuw helemaal verdwenen zou zijn. Berger vertelt helder, raakt het leven in zijn essentie en weet het - net door franjeloos te vertellen - in al zijn eenvoud de dagdagelijkse grootsheid te geven die het verdient. De dood van een koe, het slachten van een varken, het standvastig overeind blijven van een vrouw in een mannenwereld: dagdagelijkse voorvallen die Berger aangrijpt om getuige te zijn van het overleversinstinct dat het boerenleven zo uniek maakt. Straf in zijn eenvoud, raak in zijn helderheid, groots in zijn eerlijkheid en warmte.
Karl Ove Knausgård, door sommigen onterecht de Noorse Proust genoemd, start zijn zesdelige autobiografie Mijn strijd op een freudiaanse wijze: bij de dood van zijn vader. Dit eerste boek van Knausgårds monsterautobiografie dat niet minder dan zes delen telt, leidt ons door zijn herinneringen aan zijn vader. Eerst vanuit het perspectief van zijn jeugd, vervolgens vanuit het perspectief van vandaag. De centrale vraag: hoe ga ik om met het verlies van mijn vader? Hoewel dit werk als autobiografie niet meer inhoud dan een oplijsting van gebeurtenissen uit het leven van een Noorse man, leest het niet als een klassieke autobiografie. De sfeerschepping sleept je mee naar het zuiden van Noorwegen, alsof je zelf je tenen afvriest tijdens een lange wandeling door de sneeuw. En de filosofische overpeinzingen waarmee Knausgård zijn werk bestrooid, maakt zijn leven het lezen waard. Op naar het volgende deel!

Door Simon Vaes , 24/07/2021
Daniil Charms is één van de meest unieke stemmen in de Russische literatuur. Zijn absurde kortverhalen zijn met niets te vergelijken: soms zijn ze lachwekkend, dikwijls wreedaardig, dan weer filosofisch of compleet van de pot gerukt. Een personage voorstellen en het verhaal dan over iemand compleet anders laten gaan? Zes vrouwen uit een raam laten vallen om dan te zeggen dat je er genoeg van had en bent verder gegaan? Poesjkin over Gogol laten struikelen en Gogol over Poesjkin en weer opnieuw en daar een theatertekst van maken? Vergeten welk getal er eerst komt, de zeven of de acht? Charms draait er zijn hand niet voor om. Amusant en bevreemdend om lezen, maar dikwijls schuilt er achter die verhalen een wrange blik op het leven in Rusland en op het zinloze van het bestaan. Charms werd bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog opgepakt, krankzinnig verklaard en opgesloten. in 1942 overleed hij en werd hij vermoedelijk in een massagraf begraven. Tragisch en pijnlijk. Geef ons daar maar de legende die een Russisch volkszanger er jaren later in een lied van maakte: Charms verliet het huis om sigaretten te kopen, maar telkens hij aan de winkel komt is die net gesloten en zo trekt hij verder en zwerft hij al jaren door het land. Indrukwekkend figuur, straf proza en beide volstrekt uniek.

Door Gert De Bie , 17/07/2021
Wat doet Erik Vlaminck dat weer goed. Na een speelse en hilarische proloog, schetst hij met slechts drie karakters en op minder dan 60 bladzijden vlijmscherp en treffend de tragiek van het boerenbestaan. Ludo en André, 2 boerenzonen, kunnen elkaar niet rieken of zien en kunnen elkaar niet missen: de ene een rijke endodontoloog, de ander overnemer van de familieboerderij en tot de nek in de schulden. In een rake tekst stelt Vlaminck de verhouding van de twee - met tussen hen de 10 jaar jongere Sofie - op scherp en doorprikt hij meteen een aantal van onze maatschappelijke cliché's. Weinigen weten onze Vaderlandse aard zo raak te treffen als Erik Vlaminck. Soms met milde spot of rake ironie, maar steeds met bergen empathie en woordeloos begrip. Klein pareltje toch weer uit zijn pen laten vloeien.

Door Gert De Bie , 10/07/2021
Meridiaan van bloed verscheen (opnieuw) op onze radar nadat we het tegenkwamen op het lijstje "Vijf ondergewaardeerde Amerikaanse romans na 1960" van David Foster Wallace. Cormac McCarthy schrijft een bikkelharde in bloed gedrenkte geschiedenis van het veroveren van het wilde westen en laat het landschap daarin een even grote en meedogenloze rol spelen als zijn hoofdpersonages. We volgen de jongen, die zich rond zijn 14de dakloos, kansloos en ouderloos aansluit bij de troep van de rechter en Glanton, genadeloze vrijbuiters, premiejagers en opportunisten. De eerste drenkt zijn bestaan in een filosofisch sausje, de laatste zoekt zelfs geen schijn van fatsoen. Wat volgt is een beklemmende tocht onder de brandende zon, door ijzige woestijnlandschappen, en verlaten bergketens. Het smerig zootje ongeregeld jaagt schaamteloos op onschuldige indianen en sluit contracten af met plaatselijke autoriteiten voor elke ingeleverde scalp. Onschuldig bloed, vuil verraad, achterbaksheid, trouweloosheid en schaamteloos opportunisme kleuren de verovering van het westen donkerrood en halen alle romantiek uit het plaatje. Of de, verre van onschuldige, maar steeds weifelende jongen die blijft zoeken naar een streepje menselijkheid of de amoreel superieure rechter wiens enige god de oorlog is, uiteindelijk de bovenhand haalt, laten we in het midden. Maar we hadden het kunnen weten. Genadeloos, hard en indrukwekkend. Straf staaltje literatuur.

Door Gert De Bie , 04/07/2021
In Beer zit de sfeer meteen goed en toont Marian Engel waar literaire parels toe instaat zijn. Het boek schetst de bijzondere relatie van een vrouw met een beer en vertelt ons zo heel wat over eenzaamheid, onzekerheid, verlangen en mens zijn. De wat vastgeroeste bibliothecaresse Lou wordt uitgezonden naar een Canadees eilandje waar ze een geschonken bibliotheek op een leegstaand landgoed moet gaan archiveren. Bij het statig herenhuis hoort een beer die er al jaren als huisdier aan de ketting leeft. Meteen bij haar aankomst is Lou erg gefascineerd door de beer, een fascinatie waaruit een innige band en ook een seksuele relatie groeit. Marian Engel weet meteen de juiste toon te treffen in een empathisch, warm verhaal over de kern van het bestaan: hoe we onszelf soms verliezen en een ander nodig hebben om ons weer op het juiste spoor te brengen. Dat ze die ontdekkingstocht op een geloofwaardige manier door en relatie met een beer laat verlopen, toont haar literaire kunde een meesterschap. Heerlijk boek: verrassend, prikkelend, sfeervol en krachtig. Alles wat je van literatuur verlangen kan, in mooi en helder proza.

Door Gert De Bie , 28/06/2021
Met The New York Trilogy verwierf Paul Auster eind jaren 80 faam als één van Amerika's grootste schrijvers. Vandaag de dag is het nog steeds één van zijn meest besproken boeken. The New York Trilogy bestaat uit drie detective novella's City of Glass, Ghosts en The Locked Room. Als we ieder verhaal afzonderlijk beschouwen, merken we meteen Austers creativiteit en intellectuele draagkracht op. Auster is een belezen schrijver, een meester van plot, maar bovenal een goede leerling van de semotiek. Maar de verhalen mogen niet louter afzonderlijk gelezen worden, want ze zijn louter het schimmenspel van het verhaal dat zich achter het boek afspeelt. Auster zou geen Auster zijn als hij ons niet zou bedriegen. Net als de drie synoptische evangeliën vertelt iedere novella met een eigen agende over hetzelfde verhaal. Iedere novella belicht dus een ander aspect van het verhaal. Dat wil niet zeggen dat hetzelfde verhaal louter herverteld wordt door de lens van een ander perspectief. Nee, in ieder verhaal haalt Auster personages overhoop, geeft hen andere namen, laat hen andere handelingen treffen, maar toch vertellen ze alle drie hetzelfde verhaal in een ander jasje. Dat bedoel ik wanneer ik zeg dat Auster geen Auster zou zijn als hij ons niet zou bedriegen. Auster is een meesterbedrieger. Hij lijkt steeds aan een nieuw verhaal te beginnen, terwijl iedere novella in wezen een variatie is op hetzelfde thema. Als Auster de meesterbedrieger is, dan is de lezer de detective, op zoek naar de intentie van de auteur, naar de onderliggende structuur van het verhaal. Maar wees niet bevreesd, de lezer hoeft al die verwijzingen en tekens niet uit te diepen. Onderdeel van Austers genialiteit is dat hij de intense complexiteit van zijn verhaal weet te bundelen in een hapklare tekst. Ook als de lezer niet iedere relatie uitdiept merkt hij dat hij iets op het spoort en beleeft hij plezier aan zijn geveinsde literaire zoektocht. NOOT: Uw boekenwinkelbaas las De New York-trilogie ook, onderschrijft de genialiteit en was erg onder de indruk van dit knap opgezette werk waarin je als lezer, net als de personages, grip verliest en gefascineerd toekijkt. Topper.

Door Simon Vaes , 28/06/2021
Ischa Meijer. In Memoriam. In Margine. In I.M. worstelt Connie Palmen met de vraag: hoe herinner je een overleden geliefde? Hij overleed plots, Ischa Meijer, aan een hartaanval. Midden in het geluk. Midden in zijn leven. Wat schrijf je in een boek over zo'n man? Over zo'n overlijden? Over zo'n liefde? Hoe schrijf je een kroniek van een aangekondigde dood? Palmen en Meijer ontmoeten elkaar rond het jaar 90. Twee schrijvers, de één journalist, de ander van filosofie en fictie. l.M. leest als een dagboek van hun gedeelde dagen. Gestructureerd door hun reizen, hun schrijven, hun familiebezoekjes, hun verslavingen en hun liefde. Maar het boek is een memoire, noch een biografie. Het is meer dan een eerbetoon, meer dan een dagboek. Het is een roman. Palmen vertelt een waargebeurd verhaal in de stijlfiguren van een literaire roman, een knutselwerk van filosofische mijmering en anekdote geschreven in geveild proza vaan een literair vakkundige. I.M. bezit veel meer gedaantes dan we op het eerste zich zouden denken, zoals de titel ook aangeeft I.M. is een kwellend verhaal van kennismaking en verlies, van geluk en rouw. Ik was al een groot bewonderaar van Palmen voor ik dit boek las, en I.M. heeft die bewondering alleen maar vergroot. Volgens mij slaagt ze erin om op magnifieke wijze de verschijning van Ischa aan ons op te dragen, zonder dat ze die reduceert tot een luttel romanpersonage. Ischa leeft, Ischa lijdt, Ischa spreekt.

Door Simon Vaes , 28/06/2021
In Kallocaïne volgen we het wedervaren van Leo Kall, een idealistische wetenschapper die in de totalitaire Wereldstaat zijn best doet om een bijdrage te leveren aan de totale overheersing van de staat over het individu. Het grauwe en grijze van zo'n staat spat van de bladzijden, en misschien dat ons leesgemoed daar soms ook wat onder te lijden had. Lange tijd waren we niet helemaal mee en vroegen we ons af waar dit boek vol achterdocht naartoe leidde. Of misschien ervaarden we ook de beklemming in ons gemoed. Leo ontwerpt Kallocaïne, een middel waardoor de staat ook de gedachten van zijn inwoners te weten komt, wat volgens hem de ultieme oplossing is voor rust en vrede in de wereldstaat. Wat Boye goed doet is de sfeer scherpstellen, de mogelijkheden uitstallen maar op geen enkele manier laten uitschijnen waar ze met haar plot naartoe wil. Dat leek me tijdens het lezen een beetje de zwakte van het boek, maar blijkt uiteindelijk toch ook de kracht ervan uit te maken: wat Boye met het slot doet is mooier en poëtischer dan je als lezer nog zou verwachten en geeft een schoon slotperspectief aan al het voorgaande. Het soort slotbladzijden die je kan lezen en herlezen.
Yep, dit is John le Carré in bloedvorm: tot in de puntjes verzorgd, strak uitgewerkt, sublieme opbouw, stevige plot en veel menselijkheid. George Smiley - die we intussen kennen als ware het een gezellige (?) nonkel - gaat op zoek naar een Russische mol in de Britse geheime dienst en doet dat met een indrukwekkend mix van vastberadenheid, omzichtigheid, geduld en doortastendheid. Gestaag krijgt je als lezer alle nodige achtergrond waarbinnen de plot zich ontrafeld: de missies die gesaboteerd werden, de mogelijke verdachten, mislukte pogingen om de mol te vinden, .... Wat ook nu weer de kracht van le Carré's spionageroman uitmaakt is dat het niet om een romantisering van het spionnenbestaan draait, noch om een verheerlijking van de geheime dienst, maar dat het een raak, treffend en ontnuchterend relaas is over spionnen die als radertjes in de machine van de geheime dienst vermorzeld worden, mensen die genadeloos de tol betalen voor politieke keuzes en ondanks alles hun idealen en geloof in hun vaderland overeind proberen te houden.

Door Gert De Bie , 11/06/2021
Een uitmuntend prentenboek over hoe het ervoor was, hoe we tijdens ervaarden en wat erna kan zijn. Luke Adam Hawker illustreert op indrukwekkende wijze het spaarzame verhaal van een man en zijn hond die - net als alle anderen - moeten schuilen als er een zware storm op komst is. Donkere wolken, isolement en een wereld waarin we dingen herontdekken en lessen trekken uit het afgesneden zijn van de wereld, ... klinkt bekend in de oren. In spaarzame taal, poëtisch maar niet nodeloos pompeus of metaforisch, krijg je een pareltje dat op een mooie manier niet meer of niet minder dan de essentie verteld. De illustraties zijn prachtig, bevatten soms uitzonderlijk veel detail of laten net weg wat niet gezien hoeft te worden. Tekst en tekening werken wonderwel samen. Schoon.

Door Gert De Bie , 20/05/2021
Lolita van Vladimir Nabokov behoeft geen introductie. Velen kennen het als dat ene boek over pedofilie. "een moreel shockstuk" meer niet. Maar wat een vergissing als u dit boek voor die reden aan de kant zet. Nabokovs boek is een bijzonder stukje literaire acrobatie op het hoge koord van wat men mag zeggen en wat men kan zeggen. Aan de ene kant lezen we het verhaal van een verdorven pedofiel die twee jaar lang een meisje ontvoert uit seksueel verlangen. Aan de nadere kant wordt dat verhaal in zo'n mooie taal gegoten dat de lezer na een tijd niet precies meer weet wat hij leest. Nabokov beheerst de Engelse taal alsof het die van zijn moeder is, wat de stem van ons hoofdpersonage, Humbert Humbert, verheft tot één van een groot dichter. Wat te doen met een erudiete pedofiel? We zouden er bijna mee op café willen. Daarnaast is de positie van Lolita, het kind in kwestie, ook niet eenduidig dat van een slachtoffer. Wat te doen met zo'n vals slachtoffer? Trouwens, een editie met goede voetnoeten is een absolute aanrader, Nabokovs kennis van natuur, literatuur en taal is dermate extensief dat je soms geen flauw benul hebt wat je mist. In Lolita zit veel meer dan alleen de morele laag. Het is een diepgaand boek dat meerdere lezingen behoeft als we al haar laagjes voorzichtig willen wegpellen. Die gelaagdheid maakt ook dat er voor ieder soort lezer een laagje aanwezig is. Een vergeten klassieker die al even op de boekenplank stond te stoffen. Onterecht, want dit boek is relevanter dan ooit in een tijd waarin het publieke discours overladen is met preutsheid en talige steriliteit.

Door Simon Vaes , 17/05/2021
Dit boek moet je gelezen hebben! De vergeten Griekse schrijver Kazantzakis schrijft met deze eerste roman een indrukwekkend verhaal over Zorbas de Griek, de levenskunstenaar, die . We lezen het boek vanuit de ogen van een onbenoemde filosoof. Hij schrijft een boek over de boeddha, kan alleen maar denken aan verlichting, de wereld hierboven en het verhevene. Vanuit zijn geleerde perspectief maken we kennis met Zorbas, de levenskunstenaar, het kind van Nietzsche en een minnaar van de sandouri. Hij bekommert zich niet om het verhevene, alleen om drank, eten, vrouwen en de middelen om er toe te komen. Maar dat alles doet hij in onschuld, in verwondering alsof iedere dag zijn eerste dag op deze aardbol is. Kortom, de een doet alle moeite om te ontsnappen aan het leven, de ander staat er midden in. Het hele boek drijft op de spanning tussen die twee vrienden. De filosoof denkt te veel na, Zorbas soms te weinig. Doorheen dit boek leren we hoe hun bijzondere vriendschap zich ontwikkelt terwijl ze samen een bruinkoolmijn exploiteren in een Kretenzische baai. Nieuwsgierige dorpsbewoners, geile weduwen en corrupte monniken passeren elks de revue en worden belachelijk gemaakt met de scherpe woorden van Zorbas. Een herkenbare verteller in conversatie met de belichaming van Nietzsches en Bergsons filosofieën, doet mijn hartje gegarandeerd smelten. Doorheen de filosofische discussies, de poëtische beschrijvingen van het Griekse leven en landschap, krijg je werkelijk het gevoel Zorbas te kennen. Hij is de grootste leermeester zonder een letter filosofie gelezen te hebben. Ik moedig u allen aan om kennis te maken met Zorbas.

Door Simon Vaes , 07/05/2021
'Van Oorschot Terloops' is een heerlijk vormgegeven en mooi reeksje waarin schrijvers een wandeling, hun wandeling, ... beschrijven. Maar natuurlijk is er meer dan dat. Aan de hand van haar wandelafspraken in Park Oost met Nina Weijers, proeven we van Maartje Wortels verlatingsangst, haar zoektocht naar houvast en haar existentiële twijfels. Mooi tussendoortje. Dringend wat schrijvers van over de grens aantrekken, vrienden van Van Oorschot.

Door Gert De Bie , 05/05/2021
Mooi. Erg mooi. Maar het absolute lof dat Jones toegezwaaid krijgt, zie ik nog niet meteen. (Echt erg is dat niet, dit is mooi genoeg om meer van Jones te willen lezen) Spaarzaam, vrij direct en mooi geschreven pareltje over een man op een afgedreven kano op zee. Een goed uitgewerkte terugkoppeling naar de proloog, een strak opgebouwde spanningsboog en een aangrijpend slot. "Als je boos wordt, is het beter om stil te zitten en niets te doen" nemen we even mee ;) Graag gelezen, kort en krachtig.
Ook in The Gameshouse wist Claire North ons helemaal mee te zuigen en levert ze weer een spannende, vlot lezende roman af waarin tussen de regels ook wat over onze samenleving te leren valt, voor wie dat wil. Intussen zijn er weinig (vrouwelijke) auteurs die zo prominent in onze boekenkast vertegenwoordigd zijn en nog minder van wie we het hele oeuvre lazen. Na 7 romans weten we wat Claire North haar stokpaardje is: ze schrijft (razend) spannende romans, met heel de wereld en de menselijke geschiedenis als decor, en gaat vanuit een magisch-realistisch (of noem het fantasy) blik aan de slag met de machinaties achter het menselijk handelen. Het zij een geest die van mens naar mens overspringt ('Huid' - het idee vind je ook terug in David Mitchell's Geestverwantschap), het zij een geest die telkens in een nieuw lichaam herboren wordt (haar geniale debuut De eerste 15 levens van Harry August (verscheen ongeveer gelijktijdig met 'Tijdsmeters' van David Mitchell, waarin een soortgelijk concept gebruikt wordt), het zij een vloek die de drager fysiek achtervolgt (The Pursuit of William Abbey), het zij Pietje De Dood die met zijn slachtoffers gaat praten (The end of the day). Telkens gebruikt ze dat gegeven om spanning en plot te creëren, maar licht ze ook een tipje van de sluiter om existentiële twijfels, maatschappelijke problemen of relevante vragen boven te halen. Subtiel, maar daarom niet minder aanwezig. In The Gameshouse is heel de wereld een spelbord en vallen regimes, sterven bankdirecteurs, vluchten volkeren of bombarderen piloten omdat ze pionnen in het spel van spelers zijn. Nadat we in de 2 eerste novelles kennismaken met 2 spelers en het concept van The Gameshouse, krijgen we in de slotnovelle een daverend eindspel dat gepaard gaat met flitsende actie, maar evenzeer relevante vragen over hoe rationeel menselijk handelen is, en waar het met de wereld naartoe moet. Yep, met smaak verorberd, op naar de volgende van Claire North.

Door Gert De Bie , 25/04/2021
Weinig boeken zijn na 100 jaar nog steeds relevant en nog minder boeken lanceren een woord. Hier en daar misschien wel een neologisme in de eigen taal, maar een woord dat wereldwijd overgenomen werd? Het woord robot (R.U.R. = Rossum’s Universele Robots) werd voor het eerst gebruikt in dit toneelstuk dat in 1921 in Tsjechië in première ging. Het stamt af van robota (wat hard, verplicht werk betekend) en dat is meteen het idealistische uitgangspunt van vader en zoon Rossum bij de ontwikkeling van robots: ze nemen mensen het werk uit handen en brengen de mensheid zo dichter bij een samenleving waarin ze zich alleen nog met hun hobby's en vrije tijd moeten bezighouden. Net als in het fantastische 'Oorlog met de salamanders' loopt het samenleven van de mens met 'ander leven' niet van een leien dakje, de robots komen in opstand en de mens dreigt ten onder te gaan. Capek schrijft vlot en dit toneelstuk is perfect leesbaar in boekvorm. Een verhaal dat na 100 jaar nog steeds relevant is: hoever kan de mens gaan in het scheppen van ander leven en hoe lang duurt het eer de drang van de mens naar meer en beter, zich tegen hem keert? Capek is nooit gratuit, vlot leesbaar en inhoudelijk altijd verrassend. Puik boek!

Door Gert De Bie , 12/04/2021
The Spinoza Problem (Het raadsel Spinoza) is een boeiende ideeënroman die de parallel schetst tussen twee vereenzaamde geesten: Spinoza en Rosenberg. De structuur van de roman is opmerkelijk. Yalom vertelt zijn verhaal in een parallelvertelling, in het ene hoofdstuk leren we hoe Spinoza verstoten wordt door zijn joodse gemeenschap ter Amsterdam, in het andere hoofdstuk leren we hoe Rosenberg de ideologische basis legt voor een groeiende NSDAP. Of die spiegel-vertelling echt nodig was om Spinoza filosofisch uit te diepen, valt over te discussiëren, maar wordt nog interessant genoeg verteld om je te laten doorlezen. Want het is me niet te doen om die parallel, het is me te doen om Spinoza, daar komt de energie van dit boek vandaan. In ieder hoofdstuk introduceert Yalom nieuwe ideeën, nieuwe analyses (we lezen tenslotte het werk van een psychiater), en nieuwe problemen, zonder ons volledig te overweldigen in de filosofische complexiteiten van Spinoza's werk. De stijl is niet nodeloos ingewikkeld, Yalom slaagt erin om je de essentie van Spinoza's ideeën voor te schotelen, je de schijn te geven dat het allemaal wel behapbaar is, om je vervolgens vol goede moed aan te zetten die stoffige Ethica nog eens van de plank te halen. Voor mij was dit de kracht van dit boek, je warm maken om die filosofie weer op te pakken. Ik hoef geen gedetailleerde, waterdichte interpretatie van zijn werk te lezen. Je hoeft je niet te veel te storen aan de halfslachtige diagnoses die Yalom formuleert. Je hoeft je niet te storen aan de die jankende Rosenberg die Yalom er volgens mij alleen maar uit psychiatrische, niet uit filosofische, interesse is bijgehaalt. Dit boek geeft je zin om weer kennis te maken met Spinoza, om die archaïsche vertalingen weer boven te halen, en je opnieuw in het hoofd van een tijdloze denken wanen. En voor zij de lezer die niet bekend is met Spinoza, geeft het boek een toegankelijke inleiding tot zijn ideeën, een prestatie die als zodanig al veel lof verdient. Als je die Ethica nog niet had staan zal je die achteraf zeker wil aanschaffen. Conclusie: veel dank aan Yalom dat hij me met dit boek goesting geeft om weer meer te lezen!

Door Simon Vaes , 12/04/2021
Geprikkeld door mijn leeslust voor Japanse literatuur en onder lichte dwang van vrouwenmaand koos begon ik aan Yuko Tsushima's Domein van licht. Tsushima vertelt het treurige verhaal van een alleenstaande moeder die naast de scheiding van haar man, en de heropbouw van haar persoonlijke leven, amper voor haar dochtertje kan zorgen. Ieder hoofdstukje is een verdere stap in de wanhoop. Zonder iemand het merkt glipt ze in een eenzame depressie. Ondertussen wordt ze door de gemeenschap koeltjes weggezet als een slechte moeder, waardoor ze de grip over haar dochtertje verliest. Opvallend is de parallel tussen moeder en dochter: beiden voelen zich hopeloos verlaten. De eerste door haar overspelige man, de ander door haar nalatige moeder. De thematiek die Tsushima in dit boekje aansnijdt is broodnodig, zeker in een land als Japan. Ze brengt ons in contact met een eenzame, alleenstaande moeder die de wereld rondom haar ziet afbrokkelen en haar dochter langzaamaan verliest. De vraag is echter of deze thematiek strijkt met Tsushima's zwaarmoedige symbolisme die de lezer niet meteen uitnodigt om verder te lezen. Misschien was het haar 'glasheldere stijl', zoals de achterflap beweert, me doorheen het verhaal op een afstand hield, waardoor ons afscheid niet erg moeilijk was.

Door Simon Vaes , 12/04/2021
Wat maakt iets een klassieker? Ik heb nog steeds geen idee. Het plot? De structuur? een beetje geluk? Kokoro: de wegen van het hart door Natsume Soseki is ook zo'n boek. Het meest gelezen boek in Japan, moet u weten. Verplichte literatuur op iedere middelbare school. Wellicht daarom ook wel Japans meest gehate boek? Zo gaat dat vaak. Maar goed, klassieker of niet, Kokoro is het lezen waard. Opgedeeld in drie delen, vertelt dit boek het verhaal van een kennismaking met Sensei; een intellectueel van middelbare leeftijd, grootgebracht tijdens het begin van de Meiji periode. Een uiterst boeiende periode waarin Japan een snelle modernisering meemaakt die haar identiteit als 'oosterse'-natiestaat op losse schroeven zet. Een problematiek die nog steeds aanwezig is in het Japan van vandaag. In de eerste twee delen krijgen we een traag verhaal te horen over onderonsjes, studentenstreken, en familiale overlijdens. Jammer genoeg, heb ik me tijdens het lezen van deze delen vaak afgevraagd waarom dit zo'n goed boek zou moeten zijn. Maar in wezen zijn deze hoofdstukken slechts een prelude voor het derde deel, en wat een deel. Als u weinig tijd heeft, maar toch wil weten waarom Kokoro haar status als nationaal lievelingetje heeft verworven, lees dan alleen het derde deel. In het derde deel besluit Sensei een brief te schrijven naar de verteller waarin hij de belangrijkste gebeurtenissen van studententijd uit de doeken doet. Een aangrijpende, psychologische beschrijving van een driehoeksrelatie en een zelfmoord. Een heftige beschrijving van schaamte en eenzaamheid, verteld met de rust van iemand die weet dat hij zichzelf van het leven zal beroven. Hoewel dit boek ondertussen meer dan honderd jaar oud is, slaat ze nog steeds in als een bom. Kokoro zou niet alleen op de Japanse leeslijsten moeten staan, maar verdient een plekje op leeslijstjes over heel de wereld.

Door Simon Vaes , 12/04/2021
In schone, heldere taal met soms poëtische metaforen schetst Denis Johnson een genadeloos en meedogenloos portret van verloren adolescentie: diefstal, geweld, drank en drugs maken de orde van de dag uit en vullen het uitzichtloze bestaan van Fuckhead en zijn vrienden. De verteller (Fuckhead) blikt terug op die kansloze periode uit zijn leven en laat de lezer kennis maken met de verwarring, de leegte, de hallucinaties, de vluchtige zinloze contacten en de holle dagen van zijn bestaan in 11 uit zijn beproefde geheugen gegrepen verhalen. "Hij was ergens in de vijftig. Hij had zijn hele leven verpest. Degenen onder ons die niet meer dan een paar jaar hadden verpest, waren erg gesteld op zulke mensen." Is een treffend citaat om het milieu en de context te schetsen. Vanuit mijn voorliefde voor cultliteratuur stond het boek al lang op mijn verlanglijstje, ik las al wel het één en ander over grauwe milieus en kansloos opgroeien (Al die tijd de duivel!), of drankmisbruik, drugsverslaving, ... maar nimmer las ik iets beters dan het verhaal 'Eerste hulp' dat middenin het boek zit. Alles wat een goed verhaal nodig heeft zit er in: schone zitten, mooie metaforen. Waanzin, humor, ontroering. Wat mij betreft, maakt alleen al dat verhaal het hele boek lezenswaardig, al zijn de overige 10 niet echt minderwaardig. Top literatuur. Met een hoekje af. Zo lusten we ze graag.

Door Gert De Bie , 11/04/2021
Wat een mokerslag. De ene vijf sterren is de andere niet. Ik zou een ster kunnen laten vallen vanwege het ongemak dat me de hele tijd vergezelde tijdens het lezen. Een sterretje minder omdat de auteur me een voyeuristisch gevoel gaf. Mijn god, wil ik dit eigenlijk allemaal wel weten, was een gedachte die nooit veraf was. Maar de intensiteit van het verhaal, de leeservaring die me bij de keel greep, de heftige emoties die de revue passeerden, de bespiegelingen die de auteur maakt en de rotsvaste overtuiging dat iedereen overal het recht heeft zijn plaats te vinden die het boek uitstraalt, dat zal die vijfde sterk wel waard zijn. Tamsin Calidas vertelt hoe ze 15 jaar geleden haar goede leventje in Londen opgaf om met haar echtgenoot een schapenboerderij op een klein Schots eiland (om en bij de 150 bewoners) te verbouwen en uit te baten. De 15 jaar die volgen zijn alles behalve een droom. Ze zijn bikkelhard en Calidas beschrijft ze tot in het pijnlijkste detail: een huwelijk dat stukloopt, een kinderwens die onhaalbaar blijkt, financiële problemen en eenzaamheid. Veel eenzaamheid. Dat alles tegen de achtergrond van een gesloten gemeenschap die moeizaam met nieuwkomers om lijkt te gaan. Wanneer je als lezer denkt alles gehad te hebben, blijkt er nog tegenslag om de hoek te leunen. Alle bovenstaande zouden me nooit kunnen overtuigen om dat boek te lezen. Ook nu vind ik het nog merkwaardig dat ik hier doorheen vloog. Maar waar Calidas haar verhaal mee in balans brengt, is de omgeving waarin ze zo graag wil verblijven. De natuur die het ritme op zo'n eiland bepaald en waartegen elk verzet zinloos is. De natuur die haar voedt: letterlijk wanneer ze geen frank meer heeft om uit te geven en figuurlijk wanneer ze door weer en wind, plant en dier te observeren lessen voor zichzelf trekt. Dikwijls heb ik tijdens het lezen gedacht: was dit maar uitgesproken fictie. Dan kon ik zeggen dat het een mooi boek was maar dat de auteur soms wat overdreef. Nu blijf je met die moker in je maag. Nu sta ik erbij en kijk er naar. Ik zal nog wel even moeten kauwen: wanneer ben je te koppig en wanneer geef je te snel op. Wanneer stel je je aan of wanneer moet leed gedeeld worden. Vragen genoeg. Ben benieuwd hoe en hoelang dit blijft nazinderen.

Door Gert De Bie , 26/03/2021
Een prachtige roman over de valkuilen van de herinnering. Twee zussen, de één een oude zigeunerin, de ander weduwe van een statige diplomaat, brengen noodgedwongen een zomer met elkaar door en worden zo geconfronteerd met de herinnering aan hun moeder en haar thuisland; Argentinië. In het eerste deel van het boek worden we terug gecatapulteerd naar het Argentinië van de vorige eeuw: uitgestrekte landerijen en vuilnisbelten zo hoog als de Andes, walgelijke dictators en amateuristische guerrilla's. Haasse speelt moeiteloos met verwijzingen naar Argentijnse cultuur en geschiedenis waardoor mijn zoekgeschiedenis intussen vol staat met Spaanse woorden. Ook al zal ik die snel weer vergeten, dat maakt het niet minder heerlijk. Haasse verwacht wat van haar lezer: zoek zelf maar uit wat die Spaanse frases betekenen, zoek zelf maar uit wat Montoneros of Mestizo eigenlijk is en zoek zelf maar uit hoe dat verleden van die twee zussen precies in elkaar zit. Maar, net op het moment dat je denkt dat je klassieke Proust spin-off aan het lezen bent, ontplooit dit boek zich tot een heel ander beestje. De verhalen over het verre Argentinië scheppen immers een verhelderend contrast met de hypocriete dorpssfeer van het wijkje waar het ouderlijk huis van de twee zussen zich bevindt. Dit is geen roman over het reconstrueren van het verleden, maar over de manier waarop het verleden het heden kaapt. De komst van de zussen maakt iets los bij de dorpsbewoners, ze worden geconfronteerd met de saaiheid van hun eigen leven, met de geslotenheid van hun eigen gedachtegoed. Sommigen rukken zich los van hun polderbestaan, anderen trekken zich terug in de schaduwen en construeren hun eigen verleden door middel van buurtroddels en vooroordelen. Bon, soms pijnlijk herkenbaar voor dorpsbewoners.
Bijzonder boekje, dit. Onze hoofdrolspelers wonen op een eiland waar dingen 1 voor 1 verdwijnen. De inwoners gaan daar gelaten mee om en aanvaarden het verdwijnen als één van de dingen des levens. Eens iets verdwenen is, verliezen mensen daar ook hun herinneringen aan en weegt het niet meer op hun gemoed of gedachten. Althans voor de meesten is dit zo. Een jonge schrijfster haar moeder vergat niet en werd opgepakt door The Memory Police. We volgen de jonge schrijfster, haar redacteur en de oude man die voor hen zorgt in een periode waarin steeds meer verdwijnt. Yoko Ogawa creëerde een origineel uitgangspunt voor haar roman en vertelt daarover in een strak verhaaltempo, hoewel het leestempo dat het boek afdwingt, trager is. De sfeer is verstaanbaar maar net ongrijpbaar, ongemakkelijk maar niet angstaanjagend, beklemmend maar niet verstikkend. Op veel vlakken balanceert het boek op dat soort lijnen en grensgebieden. Waar je als lezer bij aanvang geen idee hebt welke richting het boek uitgaat, wordt het stilaan duidelijk dat Ogawa een subtiele allegorie in elkaar puzzelde, die op meer vlakken dan vermoed in elkaar past. Hoewel ik nog steeds niet helemaal weet wat ze allemaal wel of niet wil zeggen, ben ik ervan overtuigd dat de gedachten die ik door dit boek aanraakte of de ideeën die ik zag passeren, nog lang door mijn hoofd gaan blijven spoken. Straf.

Door Gert De Bie , 20/03/2021
Bervoets neemt ons mee naar een nabije toekomst waarin verliefdheid als een geestelijke aandoening aanzien wordt en patiënten het geneesmiddel Efter krijgen toegediend om daar van te genezen. Van bij aanvang weet je dat dit fout loopt en al snel ruik je dat de farma-industrie niet vrijuit gaat, maar hoe en waarom, dat houdt Bervoets nog even achter de hand. Een dystopie, met maatschappelijke en emotionele relevantie en een origineel kader: we waren helemaal klaar om ons te laten verrassen door Bervoets. Ze schrijft goed en vlot, bouwt het verhaal op vanuit verschillende perspectieven en creëert een goeie spanningsboog. We hebben het boek graag gelezen en waren ook verrast van een essentiële plottwist die we helemaal niet zagen aankomen. Maar helemaal gebalanceerd vonden we Efter niet. Niet elk personage is helemaal afgewerkt en wat we in dit boek missen is een noodzaak. Misschien niet helemaal helder, maar er is wat extra punch nodig, wat diepere relevantie, wat snedigere context, wat meer essentie. Graag gelezen, maar zoals de beenhouwer hier om de hoek ons zou vragen: mag het iets meer zijn?

Door Gert De Bie , 15/03/2021
Open zee beschrijft op een indringende manier de visserij in de noordelijke regionen van de Atlantische oceaan. Vissen in Alaska (The last frontier) is meteen de levensechte allegorie voor de zoektocht naar de absolute grenzen van het leven: fysiek en mentaal. Lili - een jonge, tengere Française, alter ego van de auteur - vlucht halsoverkop weg van de beklemming van haar geboortedorp en monstert aan op een vissersboot in Kodiak, Alaska. Open zee is het openhartige en strak geregisseerde relaas van haar seizoen in de haven en bars van Kodiak en op de boten waar ze aanmonstert. Poulain schrijft in een verschroeiend tempo met korte strakke zinnen waarmee ze de genadeloze strijd op zee goed weet te treffen. Het bikkelharde labeur en de levensgevaarlijke taken aan boord, het ijzig koude water en het nietsontziende weer, de tierende schippers en vloekende matrozen en het eindeloze, afmattende tempo van de visvangst zelf: azen, uitwerpen, ophalen, villen, azen, uitwerpen, ... Waarnaar Lili op zoek is en waar ze exact van wegvlucht wordt niet helemaal helder. Niet per se een gemis, maar het had ons misschien wel iets meer context gegeven voor haar onwaarschijnlijk koppig en eigenzinnig karakter. Of 20 jaar jonger zijn, dat had ons misschien ook die context gegeven. :) Poulain schets het leven in de havenstad even haarscherp als het leven op de boot en windt geen doekjes rond de tristesse ervan: als er niet gevist wordt, maken drank, drugs, vechtpartijen of complete ledeloosheid de orde van de dag uit. Open zee is een confronterend portret over de zoektocht naar rust of zingeving door het opzoeken van fysieke excessen en het nastreven van complete uitputting. "En dan is er het beest, dat we allemaal in ons hebben. Je moet het kalmerenK Als jet het doodslaat gaat alles beter." En zonder dat de schrijfster ook maar ergens een spatje romantiek laat doorschemeren, zie ik mezelf aanmeren op een vissersboot in Alaska. Straf toch, niet?
Fascinerend. George Smiley, de mystiek en de (misplaatste) romantiek van het spionnenbestaan resoneren in mijn achterhoofd sinds ik John Le Carré als prille tiener ontdekte in de bibliotheek. Als mysterieuze helden en gedreven idealisten, schuilend onder een deukhoed of achter een krant, werkend voor het grotere doel. Maar. Nu we het vierde boek van John le Carré (her)lezen, vallen me twee dingen op: Ten eerste: George Smiley speelt zelden de hoofdrol. Hij is meestal slechts in de achtergrond aanwezig, als levende legende uit de oorlogstijd en gepensioneerd spion die toch niet helemaal met pensioen is. Ten tweede: de spionnen in de verhalen van John le Carré hebben dikwijls een soort oprechte naïviteit over zich, die gretig gebruikt wordt door hun oversten en die voor henzelf zelden goed nieuws betekent. Straf toch hoe die - toch niet onbelangrijke - gegevens door de jaren heen helemaal uit mijn leeservaring gewist werden. Enfin. Het boek zelf: vlot geschreven, puik opgebouwd, verrassende en confronterende plot. Dat doe le Carré als de beste, dat zeiden we u al eerder.

Door Gert De Bie , 27/02/2021
Een essayistisch autobiografietje? Een biografische cultuurgeschiedenis? Moeilijk te typeren, Vuurtorenberichten, al lijkt refereren aan Valeria Luiselli's Valse Papieren het meest evident. In Vuurtorenberichten koppelt Jazmina Barrera haar fascinatie voor vuurtorens aan persoonlijke gedachtes, culturele referenties of Moby Dick-achtige uitweidingen over eigenschappen ervan. De mens in mij vindt dat erg fascinerend, de lezer in mij meestal niet eenvoudig. Toen Barrera over een vuurtoren aan het eind van de Hudson vertelde dat Antonio Munoz Molina ernaar verwees als "de vuurtoren aan het eind van de Hudson" proefde ik geen vleugje ironie en wanneer Barrera wat later smalend over mosselen eten deed, meende ik er de brui aan te geven. (dat had niet eerlijk geweest, maar lezen is nu eenmaal ook een emotionele bezigheid) Blij dat ik dat niet gedaan heb. Heel het boek lang legt Barrera leuke verbanden, wijst ze speels op treffende referenties en neemt je als lezer steeds dieper mee in haar fascinatie voor vuurtorens, wat die voor haar persoonlijk betekenen en hoe en waarom ze daar in opgaat. Met 2 bloedmooie pagina's over Jonathan Franzen en David Foster Wallace had ze me weer helemaal voor zich teruggewonnen en wanneer ze op het eind van dat hoofdstuk vertelt waarom ze moet stoppen met vuurtorens bezoeken, greep ze me helemaal bij de keel. De verandering in stijl en toon die ze in haar laatste hoofdstuk (toch weer een vuurtorenbezoek!) aanslaat, laat je als lezer dieper in haar ziel kijken en brengt nog enkele prachtige ontboezemingen mee over heimwee naar het heden en ervaringen op papier die soms dichterbij lijken dan haar eigen ervaringen. Graag en vlot gelezen. Lang getwijfeld aan die vijfde ster, maar daar hebben de laatste 20 pagina's met verve verandering in gebracht.
Monster vliegt de lezer vanaf de openingszin even genadeloos naar de keel als het lot het hoofdpersonage. "Vandaag is mijn vrouw overleden. Of misschien gisteren. Ik weet het niet meer. Ik ben dronken." Ik korte, kale en snelle zinnen leidt Roderik Six je doorheen de uitzichtloze gedachtegang van een man die zijn vrouw verliest en meteen ook de zin van zijn leven. Niets is nog de moeite waard en alles glijdt in een waas voorbij. Het eerste deel van het boek komt stevig binnen, is heftig en genadeloos. Je vraagt je af of er dan absoluut nergens nog licht in de wereld te bespeuren valt. Het strakke tempo is bijna even beklemmend als het isolement waarin de rouwende weduwnaar zich terugtrekt. Wanneer hij dat kluizenaarschap toch doorbreekt en ook zijn fysieke rouwproces stilaan lijkt te kenteren, krijg je als lezer weer wat meer grip (of is dat gewoon een illusie waar je al die tijd naar snakte?) en hoop je van het hoofdpersonage hetzelfde. Vrolijk wordt je van het oeuvre van Roderik Six niet, en dat is met Monster niet anders. Maar ook hier slaagt hij er links en rechts in wat zwarte of wrange humor doorheen de tragiek te laten schemeren en weet hij zijn lezer aan zijn zinnen te kluisteren. Straffe toebak. Alweer.

Door Gert De Bie , 22/02/2021
Met ‘Saving Fish from Drowning’ bedacht auteur Amy Tan een titel die écht doet wat het belooft: een verhaal als een quasi-absurde, tragikomische onheilsmissie. Een toon die vanaf pagina 2 al meteen wordt ingezet bij het onverwachte overlijden van het hoofdpersonage, De Chinees-Amerikaanse socialite Bibi Chen, door wiens exclusieve blik we wel het verloop van het hele verhaal zullen gaan vernemen. Door deze gewaagde romanpremisse ontstaat uiteraard een zeer uniek postuum vertelperspectief waar Amy Tan meteen alle mogelijkheden van weet uit te buiten. Door Bibi Chen met een stem vanuit het graf te laten spreken, is ze zowel de voortdurend aan- en afwezige die iedereen en alles verbindt en over iedereen en alles ongezouten haar mening geeft. Vanuit deze ironische afstand tot de andere personages lijkt Bibi Chen (of haar geest liever) zich aan confrontaties te wagen die ze bij leven waarschijnlijk geschuwd zou hebben – en net dat maakt haar nu juist tot de uitgelezen verteller voor een verhaal dat eigenlijk helemaal anders had moeten lopen… Bibi Chen overlijdt 14 dagen voor het vertrek van de door-haar-geplande groepsreis naar China en Birma (Myanmar). Haar vrienden blijven verweesd achter, maar pikken de draad vlug weer op en in haar nagedachtenis wordt de reis verder gezet. Hun reisleider en culturele ambassadeur mankerend, valt de groepsleden de ene na de andere onfortuinlijke lotswending te beurt. Het avontuur bereikt zijn crisis wanneer de groep geheel per ongeluk ontvoerd wordt door enkele milities van een obscure Birmese volksstam. Maar eind goed, al goed. Naast het relaas van een aaneenschakelijking van kolderlijke cultuurbotsingen, is ‘Saving Fish from Drowning’ ook een zeer geslaagde terreinschets van het voor de meeste van ons vrijwel ongekende politiek-volatiele Oosten. Bovendien bewijst Amy Tan met deze roman opnieuw haar meesterschap in het neerzetten van personageportretten en ervaringen die zo belevingstrouw lijken dat de lezer zich deelgenoot van het avontuur waant. Lezen is een beetje mee op reis gaan, maar bij deze reis blijven toch op z’n minst met een zeker onbehagen zitten. Op een enigszins ingetoomde manier neemt Tan ook de naïviteit en gebrekkige culturele gevoeligheid van de massatoerist op de korrel. En allen moeten we toch ergens Mea Culpa slaan. Zoals wel meerdere van haar werken is ‘Saving Fish from Drowning’ opnieuw een verrukkelijk staaltje Chinees-Amerikaanse fusionkeuken waarbij de elephant in the room – het antwoord op de whodunnitqueeste naar de omstandigheden van Bibi’s dood – slechts als bijgerechtje geserveerd wordt. Nederlandse vertaling: ‘Vissen op het droge helpen’
Door Linde De Vos , 22/02/2021
Blij dat Leesmagazijn weer in print is. Al is het dan in print-on-demand, niet echt onze favoriete manier van uitgeven. Enfin, toen we de aankondigingstekst van 'Faber, de verwoester' lazen hadden we meteen zin om aan het lezen te slaan, wetende: de uitgaves van Leesmagazijn zijn nooit gratuit, er zit altijd wel een engagement in en ze zijn zelden of nooit doorsnee of geschikt voor de grootste gemene deler. De hele tijd tijdens het lezen (dat ging erg vlotjes, Tristan Garcia heeft een snelle, toegankelijke stijl en weet een uitstekende spanningsboog op te bouwen) dachten we een driesterrenboek in handen te hebben, je weet wel: dankbaar, vlot lezend, goed geschreven, tof verhaal en binnen drie jaar weet je er niets meer van. Maar dat wist de auteur in zijn laatste pagina's helemaal goed te maken. Dus die vierde ster is echt wel verdiend. We krijgen het verhaal van drie vrienden en hun schoolcarrière: twee kneusjes die helemaal opkijken naar en opgaan in Faber, de nieuweling die groter dan het leven zelf lijkt te zijn. Nadat ze elkaar (natuurlijk passeren er eerst kleine en minder kleine drama's) uit het oog verloren, komen ze - met uiteenlopende motieven - weer terug in het dorp voor een zinderen slotakte. Zoals gezegd is het verhaal snel, meeslepend, spannend, heftig (soms op het randje van grotesk) en dachten we in eerste instantie dat het daarbij zou blijven. Maar Garcia haalt in de plot enkele verrassende en vakkundig uitgewerkte kneepjes naar boven, die het boek boven alsnog op een hoger niveau tillen. Veel wil ik daar niet over vertellen, omdat het ook bij mij als een verrassing aankwam, maar het is mooi hoe de auteur Faber - grootser dan het leven zelve, of niet - alsnog al dan niet in perspectief wil plaatsen. Een boek over al dan niet bukken om onder de deur van de maatschappij door te kunnen. (vrij geciteerd) Een boek over levende legendes en de vraag wat ze uiteindelijk waard zijn. En tot slot: een boek van een auteur van mijn generatie, gedrenkt in herkenbare iconen, ideeën, gebeurtenissen en context. Yep, ben aangenaam verrast!

Door Gert De Bie , 12/02/2021
Simenon. 't was even geleden dat we hem nog lazen. We maakten ooit kennis via Maigret (natuurlijk, wie niet?), maar ontdekten via 'de bananentoerist' dat hij een heerlijk schrijver was en bovenal een sterk ontleder van de menselijk ziel. Onbekenden in huis ligt middenin de policiers en de eerde psychologische romans die Simenon schreef. Het is in zijn pure vorm een who dunnit opgebouwd rond de moord op een onbekende in het huis van een vereenzaamd advocaat. Maar de uitwerking is dat allerminst. Sinds zijn vrouw hem in de steek liet, leeft advocaat Hector Loursat als kluizenaar en heeft hij zelfs amper contact met zijn dochter, hoewel die bij hem woont. Maar de moord brengt daar stilaan verandering in. Onbekenden in huis is dan ook eerder de morele en feitelijke heropstanding van een man die zich teruggetrokken had uit de samenleving dan een moordraadsel. Het is indrukwekkend hoe Simenon zijn hoofdpersoon voorzichtig, schichtig en onwennig weer laat openbloeien. Dat hij met de verwondering van een kind weer naar de wereld en de mensen om hem heen kijkt, zorgt ook voor een zinvolle blik op de moordzaak. Het pleidooi in de rechtbank is strak en fris uitgewerkt maar het is vooral heerlijk hoe Simenon je doodsimpel om de oren slaat met plotse zinnen zoals: "Een verre claxon drong door de laag van stilte heen, hen eraan herinnerend dat er om hen heen een kleine stad bestond, waarvan elke bewoner dacht dat hij het leven kende." Heerlijk leesvoer!

Door Gert De Bie , 12/02/2021
Straf. Twee vrienden door dik en dun, een uitgekiend drama en een auteur met een erg goede pen, dat levert gegarandeerd een goed boek op. Twee vrienden door dik en dun met totaal verschillende sociale achtergronden en toch een zielsverwantschap, een uitgekiend drama dat slechts langzaam uit de doeken wordt gedaan en een auteur met een erg goede pen een strak verhaaltempo en een spaarzame maar toch niet kale stijl, dat levert gegarandeerd een heel goed boek op. Waarom Gloed nog beter is en absoluut die vijf sterren verdient? In plaats van met de neus boven op het drama te zitten en spanningsbogen te creëren vanuit de emoties en de mogelijke gevolgen voor de personages, laat Sandor Marai er eerst een heel leven over gaan. Twee vrienden ontmoeten elkaar wanneer ze beiden 70-tiggers zijn en elkaar 41 jaar lang niet meer zagen. Terwijl de ene de andere 2 vragen wil stellen, krijg je als lezer een hele historie te horen die de breuk tussen de vrienden uit de doeken doet terwijl de vertellende vriend op zoek is naar de waarheid. Maar wat het boek helemaal bijzonder, waardevol en bloedmooi maakt is dat die waarheid na 41-jaar helemaal niet (of amper) in de feiten zelf ligt. 'Of het moment gaat voorbij en je kunt niets meer doen. Want dat is er ook, het moment, de tijd voert de dingen ook naar eigen goeddunken aan en af, niet alleen wij plaatsen onze handelingen en de verschijnselen in de tijd. Het komt voor dat de tijd een kans brengt en dat die een exacte tijd heeft, en als het moment voorbij is, kun je opeens niets meer doen.' Omdat er 40 jaar is overgegaan, is het perspectief op de breuk zo verrijkend, zo doorleefd en zo ontdaan van alle melodrama dat het een ongewone moreel hoogstaande lading mee krijgt. De rust en kalmte waarmee het gesprek zich ontvouwd en het totaal ontberen van ego en conflictdrang - de heren hebben toch beiden hun hele leven al achter de rug - leent zich uitstekend tot een uiteenzetting vol levenswijsheid, doordachte beschouwingen en waarachtige conclusies. 'En alles wat mensen "bedriegen" noemen, de treurige en saaie rebellie van lichamen tegen een situatie en een derde persoon, is verschrikkelijk oninteressant aan het eind van het leven, onverschillig, bijna meelijwekkend, als een ongeluk of een misverstand.' Indrukwekkend. Ronduit indrukwekkend.

Door Gert De Bie , 05/02/2021
Een boek dat open bloeit als een krokus op een februariochtend. 70 jaar oud, maar het bulkt nog van relevantie. Antoine de Saint-Exupéry - ja, die kent u van het bloedmooie "De kleine prins" - was naast journalist en auteur ook piloot en actief bij de Franse luchtmacht in de Tweede Wereldoorlog. In Oorlogsvlieger is de rode draad een verkenningsvlucht boven vijandelijke stelling die moet uitgevoerd worden. De oorlog is op dat moment voor de Fransen al zo goed als een verloren zaak waardoor de vlucht niet alleen zo goed als zelfmoord lijkt, maar ook nog eens compleet zinloos is. Wat van dit boek een pareltje maakt, is dat de auteur het verloop van de vlucht als kapstok gebruikt om de twijfels, visie en gedachtes van de soldaat/piloot/mens uit te werken en weer te geven. Daar komt de kracht van zijn schrijverschap en nog meer van zijn denken naar voren. Tijdens de vlucht probeert de Saint-Exupéry zichzelf een plaats in het geheel te geven. Hij ontdekt dat de angst bij de verwachting hoort, want eens hij zijn opdracht aan het uitvoeren is, handelt hij efficiënt, doelgericht en is er voor de angst geen ruimte meer. Als hij met zijn boordschutter en navigator dan toch levend lijkt terug te keren uit de beschietingen met luchtafweer en ontmoeting met vijandige jagers, vallen bij de piloot/auteur de schellen van de ogen. Op heldere en uitmuntende wijze geeft de Saint-Exupéry zijn plaats in het geheel mee en schrijft hij een filosofisch betoog over de rol en verantwoordelijkheid van het individu in het geheel (de samenleving) maar evenzeer over de verplichtingen van die samenleving ten opzichte van dat individu heeft en waarom dat dreigt mis te lopen. Het draait er om dat we ons gelijk moeten kunnen voelen in iets dat ons overstijgt. Het is zinloos dat ik dat probeer te verhelderen, maar wat dacht je van: "De aanhangers van de nieuwe godsdienst zulle er niet mee akkoord gaan dat een aantal mijnwerkers voor de redding van één enkele bedolven mijnwerker het leven waagt. (...) Het welzijn van de Gemeenschap bekijken ze in getallen - en de getallen zullen hen beheersen. Op die manier zullen ze het vermogen verliezen zichzelf te overstijgen. En daardoor zullen ze verafschuwen wat van hen verschilt, omdat ze niets hebben, boven het ik uit, om mee samen te vallen. Iedere gewoonte, ieder ras, iedere denkwijze die hun vreemd is, zullen ze onvermijdelijk als krenkend zien." of "Ik geloof dat de cultus van het Universele de particuliere rijkdommen verheft en verbindt - en de enige mogelijke orde gestalte geeft, namelijk die van het leven. In een boom heerst orde, ondanks de wortels die verschillen van de takken." en zo zou ik er nog ettelijke kunnen noteren. Goed gedaan, Antoine. Confronterend ook dit boek te lezen met in het achterhoofd de wetenschap dat de Saint-Exupéry van een soortgelijke vlucht - boven Duitsland als voorbereiding op het eindoffensief van de geallieerden - op 31 juli 1944 nooit meer terugkeerde. (hmm, zou ik toch 5 sterren geven?)
Verdikke, wat kan John Williams schrijven. Na 'Stoner' waren we fan, maar Butcher's Crossing overtuigt ons - als dat even kan - nog meer van 's mans kunnen. Een jonge student verlaat zijn thuishaven Boston om in Butcher's Crossing (een pioniersdorp met zes houten huizen en wat tenten) van de natuur en het 'echte' leven te proeven. Vol idealen en romantische gedachten arriveert hij in het dorpje en besluit mee de wijde wereld in te trekken om op bizons te jagen. Wat volgt is een adembenemende trip door het Noord-Amerikaanse wilde landschap, een ontluisterende - en wat wrange - jacht op bizons, en de mooi uitgetekende verhouding tussen 4 mannen die lange tijd samen op pad zijn. De combinatie van de prachtige setting in de wilde natuur, de karakterconflicten tussen de jagers en het 'ontwaken' van onze student in de harde realiteit van het leven maakt van Butcher's Crossing een indrukwekkende roman. Wat Butcher's Crossing echter helemaal van andere werken onderscheidt is de efficiënte en perfect gestileerde pen van John Williams. Met veel oog voor detail - zonder uit te weiden in ellenlange beschrijvingen - en een beheerste, meeslepende stijl, weet Williams als geen ander de karakters en de evolutie van zijn personages te schetsen. Drama wordt niet opgeblazen, maar passeert haast even toevallig, genadeloos en snel als in het leven zelf. Williams fileert grondig en hoeft geen kunstgrepen uit te halen om zijn karakters tot leven te wekken en de lezer in zijn verhaal te betrekken. Topliteratuur, zonder twijfel. Wanneer komt de vertaling van 'Augustus' beste uitgever?

Door Gert De Bie , 15/01/2021
Tilly is al twintig jaar gelukkig getrouwd met Markus wanneer ze te horen krijgt dat zij terminaal ziek is, ze heeft kanker. Wanneer haar gezondheid bergafwaarts gaat besluit ze hun woning in de stad te verlaten voor hun huisje in de duinen. Kordaat als ze is vat ze het plan op om zichzelf op een datingsite uit te geven voor Markus en een vervangster te zoeken. Zo nodigt ze Iris uit, maar wanneer Iris aankomt in het strandhuis blijkt dat Markus en Iris elkaar maar al te goed kennen; hij heeft namelijk net een affaire met haar beëindigd. Japin zorgt voor een confrontatie tussen de 3 personages waarin zeer veel emoties i.v.m. de dood en de liefde aan bod komen. Hij maakt er een aanhoudend spelletje verstoppertje met de lezer van. Er komen telkens nieuwe onthullingen die de verhouding tussen hen er weer volledig anders doet uitzien. De argumenten en rechtvaardiging van elk personage zijn te begrijpen en te verklaren. De schrijver laat af en toe ook 'de dood' als verteller aan het woord die zijn relatie met Tilly uiteenzet, hoe zij tegen hem aankijkt. Arthur Japin beschrijft dit alles zeer luchtig (soms iets te) en heeft zo een behoorlijke zwarte komedie over liefde, overspel en wraak geschreven. Er zitten herkenbare elementen in voor iedereen. Zeker de vlotte start van het boek en hoe de personages om elkaar moeten heen draaien zijn de moeite om te lezen. Na een tijdje wordt het moeilijk om in de personages te blijven geloven, het hele gegeven heeft dan meer iets weg van een theatrale deurenkomedie.

Door Caroline Van Woensel , 15/01/2021
Een Zombie-boek. Maar voor je stopt met lezen: 't is meer dan dat. Echt wel. Zombie's zijn blijkbaar hip om de één of andere reden, getuige het succes van graphic novel en tv-serie 'The walking dead' en meerdere Hollywood-vehikels. Max Brooks (zoon van Mel) hield zich al langer bezig met zombie's maar in plaats van het genre verder uit te melken met meer bloederige actie en kwijlende vleeseters, gebruikt hij het als kapstok voor een schets van de hedendaagse geo-politieke en maatschappelijke situatie. Klinkt vergezocht? Dat is het niet. Een zombievirus duikt plotseling op en hoewel niemand er in eerste instantie geloof aan hecht, verspreidt het zich onder de mensen. Een medewerker van de Verenigde Naties maakt nadien een rapport op, waarvan wij de boekvorm te lezen krijgen. Max Brooks gebruikt de interviews met mensen van over heel de wereld om de reacties van landen en individuen te schetsen, de conflicten tussen politici en hun visie op de problematiek scherp te stellen en de verschillen tussen culturen bloot te leggen. Natuurlijk smullen we ook links en rechts van heldendaden, neergemaaide zombie's en schrijnend leed, maar de (mogelijke) impact van een wereldwijde crisis op onze samenlevingsvorm is uiteindelijke de boeiende rode draad doorheen dit boek. Natuurlijk moet je het zombie-gegeven voor lief nemen, maar we verzekeren u nogmaals: World War Z is veel meer dan dat en heeft heel wat boeiende verrassingen voor je in petto. Wat ons betreft: ontspannende leestip met meerwaarde!

Door Gert De Bie , 15/01/2021
Martin Amis (zoon van Kingsley Amis, waarvan we de alcoholische columns gebundeld in 'Everyday Drinking' wisten te smaken) gebruikt zijn vlijmscherp schrijftalent om ons een zinderende en genadeloze uiteenzetting van een aangekondigde moord voor te schotelen. Reeds op de eerste bladzijde confronteert de schrijver, Samson Young (een Amerikaan in slechte gezondheid met een writer's block), ons met een moord waarvan hij de geschiedenis meemaakt en verhaalt. Het slachtoffer, de zinnenprikkelende Nicola Six, bewerkstelligt haar eigen moord en deelt haar plannen met de schrijver. Ze gebruikt de rijke maar sullige en brave Guy Clinch en de brute, simpele straatcrimineel en dartsliefhebber Keith Talent om haar doel - vermoord worden op haar 35ste verjaardag - te bereiken. Gegaard in de dreigende spanning die het naderende Millennium met zich meebrengt, zet Martin Amis feilloos de bakens uit voor een nietsontziende neergang van zijn personages en een nazinderende plot met - misschien - een erg klein lichtvlekje in de grauwe tunnel van menselijk drama. In een razende vaart en strakke stijl wordt je meegesleurd in de doordachte uitwerking van de plot, doorspekt met de rake, soms donkere overpeinzingen van de schrijver zelf. Hij laat de schrijnende personages levensecht van de bladzijden spatten en weet meedogenloos hun hart en ziel in dit 'ware verhaal' te vatten. Meer dan 480 bladzijden rake letteren. Heerlijk.

Door Gert De Bie , 15/01/2021
De 74-jarige Désiré Cordier belazert alles en iedereen door zich voor te doen als seniele, incontinente grijsaard. Dat is zijn manier om te ontsnappen aan zijn liefdeloze huwelijk en de dagelijkse routine en sleur. Désiré ontwikkelt een plan waarbij hij doet alsof hij dementeert en hoopt op een plaats in een zorginstelling. Hij komt gezond en bij volle verstand in het bejaardentehuis terecht en speelt hier de rol van zijn leven. (vergeetachtigheid, verwarring, incontinentie ...) Hij bedot zijn eigen familie, de hulpverleners, de medebewoners ... en amuseert zich kostelijk. Toch wordt hij ook hier van dichtbij geconfronteerd met dood, vriendschap, ... en de liefde. Wanneer er plots een demente jeugdliefde in het tehuis opduikt is het hek helemaal van de dam. Dimitri Verhulst bewijst met 'De laatkomer' weerom over een erg vlotte pen te beschikken. Het boek is bij momenten ontzettend grappig, al gaat Verhulst niet gratuit de komische toer op. Met een vleugje ironie en bovenvermelde humor weet Verhulst dementie op een rake en realistische manier te vatten. Hij steekt de draak met de activiteiten, de trucs van de verpleging, de bezoekjes van familie ... Absolute aanrader.

Door Caroline Van Woensel , 15/01/2021
Schoon. Helder, puur en zonder omwegen schets Lida Winiewicz het leven van een oude boerenvrouw. De locatie en context doen wat denken aan Het Dikke Schrift van Agota Kristof (al weet je hier wel dat je in Oostenrijk bent, in de buurt van Mauthausen), de stijl en het verteltempo doen aan Een heel leven van Robert Seethaler denken. Het leven van de vrouw is hard en genadeloos. Armoede, kansloosheid, werk, meer werk en oorlog zijn een onontkoombare realiteit die haar leven bepalen. (op 10-jarige leeftijd): "Ik kwam bij een boerin, die heel goed voor me was. Geld kreeg ik niet, (...) Het belangrijkste was ook niet dat ik iets verdiende - ik was te jong en te zwak -, het belangrijkste was dat mijn ouders een eter minder hadden." De kracht van het boek ligt in de anekdotische rust waarmee Winiewicz het relaas van de vrouw weergeeft en in de grootse wijze waarop die haar eigen lot aanvaard. Ondanks tegenslag, bitter harde omstandigheden en de manier waarop ze op haar oude dag overbodig wordt, schikt ze zich in haar lot en is er meer trots op haar parcours dan verbittering over hoe het gelopen is. Of wat dacht je van deze bedenking, nadat zij en haar man bij de notaris hun hoeve contractueel hebben overgelaten aan de oudste zoon en zijn vrouw, zelf naar de zolder zijn verhuisd en het huis dat ze jarenlang bestierd hebben, helemaal uit handen gaven: "En het is allemaal in orde. Wat ik nodig heb krijg ik, wat ik mis, daar helpt ook geen contract aan." Groots in wezen, groots in letteren. Klein pareltje.

Door Gert De Bie , 14/01/2021
W.a.t. e.e.n. b.o.e.k! Heerlijk. Van de eerste tot de laatste letter heb ik genoten, gesmuld en gulzig meegekoerst door de literaire autobiografische wielerklassieker die Krabbé 5 maanden voor mijn geboorte publiceerde. In 'De renner' beschrijft Tim Krabbé zijn deelname aan de Ronde van Mont Aigoual in juni 1977, een 137km lange koers met verschillende beklimmingen en de 309de koers waar Krabbé aan deelneemt. "De Ronde van Monta Aigoual is de mooiste en de zwaarste koers van het seizoen" Krabbé beschrijft minutieus de koers van km tot km, waar hij zich in de koers bevindt, wat er gebeurt, hoe hij zich voelt of welke gedachtes hij heeft. Je kan als lezer niet anders dan meeleven in het koersverloop en vol spanning mee naar de finish lezen. Wanneer Krabbé zijn gedachtes deelt, steek je als lezer best wel wat op over hoe er gekoerst wordt en wat de geplogenheden tijdens zo'n wedstrijd zijn. Maar ook over wat afzien is, wat motiveren is, waar Krabbé wel of niet op de fiets wil zitten. Daarnaast krijg je anekdotes en verhalen mee over de grootste koersen of legendarische wielrenners, want "het is een misverstand dat je het aan de werkelijkheid zou kunnen overlaten zichzelf te vertellen. (...) De werkelijkheid mist de kern van de zaak; om een duidelijk beeld te geven heeft de werkelijkheid een hulpmiddel nodig, de anekdote." Laat je niet vangen door het thema of wat een beperkte verhaallijn lijkt: De Renner is een literair pareltje an sich. Natuurlijk is het allemaal veel mooier, grootser en indrukwekkender als je van koers, fietsen of wielrennen houdt, maar lezenswaardig is het sowieso. Meeslepend en vol inhoud. Straf. Heel straf. Echt waar.

Door Gert De Bie , 17/12/2020
"Maar als de nuchtere waarheid je niet voor pijn kon behoeden, dan was het misschien maar beter om in de wolken te verkeren." Wolken, liefde en verlies. Op een intens mooie manier verbindt Julian Barnes in Hoogteverschillen ballonvaart, fotografie, de liefde en verdriet. 29 jaar lang was Barnes getrouwd met Pat Kavanagh, die in 2008 overleed. In Hoogteverschillen probeert Barnes dat verlies te plaatsen en te vertellen wat het met een mens doet en hoe die daar mee probeert om te gaan. Via de geschiedenis van de ballonvaart en de eerste foto's vanop hoogte, leidt Barnes ons naar de intensiteit van liefde en relaties. In het slothoofdstuk beschrijft Barnes op heldere en nuchtere wijze de leegte die het overlijden van zijn vrouw meebrengt. Waar nodig probeert hij zich verstaanbaar te maken door gebruik van metaforen uit de eerste twee hoofdstukken, wat je als lezer dichter bij zijn verdriet brengt. Barnes schrijft op een eerlijke manier over zijn verdriet en verliest zich nergens in melodrama. Hij verwoordt ook de valkuilen van rouw, maar weet ze nuchter te plaatsen. Wat is succes bij het rouwen? Zit het in het herinneren of in het vergeten. In een stil blijven hangen of in een voortgang? Of in een combinatie van beide? Zonder effectbejag weet Barnes op een toegankelijke en erg mooie manier zijn verdriet te delen en zijn worstelingen te plaatsen. Waar hij fouten maakte, geeft hij dat ruiterlijk toe, waar hij geen antwoorden op weet, laat hij vragen staan. Hoogteverschillen is mooi, intens, maar niet onnodig zwaarmoedig. Eerlijk, ontroerend en respectvol geschreven. We zijn er even stil van. Maar daar dient literatuur voor: ons even stil laten staan: Het ene verdriet verklaart het andere niet, maar ze kunnen elkaar overlappen.

Door Gert De Bie , 15/12/2020
We ontvingen deze novelle van de auteur van het leuke De vader van God als paasgeschenk van uitgeverij Wereldbibliotheek. De korte maar erg mooie novelle vertelt ons het verhaal van twee broers die tijdens de oorlog wachten op een mogelijke executie (door de eigen legerstaf) als straf voor het vrijgeven van een bergpas. Dat de soldaten anders zouden omgekomen zijn in een lawine, mag geen argument heten. Driessen vertelt in een zuivere taal het verloop van de gebeurtenissen en toont aan dat de oorlog (g)een ware held(en) kent. Wereldbibliotheek belooft het boekje dit najaar ook voor het reguliere publiek uit te brengen. Wij vinden het alvast een absolute aanrader.

Door Gert De Bie , 15/12/2020
Ook 5 sterren bij herlezing: indrukwekkend op literair vlak, op emotioneel vlak en inhoudelijk. Straf boek, meer daarover nu dinsdag 27 oktober 2020 op Tussen de Letters in CC Zwaneberg te Heist-op-den-Berg ;) weest welkom

Door Gert De Bie , 15/12/2020
Waar die Goodreads statistieken goed voor zijn: 1325 blz op 14 dagen. Snel gezegd: 100 blz per dag zonder dat tempo te laten zakken. Me dunkt dat hierdoor de twijfel tussen 4 en 5 sterren weggenomen werd: als je ons aan dat tempo kan laten lezen, heb je uitstekend werk geleverd. Het verhaal: uit een Amerikaans laboratorium ontsnapt een gemodificeerd virus en enkele weken later is de mensheid met zowat 95% gereduceerd. De overlevenden hergroeperen stilaan en blijken allemaal van twee figuren te dromen, zo ontstaan er twee nieuwe gemeenschappen die goed en kwaad vertegenwoordigen. Die strijd wordt episch, spiritueel en mythisch beslecht. Stephen King creëert sterke personages, een krachtige spanningsboog en schetst een relevant beeld van de menselijke aard. Wat ons nu meer opviel dan 25 jaar geleden bij de eerste lezing, zijn de vele culturele referenties in het boek, naar muziek, literatuur, film, .... die voor prettige herkenning zorgen en soms wat extra lading geven. We lazen de uitgebreide versie van het boek (bij verschijning waren er een 300 blz minder) en konden het bij aanvang niet laten ons soms af te vragen of sommige stukken essentieel waren of alleen in de uitgebreide versie werden opgenomen, maar dat gevoel ebde snel weg. Een absoluut geslaagde herlezing in het Engels, 25 jaar nadat we de Nederlandse vertaling onder een boom in Portugal op één dag tot ons namen. Stephen King was de auteur uit onze jeugd en dat begrijpen we nog steeds. Excellent en meeslepend leesvoer. Dat de uiteindelijk plot nog altijd in ons hoofd zat, maakte de trip misschien net iets minder indrukwekkend, maar dat is onze eigen schuld :)

Door Gert De Bie , 15/12/2020
Fijne hernieuwde kennismaking met George Smiley en het werk van John le Carré. Ook al doet hij er amper 160 bladzijden over, toch slaagt Carré erin een degelijke plot - met de nodige wendingen - uit te werken en bovenal karakters van vlees en bloed te schetsen. Bij Carré geen kartonnen personages die alleen dienst doen als pionnen in een schaakspel naar een fabuleuze plot toe, maar personages met geloofwaardige motieven, herkenbare karaktertrekken en levensechte twijfels. Giet daar een saus over van maatschappijvisie, idealisme of net het in vraag stellen van idealen en je hebt een heerlijk boek. En dat in 160 pagina's. Goe gefikst, John. Op naar de volgende.

Door Gert De Bie , 15/12/2020
Niets mis met dit boekje hoor, maar - hoewel mijn vriend George Smiley de hoofdrol speelt - het is een gewone standaard detective die zich afspeelt in een Britse upper class privéschool. Goed gedaan, hoor, maar wij willen spionnen en mistige steegjes in Berlijn, het geluid van voetstappen op gure avonden, politieke intriges achter de schermen, ietwat oudere mannen verscholen achter kranten en opstaande kragen, overal opstaande kragen.

Door Gert De Bie , 15/12/2020
Lap seg. Vrolijk word je hier niet van. Maar puik boek, dat wel en graag gelezen. John Le Carré voert onze vriend George Smiley op in de coulissen van een op het scherp van de snee gespeeld spionageduel tussen de Britten, de Oost-Duitsers en de Russen. Alec Leamas, die zijn Duitse spionagenetwerk opgerold zag door zijn tegenpool Mundt, wordt toch opnieuw het veld in gestuurd om Mundt uit te schakelen. Wat volgt is een strak en ingenieus uitgewerkt verhaal waar de personages zelf ook niet zeker zijn van hun eigen rol in het verhaal. Toch orchestreert Le Carré je als lezer vlot en zonder haperen naar een uitmuntende plot. De beschouwingen die je van zijn personages in de slotfase meekrijgt maken je niet meteen vrolijk en ook de soms grimmige sfeer en het gebrek aan empathie van het poppenspel waarin Le Carré je meeneemt zijn best confronterend. Maar goed geschreven en meeslepend: absoluut. Een boek dat begint en eindigt met de oversteek van de muur tussen Oost- & West-Berlijn, met mannen achter kranten en wandelingen onder kapotte straatlampen: het lijkt intussen cliché, maar Le Carré beheerst het als de beste en serveert steeds op een bed van echte personages en geloofwaardige karakters. Straf.

Door Gert De Bie , 15/12/2020
In een droge, humoristische stijl geeft John Fante inzicht in de hoogtes en laagtes uit de schrijverscarrière van Arturo Bandini, een jonge belofte die zich in de jaren 30 in het stoffige L.A. vestigt om verder te timmeren aan zijn beloftevolle schrijversloopbaan. Bandini is verre van stabiel, wat voor onvoorspelbare pieken en dalen in zijn dagdagelijkse bestaan zorgt. Ook de liefde loopt voor Bandini niet over voorspelbare & platgetreden paden: hij valt als een blok voor de al even wispelturige Mexicaanse dienster Camilla Lopez. Na de publicatie van zijn eerste kortverhaal - dat erg weinig indruk maakte, hoewel de auteur zelf overtuigd is van het meesterschap van het verhaal - kampt Bandini met een writers block. (De voorloper Wait until spring, Bandini werd verfilmt door Dominique Deruddere.) Volgens Charles Bukowski was Ask the dust "the book that made me want to become a writer." Wij lazen het met genoegen en genoten van de stoffige sfeer tijdens de grote depressie, de wispelturigheid van de hoofdrolspelers en de pieken en dalen in leven, liefde en lijden.

Door Gert De Bie , 14/12/2020
Bijzonder boek dit. Niet weggelegd voor iedereen aangezien Markson alles doet behalve een verhaal vertellen. De vertelstijl blijkt gebaseerd op Wittgenstein's taalfilosofie (dat weet ik vanuit het nawoord van Lieke Marsman). Als lezer maak je kennis met de gedachtes van Kate - enige overblijvende mens op aarde - die continu alle kanten op schieten. Als schilder vertelt ze vele weetjes over schilders. Een andere dada is de Trojaanse oorlog. Kate leefde in verschillende musea en trok de wereld rond toen ze nog op zoek was (naar anderen mensen?), maar een betrouwbaar verteller blijkt ze niet te zijn. Naar het einde toe lijkt er wat waarheid door de gedachtes- en taalspelletjes door te schemeren, maar dan breekt Markson de boel af. Klinkt misschien wel stevig, maar alles is vlot leesbaar en speels opgebouwd. Wat 'Wittgensgeins minnares' lezenswaardig maakt, is wat er allemaal aan lees-, taal- en vertelpotentieel ontstaat door Marksons manier van schrijven. Het boek zit vol humor - vaak kurkdroog - en bevat ontelbare weetjes en feiten - al moet je als lezer zelf maar weten/ontdekken of de juiste anekdote aan de juiste historische figuur gekoppeld werd. Wat het helemaal de moeite maakt is de vrede die je als lezer met je eigen gedachtes leert hebben. De sprongen die Kate's gedachten maken en die voor haarzelf de evidentie zelve zijn, zijn dat niet altijd voor de lezer. En vergaat het ons dagdagelijks ook niet zo; dat onze gedachtesprongen niet altijd voet in de realiteit hebben of dat we van onze omgeving verwachten dat ze onze gedachtes zomaar kunnen volgen. En als we dit herlezen, herkauwen of samen bespreken, groeit er ongetwijfeld nog heel wat meer potentieel uit dit bijzondere boek.

Door Gert De Bie , 14/12/2020
Wie Michaël Brijs kent, als frontman van de hoogst ondergewaardeerde eclectische alternatieve band The Valerie Solanas, als co-auteur van het hilarische cultboek "Astronaut van Oranje" - geschreven met Andy Fierens - of via één van zijn andere literaire of muzikale projecten, weet dat de man bulkt van talent, charisma, inhoud en stijl. 'Nachtbouwer' verenigt die eigenschappen op onnavolgbare wijze: het boek is erg goed geschreven, speels, grappig, ernstig en relevant. Brijs beschrijft de opkomst (en ondergang?) van een jeugdig delinquent die het tot architect schopt ondanks (of dankzij) de niet altijd even altruïstische bemoeienissen van zijn omgeving. In een unieke mengelmoes van verhaalstijlen schept hij een haarscherp beeld van onze maatschappij en hoe de vruchteloos zoekende personages daarin verloren lopen. 'Nachtbouwer' is een heerlijke streep literatuur vervlochten met een flinke portie rock'n roll. Wat ons helemaal overtuigde om een 5-sterren recensie te schrijven is hoe Brijs humor, filosofie, architectuur, seks, moord en maatschappijkritiek moeiteloos én pretentieloos weet te vervlechten tot een meeslepend en boeiend verhaal. We citeren even: Die nacht trof ik moeder aan op het tapijt in de woonkamer. Ze is dood, dacht ik, het moest er vroeg of laat van komen. (...) Op de televisie werd het journaal herhaald. (...) "... betoging in Brussel tegen het toenemende gebruik van koriander in restaurants liep uit de hand," zei de nieuwslezer. Een heerlijk voorbeeld van de speelsheid, relevantie en het relativeringsvermogen van Nachtbouwer, een boek met Le Corbusier, hedendaagse stadsbesturen, Hubert Lampo, Paul Van Ostaijen en Kafka in frivole bijrollen en ons hedendaags maatschappelijk bestel als anker. Een boek dat een breed publiek en talloze herdrukken verdient!

Door Gert De Bie , 10/12/2020